Trein: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
  +
1. Inleiding
Een '''trein''' is een bijzonder voertuig omdat het uit meerdere stukjes bestaat namelijk een locomotief met wagons.
 
   
  +
Mijn werkstuk gaat over de trein. Ik heb dit als onderwerp gekozen omdat ik het prachtig vind om te zien hoe die grote rijtuigen over de rails rijden. Ook vind ik het interessant te weten en te vertellen wat er belangrijk is bij het treinverkeer.
Welke verschillende soorten treinen rijden in Nederland?<br>
 
   
  +
Er is heel veel te vertellen over de trein. In dit werkstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde:
In Nederland rijden veel verschillende soorten treinen. Sommige zijn kort, andere
 
langer. Er zijn treinen die alleen maar korte afstanden rijden en vaak stoppen,
 
de stoptreinen. De sneltreinen rijden langere stukken. Zij stoppen niet op elk station
 
en zijn dus sneller op het eindpunt.
 
   
  +
Ø De geschiedenis van de verschillende treinsoorten ;
==Soorten treinen==
 
* De Sprinter
 
Stoptrein, rijdt korte afstanden en kan snel
 
optrekken en afremmen. Daarom heet hij Sprinter.
 
   
  +
Ø De beveiliging van de spoorwegen ;
* De Buffel
 
Stoptrein, hij rijdt niet op [[elektriciteit]] maar heeft een dieselmotor aan boord.
 
   
  +
Ø Het personeel op de trein en op het station ;
*De Intercitydubbeldekker
 
Dubbeldekker, maar dan om langere afstanden mee te rijden.
 
   
  +
Ø Reizen per trein ;
* De Koploper
 
Intercitytrein met een hoge voorkant. Daardoor lijkt het alsof hij een ‘kop’ heeft. In de kop zitten deuren. Als twee koplopers samen een lange trein vormen, gaan de deuren open en kun je doorlopen van de ene koploper naar de volgende.
 
   
  +
Ø Sporen door mijn woonplaats (Apeldoorn) ;
*De Intercityrijtuigen
 
Treinen met een aparte locomotief. De rijtuigen waarin de reizigers zitten, hebben geen motor.
 
Een locomotief moet de rijtuigen voorttrekken.
 
   
  +
Ø Cijfers ;
* De ICE
 
Hogesnelheidstrein, kan heel snel rijden (300 kilometer per uur) en gaat naar Duitsland.
 
* De Thalys
 
[[Hogesnelheidstrein]], kan ook heel snel rijden (300 kilometer per uur) en gaat naar Frankrijk.
 
   
  +
Ø Informatie ;
   
  +
Ø Bronnen.
[[Afbeelding:Trein_046.jpg|250px|thumb|left|Een Buffel]]
 
[[Afbeelding:Trein_052.jpg|250px|thumb|left|Een Mat'64]]
 
[[Afbeelding:Trein_051.jpg|250px|thumb|left|Een koploper]]
 
   
   
  +
--------------------------------------------------------------------------------
<br clear="all" />
 
   
  +
2. Geschiedenis (van stoom tot stroom)
==Elektrische treinen==
 
De NS (Nederlandse Spoorwegen) rijdt grotendeels elektrisch. De treinen krijgen stroom van de bovenleidingen.
 
Dat zijn de draden die je boven het spoor ziet hangen.
 
Wil je hier nog meer over weten kijk dan naar dit filmpje van klokhuis [http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20050810.asf info over bovenleidingen]
 
<p>
 
   
  +
2a. De stoomtrein
[[Afbeelding:Trein_022.jpg|300px|thumb|left|bovenleiding]] [[Afbeelding:Trein_023.jpg|300px|thumb|left|trein maakt contact met de bovenleiding]]
 
<br clear="all" />
 
NS heeft ook nog wel
 
een aantal dieseltreinen. Dieseltreinen rijden niet op elektriciteit, maar op dieselolie. <br> Deze treinen rijden vooral op sporen zonder bovenleiding, maar ze kunnen natuurlijk ook op sporen rijden waar wel een bovenleiding is.
 
   
  +
In 1765 werd in Engeland de stoommachine uitgevonden om te gebruiken in fabrieken. In 1804 zette een Engelse uitvinder voor het eerst wielen onder de stoommachine. Dat was eigenlijk de eerste trein. In 1830 werd de eerste spoorlijn van de wereld geopend. Dat was ook in Engeland. Daarover reed de Rocket met een snelheid van 50 km. per uur.
==Het spoor==
 
Het spoor bestaat uit lange staven die gemaakt zijn van staal, de rails. Daaronder liggen bielzen. Dit zijn grote balken waaraan de rails zijn vastgeschroefd. Zo blijven ze op de juiste afstand van elkaar liggen. Vroeger werden alle bielzen gemaakt van hout.
 
Maar tegenwoordig heb je ook betonnen bielzen.
 
Tussen en onder de bielzen ligt een dikke laag stenen.
 
Die zorgt ervoor dat het spoor op zijn plek blijft liggen.
 
Want het spoor mag natuurlijk niet verschuiven onder het enorme gewicht van een trein!
 
Soms moet een trein van het ene spoor naar het andere spoor. Dan maakt de trein gebruik van wissels.
 
   
  +
Hoe werkt een stoomtrein?
[[Afbeelding:Trein_021.jpg|300px|left|thumb|wissels in het spoor]][[Afbeelding:Trein_032.jpg|300px|left|thumb|het spoor]]
 
<br clear="all" />
 
   
  +
In de stoomketel zit water. Met hout, steenkool of stookolie wordt een vuur gestookt. Dat was de taak van de stoker. Dat was zwaar werk, want die moest tijdens de reis steeds het vuur aanhouden. Het vuur brengt het water aan de kook en daardoor ontstaat stoom. Als er steeds meer stoom bijkomt ontstaat er druk. Denk maar eens aan een fluitketel als het water kookt. De stoom van de stoomtrein gaat door pijpen naar een zuiger. Aan die zuiger zit een stang vast en die laat de wielen ronddraaien.
==Spoorwegovergang==
 
Op de plekken waar het spoor en wegen elkaar kruizen, liggen spoorwegovergangen. Bij een spoorwegovergang moet je goed opletten. Als de rode lichten beginnen te knipperen, de bel rinkelt gaan de spoorbomen dicht. De trein komt eraan. Je moet blijven wachten totdat de rode lichten gedoofd zijn. Er kan nog een trein komen. Vooral bij spoorwegovergangen met een dubbel spoor kunnen er meerdere treinen achter elkaar komen.
 
