Waterkringloop: verschil tussen versies
k (Robotgeholpen oplossing voor doorverwijzing: Ijs - Koppeling(en) gewijzigd naar IJs (materie)) |
k |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[File:Hydrologische cyclus.png|right|thumb|350px|De waterkringloop|link=https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/20/Hydrologische_cyclus.png]] |
[[File:Hydrologische cyclus.png|right|thumb|350px|De waterkringloop|link=https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/2/20/Hydrologische_cyclus.png]] |
||
− | + | Met het woord '''waterkringloop''' worden er bepaalde stappen bedoeld. Deze stappen zijn dat er water [[verdampen|verdampt]], dat er [[wolk]]en komen en dat uit de wolken weer [[neerslag]] valt. |
|
+ | In het plaatje hiernaast zie je de waterkringloop in beeld. |
||
⚫ | |||
− | |||
De [[Aarde (planeet)|aarde]] is voor ongeveer 70 procent van het oppervlak bedekt met [[water]]. Van al het water op aarde is minder dan 3 procent zoet. Het meeste daarvan is ijs op de polen of in gletsjers. Een zeer klein percentage van het water op de wereld kan gebruikt worden door mensen. |
De [[Aarde (planeet)|aarde]] is voor ongeveer 70 procent van het oppervlak bedekt met [[water]]. Van al het water op aarde is minder dan 3 procent zoet. Het meeste daarvan is ijs op de polen of in gletsjers. Een zeer klein percentage van het water op de wereld kan gebruikt worden door mensen. |
||
Regel 10: | Regel 9: | ||
*Kan de luchtstroom botsen met een koudere luchtstroming. Hierdoor zal de luchtstroming met de waterdamp stijgen en daardoor afkoelen. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht, dus als de lucht afkoelt zal de waterdamp door condensatie als waterdruppeltjes vrijkomen. Deze vallen dan (onder invloed van de zwaartekracht) naar beneden als neerslag. |
*Kan de luchtstroom botsen met een koudere luchtstroming. Hierdoor zal de luchtstroming met de waterdamp stijgen en daardoor afkoelen. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht, dus als de lucht afkoelt zal de waterdamp door condensatie als waterdruppeltjes vrijkomen. Deze vallen dan (onder invloed van de zwaartekracht) naar beneden als neerslag. |
||
*Kan de [[luchtstroom]] botsen met heuvels/gebergte. De luchtstroming kan maar één kant op: over de berg heen. Net als bij de vorige situatie zal hierdoor [[neerslag]] ontstaan. |
*Kan de [[luchtstroom]] botsen met heuvels/gebergte. De luchtstroming kan maar één kant op: over de berg heen. Net als bij de vorige situatie zal hierdoor [[neerslag]] ontstaan. |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
− | *het wordt niet opgenomen door de bodem en loopt over het oppervlak (op de grond), door rivieren en kanalen terug naar zee. |
||
− | * |
+ | *de neerslag wordt niet opgenomen door de bodem en loopt over het oppervlak (op de grond), door rivieren en kanalen terug naar zee. |
+ | |||
+ | *de neerslag wordt opgenomen door de bodem en komt via het grondwater uiteindelijk terug in [[zee]]. |
||
*het water verdampt. |
*het water verdampt. |
||
Regel 20: | Regel 20: | ||
De [[kringloop]] is hiermee rond. |
De [[kringloop]] is hiermee rond. |
||
+ | == Korte waterkringloop == |
||
⚫ | Water verdampt door opwarming van de zon en dit worden wolken in de lucht. Het proces dat waterdamp wolken worden heet [[condenseren]]. De waterdruppeltjes samen zijn wolken. Uit de wolken valt dan weer de neerslag. Dit kan in de vorm van [[regen]], [[sneeuw]], [[ijzel]], [[hagel]]. Een deel van de wolken regent uit boven zee. Dit is de [[korte waterkringloop]] |
||
== Lange kringloop == |
== Lange kringloop == |
||
− | |||
