Nieuwe Testament

Het Nieuwe Testament is een onderdeel uit de Bijbel dat het leven van Jezus beschrijft en hoe het verder ging na zijn dood. Het Nieuwe Testament bestaat uit 27 boeken. Niemand weet precies wie de teksten geschreven heeft. De oorspronkelijke teksten uit de 1e en 2e eeuw werden later vele malen vertaald, aangepast en veranderd.

Het begint met de vier evangelieën: Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Al deze vier boeken beschrijven het leven van Jezus, maar wel telkens op een andere manier.

Daarna komt het boek Handelingen. Hierin wordt beschreven wat er gebeurt met de apostelen nadat Jezus voor de tweede keer naar de hemel gaat. Het boek Handelingen eindigt als Paulus in Rome aankomt.

Na het boek Handelingen bestaat het Nieuwe Testament grotendeels uit brieven die geschreven zijn door de apostelen aan kerken. Paulus heeft verreweg de meeste brieven geschreven, maar ook anderen zoals Petrus en Johannes.

Het Nieuwe Testament eindigt met het boek Openbaringen. Hierin beschrijft de apostel Johannes een profetie over het einde der tijden en een nieuwe wereld door God gemaakt. (NB: vooral dit laatste boek is niet geschikt voor mensen die niet van bloedige gruwelijkheden houden!)