Je kunt snel zien of er enkel spoort ligt of dubbel spoor aan de kruizen bij de spoorwegovergang. Deze kruizen heten Andreaskruizen. Een Andreaskruis betekent enkel spoor. Een dubbel Andreaskruis betekent dat er meer dan een spoor ligt.
 
   
  +
Verder met de geschiedenis van de (stoom)trein ….
<gallery>
 
Afbeelding:Trein_026.jpg|rode lichten
 
Afbeelding:Trein_035.jpg|[[auto]]´s wachten voor het spoor
 
Afbeelding:Trein_036.jpg|trein raast voorbij
 
   
  +
Op 20 september 1839 reed in Nederland de eerste stoomtrein (‘De Arend’) van Amsterdam naar Haarlem, met een snelheid van 38 km. per uur. De trein was vooral belangrijk voor het vervoer van goederen. Er waren toen nog geen auto’s, dus ook geen vrachtauto’s. Toen er later, na 1920, vrachtauto’s kwamen, kregen de spoorwegen het erg moeilijk. Toch ging men door met het maken van zwaardere en snellere stoomlocomotieven. De hoogste snelheid van een stoomtrein werd bereikt in 1938: 202 km. per uur. In 1932 werd besloten geen stoomlocomotieven meer te laten bouwen.
Afbeelding:Trein_031.jpg|wachten tot de rode lichten gedoofd zijn
 
Afbeelding:Trein_038.jpg|enkel spoor
 
Afbeelding:Trein_037.jpg|Andreaskruis bij enkel spoor
 
   
  +
In 1958 verdween de laatste stoomlocomotief. De stoomtreinen die nu nog rijden zijn er alleen voor toeristen. Dat geldt ook voor de stoomtrein die vanaf het station in Apeldoorn langs Lieren, Beekbergen, Loenen en Eerbeek naar Dieren rijdt.
Afbeelding:Trein_033.jpg|dubbel Andreaskruis
 
</gallery>
 
   
  +
2b. De dieseltrein
==Spoorwegmaatschappijen==
 
Er zijn in Nederland verschillende bedrijven die treinen laten rijden. Het bekendste bedrijf is de NS (Nederlandse Spoorwegen). In het noorden van Nederland laat NoordNed en Arriva de treinen rijden. In [[De Achterhoek]] doet het bedrijf Syntus dit. Tussen [[Almelo]] en [[Mariënberg]] rijdt het bedrijf Connexxion. Connexxion rijdt ook tussen [[Amersfoort]] en [[Ede-Wageningen]]. In Limburg vind je ook een lijn met een trein naar Aken in Duitsland(Aachen). De trein heeft de naam Eu''regio''bahn.
 
[[Afbeelding:Trein_007.jpg|300px|left|thumb|station van de NS]]
 
[[Afbeelding:Trein_arriva01.jpg||250px|left|thumb|Trein van Arriva]]
 
[[Afbeelding:Trein_arriva02.jpg||250px|left|thumb|Trein van Arriva]]
 
<br clear="all" />
 
[[Afbeelding:trein_065.JPG|300px|left|thumb|Trein van Connexxion op station [[Amersfoort]]]]
 
[[Afbeelding:trein_066.JPG|300px|left|thumb|Trein van Connexxion]]
 
[[Afbeelding:trein_067.JPG|300px|left|thumb|Trein van Connexxion]]
 
[[Afbeelding:Trein_euregieobahn.JPG|300px|left|thumb|Trein van Eu''regio''bahn]]
 
   
  +
In 1934 reed de eerste dieseltrein in Nederland, van Amsterdam naar Arnhem. Een dieseltrein gebruikt dieselolie als brandstof. Een dieselmotor maakt stroom, waardoor de elektromotoren kunnen werken. Daarom zijn er geen bovenleidingen nodig. Er rijden nu nog steeds dieseltreinen. Ook van Apeldoorn naar Zutphen. Dieseltreinen worden meestal gebruikt als stoptrein. Dat is een trein die een route rijdt van een plaats naar een andere plaats en op alle stations stopt, die hij onderweg tegenkomt.
<br clear="all" />
 
   
  +
2c. De elektrische trein
==Het station==
 
De trein stopt bij een [[station]]. Je hebt kleine stationnetjes waar maar één spoorlijn ligt. Je hebt ook grote stations. Op de grote stations vind je bijvoorbeeld winkels. Om er voor te zorgen dat treinreizigers de juiste trein nemen zijn er borden die hen de weg wijzen. Als je op het station komt zijn er een aantal regels waaraan je je moet houden. Zo mag je niet overal roken. Er zijn rookzones waar dat wel mag. De sigarettenpeuken moeten in een rookzuil.
 
Op veel stations vind je ook monumenten waarmee mensen van de spoorwegen worden herdacht die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog.
 
