Middeleeuwen: verschil tussen versies
(→Aanvallen en verdedigen: illustratie) |
|||
Regel 15: | Regel 15: | ||
== Aanvallen en verdedigen == |
== Aanvallen en verdedigen == |
||
+ | [[Afbeelding:Strijd van Jelckama en Donia.jpg|300px|left|thumb|[[Friese]] ridders [[Jelckama]] en [[Donia]] in een Middeleeuwse veldslag]] |
||
De aanval:<br> |
De aanval:<br> |
||
Als je kasteel belegerd had (dus als je het vijandelijk kasteel had omsingelt), kon je het op 2 manieren innemen: |
Als je kasteel belegerd had (dus als je het vijandelijk kasteel had omsingelt), kon je het op 2 manieren innemen: |
Versie van 29 mei 2009 09:53
De middeleeuwen was van ongeveer 500 tot 1500.
De eerste kastelen
In Europa werden zo’n 1000 jaar geleden de eerste kastelen gebouwd. In die tijd maakten noormannen de kusten van europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen waren bang en probeerde hun land tegen indringers te berschermen. Katelen in die tijd waren niet meer dan houten gebouwen met een houten muur er omheen. Zo’n muur noemen we een palissade. Vaak lagen die kastelen op een motte. Een motte is een aarde heuvel. Daarom heet zo’n kasteel een ‘motte kasteel’ Enkele meters verderop lag pas het dorp. Bij een vijandelijke aanval was het kasteel de veiligste plek. Het bouwen van een motte kasteel duurde maar een paar weken. De Normandiërs hadden Engeland ingenomen in 1066 door overal waar ze kwamen motte kastelen te bouwen.
Aanvallen en verdedigen
De aanval:
Als je kasteel belegerd had (dus als je het vijandelijk kasteel had omsingelt), kon je het op 2 manieren innemen:
- Je kon wachten tot de stad was uitgehongerd en zich over moest overgeven.
- Of je ging met geweld door de muren heen.
Met balista’s en katapulten werden stenen afgeschoten.
De verdediging:
Als je de vijand op je kasteel af zag komen liet je timmermannen een houten constructie bouwen.
Zo’n houten constructie noemden ze een schutting.
Dat lijkt een beetje op een houten huisje aan het kasteel vast met aan de onderkant een gleuf waardoor je stenen door kon laten vallen.
En natuurlijk haalde je de ophaalbrug op een liet je het valhek vallen.
De valhekken waren van hout met een ijzer laagje er overheen.
Middeleeuwse straffen
In de middeleeuwen waren vele afschuwelijke straffen zoals. Verbanning uit de stad, men kon ook veroordeeld worden tot de schandpaal (ook wel kaak genoemd) dat was een soort paal met een plank waar 3 gaten in zaten. En daar moest je dan met je hoofd en handen in als je veroordeeld bent. Een veroordeelde kon worden gegeseld. Dan werd hij langdurig geslagen met een stok of zweep. De zwaarste straf was de doodstraf, door onthoofding of aan de galg. Er waren mensen die mensen beschuldigden van hekserij. eerst deden ze een proef. De vrouw werd met haar linker duim aan haar rechter been gebonden en in het water gegooid . Als ze bleef drijven (wat natuurlijk nooit gebeurde) was het een heks. Soms werden ze meteen op de brand stapel gegooid. Dat was een grote stapel hout met een paal waar ze aan vast werd gebonden. Dat staken ze in brand en weg was de nep-heks.
Het leven en de mode in het kasteel
Het draaide in de middeleeuwen niet alleen om vechten. Het dagelijkse leven speelde zich vooral af in de grote zaal. Hier kwam iedereen om te eten. Hier kwam de heer om allen zaken die met het kasteel of zijn land te maken had. Sommigen heren hadden hun eigen grappenmaker: de nar. Dat was een soort clown die mensen aan het lachen maakte. Bij het koken in het kasteel werd heel hard gewerkt. Het meeste eten werd bereid boven een enorm vuur. Alles werd gekookt in enorme ketels. Vlees werd aan een spit (ijzeren stok) gehangen en met de hand rondgedraaid. Het ronddraaien was vaak de taak van een koksjongen. De baas in de keuken was de kasteelkok. De mode veranderde voeger niet zo snel als nu. Vrouwenkleren waren altijd lang bijvoorbeeld een jurk. Mannen konden korte en lange kleren dragen. Kleren van rijke mensen werden steeds strakker en mooier. En ridders droegen harnassen.
Toernooien
Ridders vechten ook als er geen oorlog is.
Ze hielden toernooien om te oefenen.
