Figuurlijk taalgebruik: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
(+ Categorie:Nederlands) |
k |
||
Regel 2: | Regel 2: | ||
Figuurlijk taalgebruik kom je tegen bij [[beeldspraak]] zoals een [[Vergelijking (beeldspraak)|vergelijking]]. |
Figuurlijk taalgebruik kom je tegen bij [[beeldspraak]] zoals een [[Vergelijking (beeldspraak)|vergelijking]]. |
||
− | |||
− | Het wordt veel gebruikt in . |
||
==Voorbeelden van figuurlijk taalgebruik== |
==Voorbeelden van figuurlijk taalgebruik== |
Huidige versie van 26 apr 2024 om 13:31
Met figuurlijk taalgebruik bedoelen we dat je iets zegt of schrijft dat je niet letterlijk moet nemen.
Figuurlijk taalgebruik kom je tegen bij beeldspraak zoals een vergelijking.
Voorbeelden van figuurlijk taalgebruik
- Ze kookt van woede. (Ze kookt natuurlijk niet echt. Ze is heel kwaad).
- Het schilderij springt van het doek. (In het schilderij zijn waarschijnlijk felle kleuren gebruikt. Het springt niet echt van het doek af).
- De toekomst lacht ons tegemoet. (Het zit hen allemaal mee. De toekomst kan niet echt lachen).
- Het regent pijpenstelen (Het regent heel hard, de regen lijkt op de middeleeuwse Hollandse lange rookpijpen)
Kan figuurlijk taalgebruik ook nadelen hebben?
Het Nederlands heeft veel spreekwoorden en gezegden met figuurlijk taalgebruik. Dat maakt onze taal erg beeldend en boeiend. Het is daardoor soms ook lastiger te begrijpen. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen die een andere moedertaal hebben. Ook mensen met ASS (Autisme) kunnen er veel moeite mee hebben. Zij nemen te tekst vaak wél letterlijk en snappen dan niet wat er mee bedoeld wordt.