   
  +
De eerste elektrische trein reed in Nederland in 1908 tussen Rotterdam en Scheveningen. Men ontdekte dat elektrische treinen goedkoper en schoner zijn dan stoomtreinen. Ze rijden op stroom, via de bovenleidingen. Ze kunnen 180 km. per uur rijden, maar mogen in Nederland niet sneller dan 140 km. per uur. Elektrische treinen worden vaak gebruikt als intercity-trein. Dat is een trein die niet op alle stations stopt, maar alleen op de grotere stations. ‘Intercity’ bestaat uit ‘Inter’ (betekent ‘tussen’) en ‘city’ (stad).
<gallery>
 
Afbeelding:Trein_042.jpg|De huisregels van het station
 
Afbeelding:Trein_008.jpg|overzichtsbord met de vertrekkende treinen
 
Afbeelding:Trein_011.jpg|tickets en service; hier kun je een kaartje kopen
 
   
  +
Ook de elektrische trein krijgt steeds vernieuwingen en verbeteringen. Zo rijden er nu de dubbeldekker en hogesnelheidstrein.
Afbeelding:Trein_010.jpg|als je een kaartje zonder datum hebt gekocht, [[stempel]] je het hier af
 
Afbeelding:Trein_012.jpg|[[wc]]
 
Afbeelding:Trein_013.jpg|wegwijsborden naar de sporen
 
   
  +
2d. De hogesnelheidstrein
Afbeelding:Trein_014.jpg|vetrekbord op het perron
 
Afbeelding:Trein_015.jpg|met de [[lift]] naar het perron
 
Afbeelding:Trein_017.jpg|eindbestemming op de trein
 
   
  +
Hogesnelheidstreinen bestaan buiten Europa al ongeveer 40 jaar. In Japan reden de eerste supersnelle elektrische treinen. We spreken pas van een hogesnelheidstrein als de trein meer dan 200 km. per uur rijdt.
[[Afbeelding:Trein_018.jpg|wagon voor de tweede klas
 
  +
De hogesnelheidstrein in Frankrijk heet de TGV. Dat betekent: Train à Grande Vitesse (= trein met hoge snelheid). Die rijdt met een snelheid van meer dan 300 km. per uur. De reizigers zitten in vliegtuigstoelen.
   
  +
In Duitsland rijdt sinds 1991 ook de hogesnelheidstrein, de ICE. Dat betekent InterCity Express. Deze trein rijdt met een snelheid van 250 km. per uur.
Afbeelding:Trein_019.jpg|wagon voor de eerste klas
 
  +
Ook in Nederland rijdt een hogesnelheidstrein: de Thalys. Die rijdt van Amsterdam naar Parijs. Die rijdt nog over gewoon spoor, en daarom ‘maar’ 160 km. Als de nieuwe hogesnelheidslijn klaar is, in 2005, gaat die ook in Nederland 300 km. rijden.
Afbeelding:Trein_060.jpg|Een rookzone
 
  +
Alle hogesnelheidstreinen rijden over veel rechte rails met af en toe alleen flauwe bochten. Anders zouden ze uit de bocht vliegen.
Afbeelding:Trein_020.jpg|rookzone
 
</gallery>
 
[[Afbeelding:Monument_station_leeuwarden.JPG|200px|left|thumb|Een monument]]
 
<br clear="all" />
 
   
  +
   
  +
--------------------------------------------------------------------------------
   
  +
3. Beveiliging
Als je vragen hebt kun je op sommige stations gebruik maken van een informatiezuil. In deze zuil zit een computer waarop je informatie op kunt zoeken. Je kunt ook gebruik maken van de informatiebalie. Daar zit iemand van de spoorwegen achter die je vragen beantwoordt.
 
   
  +
3a. Seinen
[[Afbeelding:Trein_043.jpg|300px|left|thumb|Een informatiezuil]]
 
[[Afbeelding:Trein_064.jpg|300px|left|thumb|Een informatiebalie]]
 
<br clear="all" />
 
Als je met een rolstoel de trein in wilt gebruik je dit apparaat. Iemand van de spoorwegen helpt je dan.
 
[[Afbeelding:Trein_062.jpg|300px|left|thumb|Apparaat voor de rolstoel]]
 
<br clear="all" />
 
Een groot perron is verdeeld in een aantal stukken. Zo bestaat dit perron uit een A-deel en een B-deel. Je moet opletten of je trein van het A-deel of B-deel vertrekt.
 
[[Afbeelding:Trein_053.jpg|300px|left|thumb|Perron 1B]]
 
[[Afbeelding:Trein_054.jpg|300px|left|thumb|Perron 1A]]
 
<br clear="all" />
 
   
  +
De machinisten van de eerste treinen moesten letten op baanwachters. Dat waren mensen die om de 800 m. langs het spoor stonden met vlaggen. De witte vlag omhoog betekende: veilig, dus doorrijden. De rode vlag betekende: direct stoppen.
==In de trein==
 
  +
Later kwamen er seinpalen, die ook wel armseinen werden genoemd. Ook die waren wit en rood. De seinhuiswachters zetten in hun seinhuis met handels (ijzeren stangen met handgrepen) via stalen kabels de seinen goed. Dat ging ook zo met de wissels. Na 1945 kwamen er elektrische seinen, met witte en rode lampen. Die worden bediend door centrale verkeersleidingsposten, nu vaak door computers.
In de trein moet je je ook netjes aan de regels houden. Je kunt soms met vier mensen bij elkaar zitten. Dat heet een carré.
 
<gallery>
 
Afbeelding:Trein_048.jpg|Regels voor in de trein
 
Afbeelding:Trein_050.jpg|De Noodrem
 
Afbeelding:Trein_049.jpg|Knoppen om de deuren te sluiten en openen
 
Afbeelding:Trein_039.jpg|Een carré
 
Afbeelding:Trein_055.jpg|Een carré
 
Afbeelding:Trein_056.jpg|Nummers boven de tussenschuifdeuren
 
Afbeelding:Trein_047.jpg|Je mag in de trein de fiets meenemen
 
</gallery>
 
   
  +
3b. Spoorwegovergangen
==Om het station==
 
Als je met de trein ergens bent aangekomen kun je met een treintaxi of bus verder.
 