Toernooien bestonden uit verschillende delen.
Zoals:
Het steekspel
Het steekspel dat is dat 2 ridders tegen elkaar inrijden op een paard en met een lans elkaar van het paard te duwen met een lans.
Het schijngevecht
Het schijngevecht is de oudste vorm van het toernooi.
Een groep wordt in 2 groepen verdeeld.
De ene groep moest de andere groep proberen te verslaan.
Pas d’ armes is dat een groep ridders een andere groep uitdaagt om aan te vallen of te verdedigen.
bijv: op een brug of een berg.
Ringsteken
Niet alle onderdelen in een toernooi waren gevechten zoals het ringsteken.
Het ringsteken ging om kleinen ringen van een paal te steken in galop.
Koningen en heren
In een koninkrijk was de koning het machtigst. Na hen kwamen de heren, de koning had hun hulp nodig tijden het vechten. Inruil daarvoor gaf de koning de heren een stuk land. De allerlaagste mensen in de middeleeuwen waren de boeren. Die werkte op het land. Die hadden het meeste te lijden onder de velen oorlogen. In 1214 had koning Jan v. Engeland meer als 100 kastelen.
Het geloof
Mensen die in het klooster wonen noemen we monniken. De monniken hadden een drukke dagindeling. In de middeleeuwen waren er veel kruistochten. Daar is een boek over geschreven dat ook verfilmt is. De ziekenzaal was een speciale ruimte in het klooster. De ziekenzaal was heel groot. Er waren grote luiken voor frisse lucht. De zaal werd warm gemaakt door een groot vuur midden in de zaal.
Ridders
De ridders waren van een leger de strijdkrachten. Die vochten voor hun land. Ridder worden konden alleen mannen van adel. Die moesten een opleiding volgen van soms wel 15 jaar. Meestal begon je met de opleiding als je 6/7 jaar oud was, dan was je een 'page' (ridder in opleiding). Op je 14e werd je schildknaap van een ridder, en als je ongeveer 21 werd, dan werd je een ridder.
- Schildknaap: Je ging mee naar alle veldslagen en droeg altijd zijn schild daarom het woord schildknaap. Als je ridder werd kreeg je een slag van de koning met zijn zwaard dan werd je benoemd tot ridder.
- Als je ridder werd had je had veel bepantsering, dat zijn ijzeren platen om je te beschermen tegen zwaardslagen en pijlen. Het harnas was in totaal meer dan 10 kilo zwaar. Elke ridder had een wapen, zoals: een bijl, een dolk, een knots met scherpe punten.
Veel ridders werden beroemd om hun heldendaden. Dit zijn een paar beroemde ridders:
- Godfried van Bouillon dat was een Franse ridder.
Hij was een van de eerste ridders die in een kruistocht vocht.
- Bertand du Guesclin dat was ook een Franse ridder.
Hij en zijn leger veroverde Frankrijk terug van Engeland.
- Prins Edward (De zwarte prins) hij was een Engelse ridder.
Hij werd zo genoemd omdat hij altijd een zwart harnas droeg.
Breukelen in de Middeleeuwen
De Vecht was in de Middeleeuwen heel belangrijk voor Breukelen. Het was zo belangrijk omdat alle schepen daar door moesten varen voor handel. Daardoor was Breukelen rijk in die tijd. Er woonde ook veel kooplui.
Weetjes en feiten
- Tijdens de aanval schoot een katapult rottende en doden dieren en bijenkorven.
- In de buitenmuren van een kasteel zitten smalle ramen en gaten. Dat was heel handig want de vijand kon de mensen achter het raam niet goed raken en de mensen achter het raam konden hun wel makkelijk raken.
- Het aankleden van een ridder duurde soms wel 1 uur zelfs als iemand hielp.
- De afwas werd schoongemaakt met zand of kruiden.
- Vrouwen droegen vroeger ook make-up.
hoe dachten de mensen over de dood
Bijna iedereen geloofde in een leven na de dood. In het leven na de dood was er een hemel en een hel. Nu kon een mens het dan slecht hebben (arm, ziek, honger), maar straks zou alles beter zijn dan op aarde. In de hel kwamen alleen mensen die sclecht waren of niet naar de kerk wilde luisteren. De meeste mensen waren dan ook erg bang om naar de hel te gaan. Vaak ging een familielid in een klooster om te bidden dat ze niet naar de hel zouden gaan. Want door goed te leven kwam je in de hemel, en door slecht te levn in de hel. De kerk gaf uitleg over wat er goed en slecht in het leven was, daarom hadden de mensen veel respect voor de kerk!