Konijn

[[Wetenschappelijke naam|]]
Leefgebied
Leefomgeving
Behoort tot de
Portaal Biologie

Bestand:Konijn (Vlaamse reus).jpg

Een Vlaamse reus

Een konijn is een zoogdier. Een konijn heeft een zachte vacht en lange oren. Het bekendste fictieve konijn is Nijntje van Dick Bruna.

Voordat je een konijn koopt

Voordat je een konijn koopt heb je eerst een aantal spulletjes nodig:

• Een hok of ren
• Voer (bijvoorbeeld hooi)
• Ook heeft een konijn een omgeving waar die kan rennen en natuurlijk ook lekkere dierensnoepjes en een
• Drinkflesje
• Houtvezel en stro (voor in z'n hok)
• Een leuk speeltje om mee te spelen

Je moet nadenken of je alles kan betalen, of je er tijd voor hebt, en of het beweging kan krijgen. Als het konijn in een minihok zit, kan het gek worden. Je moet een konijn ook 8 tot 10 jaar goed verzorgen, daarna gaat een konijn meestal dood. Ook moet je uitkijken of niemand in de familie allergisch is voor konijnen. En als je niet veel aandacht kan geven neem dan nog een konijntje, maar dan moet het hetzelfde soort zijn, anders gaan ze ruzie maken en vechten. Als je een vrouwtje en een mannetje bij elkaar zet, kunnen ze kleintjes krijgen. Maar ze kunnen ingeënt worden, dan krijgen ze geen kleintjes meer

Rassen

Er zijn ongeveer 47 konijnen rassen, verdeeld in 5 groepen:

• Grote rassen, maximaal 9 kilo (zoals de Franse hangoor, Vlaamse reus en Witte van bouscat)
• Midden rassen, maximaal 5 kilo (zoals de Engelse hangoor, Zilvervos en Rijnlander)
• Kleine rassen: maximaal 3 kilo, (zoals de Klein zilver, Lynx, Tan)
• Dwergrassen, van ongeveer 1 kilo (zoals de Angora dwerg, Pool roodoog, Hermelijn)
• Rassen met bijzondere vacht (zoals de Rex, Satijn, Voskonijn dwerg)

De mannelijke konijnen worden ram genoemd en de vrouwelijke konijnen heten voedster.

Wilde konijnen

Wilde konijnen leven het liefst op zandgronden. Maar ze worden meestal gefokt als gezelschapskonijnen. Ze wonen in grote groepen, ook kolonies genoemd. Ze komen oorspronkelijk uit Spanje. Ze graven gangen en vluchtpijpen. De holen onder de grond worden wrangen genoemd. De ruimte waar ze wonen wordt de ketel genoemd. Jonge konijntjes worden in de wentel geboren, dat is een speciale gang. Hoe langer ze er wonen hoe meer holen ze hebben kunnen graven.

Fokken

Als je konijn laat dekken dan moet je een paar keer laten gebeuren om zeker te zijn dat het gelukt is. De draagtijd is ongeveer een maand, soms 28 dagen en heel soms een paar dagen later. Maar als de jongen geborgen zijn dan moet je twee keer een nestcontrole doen, de eerste dag en de tweede dag kijken of als goed gaat en of ze een rond buikje hebben. Als ze dat niet hebben moet je bij de dierenwinkel honden- of kattenmelk halen voor de konijntje. Ze hoeven maar twee keer per dag eten. Je ziet niet dat de moeder ze eten geeft. Je moet de moeder meer eten en hooi geven.

Voeding

Ze moeten iedere dag konijnenvoer eten, geen gemengd voer. Ook iedere dag hooi en vers water of ook nog een wortel. Je mag ze echt nooit sla geven want daar krijgen ze een water-buik van en dag krijgen ze diarree. En daar kan een konijn aan dood gaan...

Een konijn eet vooral:

• Hooi
• Droogvoer
• Mais
• Wortel (-broodje)
• Knaagblok
• Konijnensnoepjes
• konijnen blaadjes

Weetjes

• Konijnen kunnen 2,4 meter ver springen
• Om aan een vijand te ontkomen, rent een konijn vaak in zigzag-patronen
• Grote oren horen kleine geluidjes
• Konijnen krabben zich vaak (ze hebben vaak vlooien)
• Een moeder-konijn krijgt soms wel 30 jongen per jaar