[[Afbeelding:Trein_040.jpg|200px|left|thumb|De treintaxi]]
 
[[Afbeelding:Trein_059.jpg|300px|left|thumb|Verder met de bus]]
 
<br clear="all" />
 
   
  +
De spoorwegovergangen werden eerst beveiligd met een hek over de hele weg. De overwegwachters bedienden die. Nog voor 1940 kwam de eerste AKI. Dat betekent: Automatische Knipperlicht Installatie. Ook deze heeft 1 witte lamp en 2 rode lampen. Nog later kwam de AHOB, die ook nu nog bij de spoorwegovergangen staan. AHOB betekent: Automatische Halve Overweg Bomen. De AHOB heeft 2 rode lampen. En een bel.
==Kaartjes==
 
Als je met de trein reist moet je een kaartje kopen. Je kunt verschillende soorten kaartjes kopen. Een enkeltje koop je als je tussen twee plaatsen wilt reizen. Een retourtje koop je als je tussen twee plaatsen heen en weer wilt reizen. Je kunt ook een abonnement nemen op de trein. Er zijn verschillende soorten abonnementen. Je kunt een abonnementskaart kopen waarmee je korting krijgt op een treinreis. Dit noem je een kortingskaart.
 
Een maandkaart of een jaartrajectkaart koop je als je vaak dezelfde reis tussen twee plaatsen moet maken. Je kunt ook een OV-jaarkaart kopen. Hiermee kun je door heel Nederland reizen. Als je studeert heb je een OV-jaarkaart voor het weekend of voor de week (maandag tot en met vrijdag).
 
   
Er zijn ook kaarten waarmee je door de andere landen van Europa kunt reizen. Bijvoorbeeld Interrailkaart.
 
   
  +
--------------------------------------------------------------------------------
==Stations in Nederland==
 
Hieronder vind je een overzicht van stations in Nederland
 
[[Afbeelding:Trein_057.jpg|300px|left|thumb|Station Emmen]]
 
[[Afbeelding:Trein_041.jpg|200px|left|thumb|Station Zwolle]]
 
[[Afbeelding:Station_leeuwarden.JPG|200px|left|thumb|Station Leeuwarden]]
 
<br clear="all" />
 
[[Afbeelding:Station_alkmaar.JPG|200px|left|thumb|Station Alkmaar]]
 
[[Afbeelding:Station_middelburg.JPG|200px|left|thumb|Station Middelburg]]
 
[[Afbeelding:Station_roosendaal.JPG|200px|left|thumb|Station Roosendaal]]
 
<br clear="all" />
 
   
  +
4. Personeel
==Afbeeldingen==
 
   
  +
In de trein werken de machinist en de conducteur.
<gallery>
 
Afbeelding:Kaartjesautomaat.JPG| kaartjesautomaat
 
Afbeelding:Vertrekbord.JPG| vertrekbord
 
Afbeelding:Trein01.JPG| trein
 
</gallery>
 
   
  +
De machinist zorgt ervoor dat de trein rijdt. Hij moet proberen dat op tijd te doen, zoals de dienstregeling dat aangeeft. Verder moet hij alle seinen en lampjes in de cabine goed in de gaten houden. Daarmee moet hij rekening houden. Hij bepaalt de snelheid van de trein. Een trein heeft géén stuur, dus hij hoeft niet te sturen. Wissels zorgen ervoor dat de trein op de juiste rails rijden. Die wissels worden vanuit centrale verkeersleidingsposten met computers geregeld.
==Externe links==
 
* [http://www.ns.nl website NS]
 
* [http://weetje-trein.yurls.net/ Weetje trein]
 
   
  +
De machinist mag geen enkel foutje maken. Dat kan hele vervelende gevolgen hebben voor al die reizigers in de trein. Denk maar eens aan de treinongelukken die we weleens op het journaal of in de krant hebben gezien. In de cabine is een speciale knop, de ‘dodemansknop’. Die moet de machinist steeds indrukken. Als hij deze loslaat (dat kan gebeuren als hij bijvoorbeeld flauw valt) stopt de trein automatisch. Dit is bedacht om ongelukken te voorkomen.
==Videolink==
 
* [http://player.omroep.nl/?aflID=3903514 Klokhuisfilmpje over de treinmachinist]
 
* [http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20060127.asf Klokhuisfilmpje over de spoorlijn (vraag 2)]
 
* [http://weetje-trein.yurls.net/ Weetje trein]
 
   
  +
De trein mag niet eerder van een station vertrekken voordat de conducteur daarvoor een teken heeft gegeven. Hij blaast dan meestal op zijn fluitje. En met zijn armen geeft hij ook een teken. Als de trein eenmaal rijdt controleert de conducteur of iedereen een geldig kaartje heeft. Ook geeft hij informatie aan reizigers in de trein die vragen hebben over de route die zij moeten afleggen. Als je machinist of conducteur wilt worden moet je veel testen doen om te kijken of je daarvoor wel geschikt bent. Als dat zo is krijg je een speciale opleiding.
   
  +
Er werken ook mensen bij de Nederlandse Spoorwegen die niet in de trein zijn, maar op het station.
   
  +
De mensen die treinen aan elkaar koppelen (of weer van elkaar losmaken) heten rangeerders. Ze hebben vesten of jassen aan met felle kleuren en een helm op het hoofd.
   
  +
De perronopzichter moet ervoor zorgen dat het treinverkeer bij een station goed verloopt. Hij staat steeds in verbinding met conducteurs en machinisten. Je herkent de perronopzichter aan de rode pet. Verder werken er mensen op spoorwegverkeerscentra en in stationgebouwen.
   
