Trein: verschil tussen versies
Regel 165: | Regel 165: | ||
[[Afbeelding:Station_roosendaal.JPG|200px|left|thumb|Station Roosendaal]] |
[[Afbeelding:Station_roosendaal.JPG|200px|left|thumb|Station Roosendaal]] |
||
<br clear="all" /> |
<br clear="all" /> |
||
+ | Dit klopt niet meer. Je betaalt nu met een OV-chipkaart. |
||
==Afbeeldingen== |
==Afbeeldingen== |
Versie van 20 dec 2011 09:18
Een trein is een bijzonder voertuig omdat het uit meerdere stukjes bestaat namelijk een locomotief met wagons.
Welke verschillende soorten treinen rijden in Nederland?
In Nederland rijden veel verschillende soorten treinen. Sommige zijn kort, andere langer. Er zijn treinen die alleen maar korte afstanden rijden en vaak stoppen, de stoptreinen. De sneltreinen rijden langere stukken. Zij stoppen niet op elk station en zijn dus sneller op het eindpunt.
Soorten treinen
- De Sprinter
Stoptrein, rijdt korte afstanden en kan snel optrekken en afremmen. Daarom heet hij Sprinter.
- De Buffel
Stoptrein, hij rijdt niet op elektriciteit maar heeft een dieselmotor aan boord.
- De Intercitydubbeldekker
Dubbeldekker, maar dan om langere afstanden mee te rijden.
- De Koploper
Intercitytrein met een hoge voorkant. Daardoor lijkt het alsof hij een ‘kop’ heeft. In de kop zitten deuren. Als twee koplopers samen een lange trein vormen, gaan de deuren open en kun je doorlopen van de ene koploper naar de volgende.
- De Intercityrijtuigen
Treinen met een aparte locomotief. De rijtuigen waarin de reizigers zitten, hebben geen motor. Een locomotief moet de rijtuigen voorttrekken.
- De ICE
Hogesnelheidstrein, kan heel snel rijden (300 kilometer per uur) en gaat naar Duitsland.
- De Thalys
Hogesnelheidstrein, kan ook heel snel rijden (300 kilometer per uur) en gaat naar Frankrijk.
Elektrische treinen
De NS (Nederlandse Spoorwegen) rijdt grotendeels elektrisch. De treinen krijgen stroom van de bovenleidingen. Dat zijn de draden die je boven het spoor ziet hangen. Wil je hier nog meer over weten kijk dan naar dit filmpje van klokhuis info over bovenleidingen
NS heeft ook nog wel
een aantal dieseltreinen. Dieseltreinen rijden niet op elektriciteit, maar op dieselolie.
Deze treinen rijden vooral op sporen zonder bovenleiding, maar ze kunnen natuurlijk ook op sporen rijden waar wel een bovenleiding is.
Het spoor
Het spoor bestaat uit lange staven die gemaakt zijn van staal, de rails. Daaronder liggen bielzen. Dit zijn grote balken waaraan de rails zijn vastgeschroefd. Zo blijven ze op de juiste afstand van elkaar liggen. Vroeger werden alle bielzen gemaakt van hout. Maar tegenwoordig heb je ook betonnen bielzen. Tussen en onder de bielzen ligt een dikke laag stenen. Die zorgt ervoor dat het spoor op zijn plek blijft liggen. Want het spoor mag natuurlijk niet verschuiven onder het enorme gewicht van een trein! Soms moet een trein van het ene spoor naar het andere spoor. Dan maakt de trein gebruik van wissels.
