Catshuis

Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.

Dit artikel is nog niet af.

Het Catshuis vanaf de voorzijde gezien

Het Catshuis is een landhuis in Den Haag. Sinds 1963 wordt het Catshuis gebruikt als de ambtswoning (soort van kantoor van een heel belangrijk persoon, vaak een politiek leider of een staatshoofd) van de Nederlandse minister-president. Ook wordt de Nederlandse regering er ontvangen. Het Catshuis is in bezit van het Ministerie van Algemene Zaken.

Geschiedenis

Het Catshuis is gebouwd in opdracht van Jacob Cats. Het is ontworpen door Claes Dircx van Balckeneynde, die onder andere ook Paleis Noordeinde heeft gebouwd. Jacob Cats liet het huis bouwen op landgoed Sorghvliet. Het Catshuis heette toen nog Huis Sorghvliet en is later naar Jacob Cats vernoemd. Op 14 juli 1652 ging Jacob Cats in het Catshuis wonen. Toen had het huis maar één etage. In 1675 kwam het Catshuis in bezit van Hans Willem Bentinck. Zijn zoon liet in 1738 een bronzen klok plaatsen in de klokkentoren op het dak. Ook liet hij een bijenstal (soort van stal voor bijen) bouwen. Deze is in de 20ste eeuw weer herbouwd. In de 18de eeuw kreeg het Catshuis een manege. De tuinen om het Catshuis heen waren vergelijkbaar met die van Paleis Het Loo. In de 19de eeuw zijn tuinen vervangen door bomen met een groot gazon. Toen werden de fonteinen en de oranjerie afgebroken. Het Catshuis werd gekocht door Adriaan Goekoop. Koning Willem III wilde het Catshuis afbreken en een paleis op die plaats zetten. Dit heeft hij uiteindelijk niet gedaan. In de vorige eeuw werden rondom het Catshuis allerlei villa's gebouwd. In 1935 werd het Haags Gemeentemuseum er geopend. In 1963 was het gebruikelijk dat de Nederlandse minister-president in het Catshuis woonde. Dit werd gedaan tot 1982. Dries van Agt was de laatste minister-president die in het Catshuis woonde. Ruud Lubbers wilde dit niet. Sindsdien hebben Wim Kok, Jan Peter Balkenende en Mark Rutte ook niet in het Catshuis gewoond.

Renovatie en Brand

Sinds 1963 was er niets meer aan het Catshuis gewijzigd. Hierdoor moest het gerenoveerd worden. In 1999 startte dit project. Na de aanslagen op 11 september 2001 werd het Catshuis extra beveiligd. Het Catshuis renoveren kostte in totaal 15 miljoen euro. Tijdens de renovatie was het Catshuis niet bewoonbaar en kon je er ook niet werken. Sinds de renovatie wordt de begaande grond gebruikt voor staatsbezoeken en als werkplek. Ook zijn hier kamers waar mensen ontvangen kunnen worden. In de kelder zit een badkamer en een keuken. De tweede verdieping is ingericht als woning en kan door de minister-president als tweede woning gebruikt worden, wat nog niet gebeurd is. Eind januari 2004 bleek dat de Rijksgebouwendienst oude, antieke plafonds en schouwen (open haarden) had weggebroken. Dit was illegaal.

Tijdens de werkzaamheden brak er brand uit. Deze brand vond plaats op 15 mei 2004 en heette de Catshuisbrand. Een groot deel van de begaande grond brandde uit. Andere kamers liepen rook- en waterschade op. Er kwam één schilder om het leven. Op 11 september 2006 werd het Catshuis officieel in gebruik genomen.

Sinds 2006

Nadat het Catshuis weer te gebruiken was, vonden er nog andere belangrijke momenten plaats.