   
  +
--------------------------------------------------------------------------------
   
  +
5. Reizen per trein
<!-- HET VOLGENDE LATEN STAAN, AUB -->
 
  +
[[Categorie:Woordenschat]]
 
  +
5a. Reisinformatie
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep1]]
 
  +
[[Categorie:Openbaar Vervoer]]
 
  +
Als je wilt weten
[[Categorie: Railtransport]]
 
  +
  +
Ø welke route je moet reizen ;
  +
  +
Ø hoe laat de trein vertrekt en aankomt ;
  +
  +
Ø hoeveel je treinkaartje kost
  +
  +
kun je dat:
  +
  +
Ø lezen op de informatieborden op stations ;
  +
  +
Ø lezen in het NS-spoorboekje ;
  +
  +
Ø lezen op de computer, met de NS Reisplanner ;
  +
  +
Ø lezen op internet (op de website van het openbaar vervoer = www.ov9292.nl) ;
  +
  +
Ø opvragen via het telefoonnummer voor inlichtingen over het openbaar vervoer: 0900-9292 ;
  +
  +
Ø vragen aan de baliemedewerker aan het loket op het station ;
  +
  +
Ø vragen aan de conducteur.
  +
  +
5b. Stoptreinen en intercity-treinen
  +
  +
Dit zijn geen andere treinen dan dieseltreinen en elektrische treinen.
  +
  +
Een stoptrein is een trein die een route rijdt van een plaats naar een andere plaats en op alle stations stopt, die hij onderweg tegenkomt. Vaak wordt hiervoor een dieseltrein gebruikt. Een intercity-trein is een trein niet op alle stations stopt, maar alleen op de grotere stations. Het woord ‘Intercity’ bestaat uit: ‘Inter’ (betekent ‘tussen’) en ‘city’ (stad). Vooral elektrische treinen worden als intercity-trein gebruikt.
  +
  +
5c. Kaartverkoop - 2e en 1e klas
  +
  +
Een treinkaartje moet je kopen op het station. Dat kan aan het loket, maar ook bij een automaat. Je kunt een kaartje kopen voor een enkele reis. Als je dezelfde dag terug gaat, is het goedkoper een dagretourtje te kopen.
  +
  +
De prijs van een kaartje hangt af van:
  +
  +
Ø de reisafstand ;
  +
  +
Ø de klasse: 2e klas is goedkoper dan 1e klas. 2e klas kun je ‘standaard’ noemen. 1e klas treinstellen zijn van binnen
  +
  +
mooier, luxer. Op de treinstellen staat een groot cijfer 1 of 2;
  +
  +
daar kun je aan zien of het eerste of tweede klas is.
  +
  +
Vroeger was er ook nog een 3e klas, heel eenvoudig dus
  +
  +
ingericht.
  +
  +
Een speciaal treinkaartje voor kinderen is de railrunner. Als je niet ouder bent dan 11 jaar mag je een railrunner kopen. Die kost maar ε 1,--. Dat mag alleen als je meereist met iemand die een gewoon treinkaartje heeft. Kinderen tot 4 jaar mogen gratis meereizen.
  +
  +
Als je vaak moet reizen is het goedkoper een abonnement te nemen. Er zijn verschillende soorten abonnementen. Een jaarkaart, een jaartraject­kaart, een maandkaart, een maandtrajectkaart en nog veel meer. Er zijn abonnementen voor het reizen per trein, maar ook voor alle vormen van openbaar vervoer, dus ook voor de trein èn bus.
  +
  +
  +
--------------------------------------------------------------------------------
  +
  +
6. Sporen door Apeldoorn
  +
  +
Voor het eerst kreeg Apeldoorn een spoorlijn in 1876. Die was een on­derdeel van de Oosterspoorlijn, die begon in Amsterdan en langs Amers­foort en Apeldoorn naar Zutphen ging. Dat was heel belangrijk voor de fabrieken in Apeldoorn. Zutphen ligt aan de rivier de IJssel en daar was toen veel vrachtscheepvaart. De hoogte bij Assel was voor de stoker en de machinist niet prettig. Stokers moesten er steeds letten dat vonken niet oversprongen naar de bossen van de Veluwe en de machinist kon met de trein ergens op een heuvel blijven steken. Als dat gebeurde moest de trein terug en opnieuw proberen met een nieuwe aanloop de heuvel over te komen.
  +
  +
In Paleis ‘t Loo woonde Koning Willem III, de overgrootvader van Koning­in Beatrix. In 1887 werd er een spoorlijn aangelegd vanaf het Apeldoorns station naar het paleis. Die spoorlijn werd doorgetrokken naar Zwolle. Sinds 1950 werd deze route weer gesloten voor reizigers. In december 2002 stond in de krant dat een Apeldoornse wethouder gaat proberen opnieuw een spoorlijn naar Zwolle aan te leggen! In 1888 kreeg Apeldoorn een spoorverbinding met Deventer en Almelo. Nu is het mogelijk om Nederland van oost naar west (en omgekeerd) helemaal per trein door te reizen. Van Enschede naar Schiphol en omge­keerd. En Enschede heeft weer verbinding met Duitsland, dus we zien op deze route ook weleens Duitse treinen. Die stoppen niet in Apeldoorn.
  +
  +
Ook was er een spoorverbinding naar Dieren. Die was vooral bedoeld voor vrachttreinen. Er staan veel fabrieken langs deze spoorlijn. De vracht kon worden overgeladen naar vrachtschepen op de IJssel. Er waren veel fabrieken langs de spoorlijn. Het spoor ligt er nog. Daarover rijdt de stoomtrein voor toeristen.
  +
  +
  +
--------------------------------------------------------------------------------
  +
  +
7. Cijfers
  +
  +
In Nederland ligt 3200 km. spoorbaan en er zijn 376 stations. Er zijn ongeveer 3340 machinisten in Nederland en 2220 conducteurs.
  +
  +
Iedere dag:
  +
  +
Ø reizen bijna een miljoen mensen met de trein door Nederland ;
  +
  +
Ø rijden er ongeveer 5000 treinen door Nederland.
  +
  +
  +
--------------------------------------------------------------------------------
  +
  +
8. Meer informatie
  +
  +
Als je meer wilt weten over treinen kun je informatie opvragen bij de Nederlandse Spoorwegen. Dat heb ik ook gedaan. Het is ook heel leuk om naar het Spoorwegmuseum in Utrecht te gaan. Je ziet daar ook veel echte stoomtreinen van vroeger, ook ‘De Arend’. Je leert er ook nog eens veel van. Je moet wel een poos geduld hebben, want tot 2005 is het Spoorwegmuseum gesloten, omdat het wordt verbouwd.
  +
  +
Website van de Nederlandse Spoorwegen: www.ns.nl
  +
Website van het Spoorwegmuseum: www.spoorwegmuseum.nl
  +
  +
  +
--------------------------------------------------------------------------------
  +
  +
9. Bronnen
  +
  +
Uit de volgende boeken heb ik informatie gehaald:
  +
  +
Ø ‘Treinen’ (serie ‘Ooggetuigen’), geschreven door John Coiley (Eng­eland), vertaald door Willem Oorthuizen. Uitgegeven in 1993 door Van Holkema & Warendorf, Houten.
  +
  +
Ø ‘De Nederlandse Spoorwegen’ (Lantaarn-reeks, deel 150), geschreven door de Stichting Onderwijs en Samenwerking. Uitgegeven in 1989 door Uitgeverij Kok, Kampen.
  +
  +
Ø ‘De snelste treinen’ (Junior Informatie, reeks N7, deel N147), geschreven door Ineke van Kasteren. Uitgegeven in 1997 door Educatieve Partners Nederland, Houten.
  +
  +
Ø ‘Hogesnelheidstreinen’ (Informatie, reeks N4, nr. N99), geschreven door Freddie van Hees. Uitgegeven in 1994 door Uitgeverij De Ruiter, Houten.
  +
  +
Ø Museumgids van het Spoorwegmuseum.
  +
  +
Ø Informatieboekjes en folders van de Nederlandse Spoorwegen, aangevraagd via Klantenservice en de Onderwijslijn.
  +
  +
Verder heb ik via internet de website van het Spoorwegmuseum bekeken (http://www.spoorwegmuseum.nl ). Ook heb ik een paar aantekeningen gemaakt tijdens het bezoek aan het Spoorwegmuseum op 26 oktober 2002.