Spoorwegovergang
Op de plekken waar het spoor en wegen elkaar kruizen, liggen spoorwegovergangen. Bij een spoorwegovergang moet je goed opletten. Als de rode lichten beginnen te knipperen, de bel rinkelt gaan de spoorbomen dicht. De trein komt eraan. Je moet blijven wachten totdat de rode lichten gedoofd zijn. Er kan nog een trein komen. Vooral bij spoorwegovergangen met een dubbel spoor kunnen er meerdere treinen achter elkaar komen. Je kunt snel zien of er enkel spoort ligt of dubbel spoor aan de kruizen bij de spoorwegovergang. Deze kruizen heten Andreaskruizen. Een Andreaskruis betekent enkel spoor. Een dubbel Andreaskruis betekent dat er meer dan een spoor ligt.
auto´s wachten voor het spoor
Spoorwegmaatschappijen
Er zijn in Nederland verschillende bedrijven die treinen laten rijden. Het bekendste bedrijf is de NS (Nederlandse Spoorwegen). In het noorden van Nederland laat NoordNed en Arriva de treinen rijden. In De Achterhoek doet het bedrijf Syntus dit. Tussen Almelo en Mariënberg rijdt het bedrijf Connexxion. Connexxion rijdt ook tussen Amersfoort en Ede-Wageningen. In Limburg vind je ook een lijn met een trein naar Aken in Duitsland(Aachen). De trein heeft de naam Euregiobahn.
Het station
De trein stopt bij een station. Je hebt kleine stationnetjes waar maar één spoorlijn ligt. Je hebt ook grote stations. Op de grote stations vind je bijvoorbeeld winkels. Om er voor te zorgen dat treinreizigers de juiste trein nemen zijn er borden die hen de weg wijzen. Als je op het station komt zijn er een aantal regels waaraan je je moet houden. Zo mag je niet overal roken. Er zijn rookzones waar dat wel mag. De sigarettenpeuken moeten in een rookzuil. Op veel stations vind je ook monumenten waarmee mensen van de spoorwegen worden herdacht die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog.
Als je vragen hebt kun je op sommige stations gebruik maken van een informatiezuil. In deze zuil zit een computer waarop je informatie op kunt zoeken. Je kunt ook gebruik maken van de informatiebalie. Daar zit iemand van de spoorwegen achter die je vragen beantwoordt.
Als je met een rolstoel de trein in wilt gebruik je dit apparaat. Iemand van de spoorwegen helpt je dan.
Een groot perron is verdeeld in een aantal stukken. Zo bestaat dit perron uit een A-deel en een B-deel. Je moet opletten of je trein van het A-deel of B-deel vertrekt.
In de trein
In de trein moet je je ook netjes aan de regels houden. Je kunt soms met vier mensen bij elkaar zitten. Dat heet een carré.
Om het station
Als je met de trein ergens bent aangekomen kun je met een treintaxi of bus verder.
Kaartjes
Als je met de trein reist moet je een kaartje kopen. Je kunt verschillende soorten kaartjes kopen. Een enkeltje koop je als je tussen twee plaatsen wilt reizen. Een retourtje koop je als je tussen twee plaatsen heen en weer wilt reizen. Je kunt ook een abonnement nemen op de trein. Er zijn verschillende soorten abonnementen. Je kunt een abonnementskaart kopen waarmee je korting krijgt op een treinreis. Dit noem je een kortingskaart. Een maandkaart of een jaartrajectkaart koop je als je vaak dezelfde reis tussen twee plaatsen moet maken. Je kunt ook een OV-jaarkaart kopen. Hiermee kun je door heel Nederland reizen. Als je studeert heb je een OV-jaarkaart voor het weekend of voor de week (maandag tot en met vrijdag).
Er zijn ook kaarten waarmee je door de andere landen van Europa kunt reizen. Bijvoorbeeld Interrailkaart.
Stations in Nederland
Hieronder vind je een overzicht van stations in Nederland
Dit klopt niet meer. Je betaalt nu met een OV-chipkaart.
Afbeeldingen
- Kaartjesautomaat.JPG
kaartjesautomaat
- Trein01.JPG
trein
Externe links
Videolink
Spelletje
Vervoermiddelen | |||
---|---|---|---|
auto · autobus · boot / schip · bromfiets · fiets · elektrische fiets · handbike · helikopter · kabelbaan · koets · lift · luchtballon · metro · motorfiets · onderzeeboot · paard · parachute · rolstoel · ruimteschip · snorfiets · scheepslift · scooter · scootmobiel · segway · slee · ski's · step · tandem · tractor · trolleybus · tram · trein · vrachtwagen · vliegtuig · waterscooter |