Versie van 5 feb 2011 09:53

1. Inleiding

Mijn werkstuk gaat over de trein. Ik heb dit als onderwerp gekozen omdat ik het prachtig vind om te zien hoe die grote rijtuigen over de rails rijden. Ook vind ik het interessant te weten en te vertellen wat er belangrijk is bij het treinverkeer.

Er is heel veel te vertellen over de trein. In dit werkstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde:

Ø De geschiedenis van de verschillende treinsoorten ;

Ø De beveiliging van de spoorwegen ;

Ø Het personeel op de trein en op het station ;

Ø Reizen per trein ;

Ø Sporen door mijn woonplaats (Apeldoorn) ;

Ø Cijfers ;

Ø Informatie ;

Ø Bronnen.



2. Geschiedenis (van stoom tot stroom)

2a. De stoomtrein

In 1765 werd in Engeland de stoommachine uitgevonden om te gebruiken in fabrieken. In 1804 zette een Engelse uitvinder voor het eerst wielen onder de stoommachine. Dat was eigenlijk de eerste trein. In 1830 werd de eerste spoorlijn van de wereld geopend. Dat was ook in Engeland. Daarover reed de Rocket met een snelheid van 50 km. per uur.

Hoe werkt een stoomtrein?

In de stoomketel zit water. Met hout, steenkool of stookolie wordt een vuur gestookt. Dat was de taak van de stoker. Dat was zwaar werk, want die moest tijdens de reis steeds het vuur aanhouden. Het vuur brengt het water aan de kook en daardoor ontstaat stoom. Als er steeds meer stoom bijkomt ontstaat er druk. Denk maar eens aan een fluitketel als het water kookt. De stoom van de stoomtrein gaat door pijpen naar een zuiger. Aan die zuiger zit een stang vast en die laat de wielen ronddraaien.

Verder met de geschiedenis van de (stoom)trein ….

Op 20 september 1839 reed in Nederland de eerste stoomtrein (‘De Arend’) van Amsterdam naar Haarlem, met een snelheid van 38 km. per uur. De trein was vooral belangrijk voor het vervoer van goederen. Er waren toen nog geen auto’s, dus ook geen vrachtauto’s. Toen er later, na 1920, vrachtauto’s kwamen, kregen de spoorwegen het erg moeilijk. Toch ging men door met het maken van zwaardere en snellere stoomlocomotieven. De hoogste snelheid van een stoomtrein werd bereikt in 1938: 202 km. per uur. In 1932 werd besloten geen stoomlocomotieven meer te laten bouwen.

In 1958 verdween de laatste stoomlocomotief. De stoomtreinen die nu nog rijden zijn er alleen voor toeristen. Dat geldt ook voor de stoomtrein die vanaf het station in Apeldoorn langs Lieren, Beekbergen, Loenen en Eerbeek naar Dieren rijdt.

2b. De dieseltrein

In 1934 reed de eerste dieseltrein in Nederland, van Amsterdam naar Arnhem. Een dieseltrein gebruikt dieselolie als brandstof. Een dieselmotor maakt stroom, waardoor de elektromotoren kunnen werken. Daarom zijn er geen bovenleidingen nodig. Er rijden nu nog steeds dieseltreinen. Ook van Apeldoorn naar Zutphen. Dieseltreinen worden meestal gebruikt als stoptrein. Dat is een trein die een route rijdt van een plaats naar een andere plaats en op alle stations stopt, die hij onderweg tegenkomt.

2c. De elektrische trein

De eerste elektrische trein reed in Nederland in 1908 tussen Rotterdam en Scheveningen. Men ontdekte dat elektrische treinen goedkoper en schoner zijn dan stoomtreinen. Ze rijden op stroom, via de bovenleidingen. Ze kunnen 180 km. per uur rijden, maar mogen in Nederland niet sneller dan 140 km. per uur. Elektrische treinen worden vaak gebruikt als intercity-trein. Dat is een trein die niet op alle stations stopt, maar alleen op de grotere stations. ‘Intercity’ bestaat uit ‘Inter’ (betekent ‘tussen’) en ‘city’ (stad).

Ook de elektrische trein krijgt steeds vernieuwingen en verbeteringen. Zo rijden er nu de dubbeldekker en hogesnelheidstrein.

2d. De hogesnelheidstrein

Hogesnelheidstreinen bestaan buiten Europa al ongeveer 40 jaar. In Japan reden de eerste supersnelle elektrische treinen. We spreken pas van een hogesnelheidstrein als de trein meer dan 200 km. per uur rijdt. De hogesnelheidstrein in Frankrijk heet de TGV. Dat betekent: Train à Grande Vitesse (= trein met hoge snelheid). Die rijdt met een snelheid van meer dan 300 km. per uur. De reizigers zitten in vliegtuigstoelen.

In Duitsland rijdt sinds 1991 ook de hogesnelheidstrein, de ICE. Dat betekent InterCity Express. Deze trein rijdt met een snelheid van 250 km. per uur. Ook in Nederland rijdt een hogesnelheidstrein: de Thalys. Die rijdt van Amsterdam naar Parijs. Die rijdt nog over gewoon spoor, en daarom ‘maar’ 160 km. Als de nieuwe hogesnelheidslijn klaar is, in 2005, gaat die ook in Nederland 300 km. rijden. Alle hogesnelheidstreinen rijden over veel rechte rails met af en toe alleen flauwe bochten. Anders zouden ze uit de bocht vliegen.



3. Beveiliging

3a. Seinen

De machinisten van de eerste treinen moesten letten op baanwachters. Dat waren mensen die om de 800 m. langs het spoor stonden met vlaggen. De witte vlag omhoog betekende: veilig, dus doorrijden. De rode vlag betekende: direct stoppen. Later kwamen er seinpalen, die ook wel armseinen werden genoemd. Ook die waren wit en rood. De seinhuiswachters zetten in hun seinhuis met handels (ijzeren stangen met handgrepen) via stalen kabels de seinen goed. Dat ging ook zo met de wissels. Na 1945 kwamen er elektrische seinen, met witte en rode lampen. Die worden bediend door centrale verkeersleidingsposten, nu vaak door computers.

3b. Spoorwegovergangen

De spoorwegovergangen werden eerst beveiligd met een hek over de hele weg. De overwegwachters bedienden die. Nog voor 1940 kwam de eerste AKI. Dat betekent: Automatische Knipperlicht Installatie. Ook deze heeft 1 witte lamp en 2 rode lampen. Nog later kwam de AHOB, die ook nu nog bij de spoorwegovergangen staan. AHOB betekent: Automatische Halve Overweg Bomen. De AHOB heeft 2 rode lampen. En een bel.



4. Personeel

In de trein werken de machinist en de conducteur.

De machinist zorgt ervoor dat de trein rijdt. Hij moet proberen dat op tijd te doen, zoals de dienstregeling dat aangeeft. Verder moet hij alle seinen en lampjes in de cabine goed in de gaten houden. Daarmee moet hij rekening houden. Hij bepaalt de snelheid van de trein. Een trein heeft géén stuur, dus hij hoeft niet te sturen. Wissels zorgen ervoor dat de trein op de juiste rails rijden. Die wissels worden vanuit centrale verkeersleidingsposten met computers geregeld.

De machinist mag geen enkel foutje maken. Dat kan hele vervelende gevolgen hebben voor al die reizigers in de trein. Denk maar eens aan de treinongelukken die we weleens op het journaal of in de krant hebben gezien. In de cabine is een speciale knop, de ‘dodemansknop’. Die moet de machinist steeds indrukken. Als hij deze loslaat (dat kan gebeuren als hij bijvoorbeeld flauw valt) stopt de trein automatisch. Dit is bedacht om ongelukken te voorkomen.

De trein mag niet eerder van een station vertrekken voordat de conducteur daarvoor een teken heeft gegeven. Hij blaast dan meestal op zijn fluitje. En met zijn armen geeft hij ook een teken. Als de trein eenmaal rijdt controleert de conducteur of iedereen een geldig kaartje heeft. Ook geeft hij informatie aan reizigers in de trein die vragen hebben over de route die zij moeten afleggen. Als je machinist of conducteur wilt worden moet je veel testen doen om te kijken of je daarvoor wel geschikt bent. Als dat zo is krijg je een speciale opleiding.

Er werken ook mensen bij de Nederlandse Spoorwegen die niet in de trein zijn, maar op het station.

De mensen die treinen aan elkaar koppelen (of weer van elkaar losmaken) heten rangeerders. Ze hebben vesten of jassen aan met felle kleuren en een helm op het hoofd.

De perronopzichter moet ervoor zorgen dat het treinverkeer bij een station goed verloopt. Hij staat steeds in verbinding met conducteurs en machinisten. Je herkent de perronopzichter aan de rode pet. Verder werken er mensen op spoorwegverkeerscentra en in stationgebouwen.



5. Reizen per trein

5a. Reisinformatie

Als je wilt weten

Ø welke route je moet reizen ;

Ø hoe laat de trein vertrekt en aankomt ;

Ø hoeveel je treinkaartje kost

kun je dat:

Ø lezen op de informatieborden op stations ;

Ø lezen in het NS-spoorboekje ;

Ø lezen op de computer, met de NS Reisplanner ;

Ø lezen op internet (op de website van het openbaar vervoer = www.ov9292.nl) ;

Ø opvragen via het telefoonnummer voor inlichtingen over het openbaar vervoer: 0900-9292 ;

Ø vragen aan de baliemedewerker aan het loket op het station ;

Ø vragen aan de conducteur.

5b. Stoptreinen en intercity-treinen

Dit zijn geen andere treinen dan dieseltreinen en elektrische treinen.

Een stoptrein is een trein die een route rijdt van een plaats naar een andere plaats en op alle stations stopt, die hij onderweg tegenkomt. Vaak wordt hiervoor een dieseltrein gebruikt. Een intercity-trein is een trein niet op alle stations stopt, maar alleen op de grotere stations. Het woord ‘Intercity’ bestaat uit: ‘Inter’ (betekent ‘tussen’) en ‘city’ (stad). Vooral elektrische treinen worden als intercity-trein gebruikt.

5c. Kaartverkoop - 2e en 1e klas

Een treinkaartje moet je kopen op het station. Dat kan aan het loket, maar ook bij een automaat. Je kunt een kaartje kopen voor een enkele reis. Als je dezelfde dag terug gaat, is het goedkoper een dagretourtje te kopen.

De prijs van een kaartje hangt af van:

Ø de reisafstand ;

Ø de klasse: 2e klas is goedkoper dan 1e klas. 2e klas kun je ‘standaard’ noemen. 1e klas treinstellen zijn van binnen

mooier, luxer. Op de treinstellen staat een groot cijfer 1 of 2;

daar kun je aan zien of het eerste of tweede klas is.

Vroeger was er ook nog een 3e klas, heel eenvoudig dus

ingericht.

Een speciaal treinkaartje voor kinderen is de railrunner. Als je niet ouder bent dan 11 jaar mag je een railrunner kopen. Die kost maar ε 1,--. Dat mag alleen als je meereist met iemand die een gewoon treinkaartje heeft. Kinderen tot 4 jaar mogen gratis meereizen.

Als je vaak moet reizen is het goedkoper een abonnement te nemen. Er zijn verschillende soorten abonnementen. Een jaarkaart, een jaartraject­kaart, een maandkaart, een maandtrajectkaart en nog veel meer. Er zijn abonnementen voor het reizen per trein, maar ook voor alle vormen van openbaar vervoer, dus ook voor de trein èn bus.



6. Sporen door Apeldoorn

Voor het eerst kreeg Apeldoorn een spoorlijn in 1876. Die was een on­derdeel van de Oosterspoorlijn, die begon in Amsterdan en langs Amers­foort en Apeldoorn naar Zutphen ging. Dat was heel belangrijk voor de fabrieken in Apeldoorn. Zutphen ligt aan de rivier de IJssel en daar was toen veel vrachtscheepvaart. De hoogte bij Assel was voor de stoker en de machinist niet prettig. Stokers moesten er steeds letten dat vonken niet oversprongen naar de bossen van de Veluwe en de machinist kon met de trein ergens op een heuvel blijven steken. Als dat gebeurde moest de trein terug en opnieuw proberen met een nieuwe aanloop de heuvel over te komen.

In Paleis ‘t Loo woonde Koning Willem III, de overgrootvader van Koning­in Beatrix. In 1887 werd er een spoorlijn aangelegd vanaf het Apeldoorns station naar het paleis. Die spoorlijn werd doorgetrokken naar Zwolle. Sinds 1950 werd deze route weer gesloten voor reizigers. In december 2002 stond in de krant dat een Apeldoornse wethouder gaat proberen opnieuw een spoorlijn naar Zwolle aan te leggen! In 1888 kreeg Apeldoorn een spoorverbinding met Deventer en Almelo. Nu is het mogelijk om Nederland van oost naar west (en omgekeerd) helemaal per trein door te reizen. Van Enschede naar Schiphol en omge­keerd. En Enschede heeft weer verbinding met Duitsland, dus we zien op deze route ook weleens Duitse treinen. Die stoppen niet in Apeldoorn.

Ook was er een spoorverbinding naar Dieren. Die was vooral bedoeld voor vrachttreinen. Er staan veel fabrieken langs deze spoorlijn. De vracht kon worden overgeladen naar vrachtschepen op de IJssel. Er waren veel fabrieken langs de spoorlijn. Het spoor ligt er nog. Daarover rijdt de stoomtrein voor toeristen.



7. Cijfers

In Nederland ligt 3200 km. spoorbaan en er zijn 376 stations. Er zijn ongeveer 3340 machinisten in Nederland en 2220 conducteurs.

Iedere dag:

Ø reizen bijna een miljoen mensen met de trein door Nederland ;

Ø rijden er ongeveer 5000 treinen door Nederland.



8. Meer informatie

Als je meer wilt weten over treinen kun je informatie opvragen bij de Nederlandse Spoorwegen. Dat heb ik ook gedaan. Het is ook heel leuk om naar het Spoorwegmuseum in Utrecht te gaan. Je ziet daar ook veel echte stoomtreinen van vroeger, ook ‘De Arend’. Je leert er ook nog eens veel van. Je moet wel een poos geduld hebben, want tot 2005 is het Spoorwegmuseum gesloten, omdat het wordt verbouwd.

Website van de Nederlandse Spoorwegen: www.ns.nl Website van het Spoorwegmuseum: www.spoorwegmuseum.nl



9. Bronnen

Uit de volgende boeken heb ik informatie gehaald:

Ø ‘Treinen’ (serie ‘Ooggetuigen’), geschreven door John Coiley (Eng­eland), vertaald door Willem Oorthuizen. Uitgegeven in 1993 door Van Holkema & Warendorf, Houten.

Ø ‘De Nederlandse Spoorwegen’ (Lantaarn-reeks, deel 150), geschreven door de Stichting Onderwijs en Samenwerking. Uitgegeven in 1989 door Uitgeverij Kok, Kampen.

Ø ‘De snelste treinen’ (Junior Informatie, reeks N7, deel N147), geschreven door Ineke van Kasteren. Uitgegeven in 1997 door Educatieve Partners Nederland, Houten.

Ø ‘Hogesnelheidstreinen’ (Informatie, reeks N4, nr. N99), geschreven door Freddie van Hees. Uitgegeven in 1994 door Uitgeverij De Ruiter, Houten.

Ø Museumgids van het Spoorwegmuseum.

Ø Informatieboekjes en folders van de Nederlandse Spoorwegen, aangevraagd via Klantenservice en de Onderwijslijn.

Verder heb ik via internet de website van het Spoorwegmuseum bekeken (http://www.spoorwegmuseum.nl ). Ook heb ik een paar aantekeningen gemaakt tijdens het bezoek aan het Spoorwegmuseum op 26 oktober 2002.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Trein&oldid=174308"