In de zogenaamde 'lange waterkringloop' gaan de druppeltjes op een langere reis. De wolken drijven op luchtstromen en komen boven land. De [[neerslag]] valt uit de wolken in de vorm van regen, hagel of sneeuw. Het valt op land of in een meer of rivier. Water dat op het land valt, kan daar blijven als [[sneeuw]] of [[IJs (materie)|ijs]]. Het kan ook infiltreren in de bodem en door bodemdeeltjes opgenomen worden zoals water in een spons (bodemwater), waarmee het beschikbaar wordt voor planten. Het water wordt vanuit het grondwater door planten en bomen opgenomen. |
In de zogenaamde 'lange waterkringloop' gaan de druppeltjes op een langere reis. De wolken drijven op luchtstromen en komen boven land. De [[neerslag]] valt uit de wolken in de vorm van regen, hagel of sneeuw. Het valt op land of in een meer of rivier. Water dat op het land valt, kan daar blijven als [[sneeuw]] of [[IJs (materie)|ijs]]. Het kan ook infiltreren in de bodem en door bodemdeeltjes opgenomen worden zoals water in een spons (bodemwater), waarmee het beschikbaar wordt voor planten. Het water wordt vanuit het grondwater door planten en bomen opgenomen. |
||
Grondwater beweegt zich door de bodem en kan uitkomen in een [[rivier]] of een [[meer]], onder of boven de grond. De neerslag kan ook over het oppervlak afstromen en dan in de zee, een rivier of meer uitkomen. En het kan natuurlijk ook weer verdampen ergens op deze reis. |
Grondwater beweegt zich door de bodem en kan uitkomen in een [[rivier]] of een [[meer]], onder of boven de grond. De neerslag kan ook over het oppervlak afstromen en dan in de zee, een rivier of meer uitkomen. En het kan natuurlijk ook weer verdampen ergens op deze reis. |
Huidige versie van 6 sep 2022 om 19:39
Met het woord waterkringloop worden er bepaalde stappen bedoeld. Deze stappen zijn dat er water verdampt, dat er wolken komen en dat uit de wolken weer neerslag valt. In het plaatje hiernaast zie je de waterkringloop in beeld.
De aarde is voor ongeveer 70 procent van het oppervlak bedekt met water. Van al het water op aarde is minder dan 3 procent zoet. Het meeste daarvan is ijs op de polen of in gletsjers. Een zeer klein percentage van het water op de wereld kan gebruikt worden door mensen.
Waterdamp, verdamping en condensatie van water zijn belangrijk in de waterkringloop. Zeewater verdampt van nature. Dit wordt sterk versneld door de warmte van de zon. Een deel van de waterdamp valt weer terug in zee. Een ander deel vormt wolken. Als de waterdamp boven land komt dan:
- Kan de luchtstroom botsen met een koudere luchtstroming. Hierdoor zal de luchtstroming met de waterdamp stijgen en daardoor afkoelen. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht, dus als de lucht afkoelt zal de waterdamp door condensatie als waterdruppeltjes vrijkomen. Deze vallen dan (onder invloed van de zwaartekracht) naar beneden als neerslag.
- Kan de luchtstroom botsen met heuvels/gebergte. De luchtstroming kan maar één kant op: over de berg heen. Net als bij de vorige situatie zal hierdoor neerslag ontstaan.
De neerslag heeft drie mogelijkheden:
- de neerslag wordt niet opgenomen door de bodem en loopt over het oppervlak (op de grond), door rivieren en kanalen terug naar zee.
- de neerslag wordt opgenomen door de bodem en komt via het grondwater uiteindelijk terug in zee.
- het water verdampt.
De kringloop is hiermee rond.
Korte waterkringloop
Water verdampt door opwarming van de zon en dit worden wolken in de lucht. Het proces dat waterdamp wolken worden heet condenseren. De waterdruppeltjes samen zijn wolken. Uit de wolken valt dan weer de neerslag. Dit kan in de vorm van regen, sneeuw, ijzel, hagel. Een deel van de wolken regent uit boven zee. Dit is de korte waterkringloop
Lange kringloop
In de zogenaamde 'lange waterkringloop' gaan de druppeltjes op een langere reis. De wolken drijven op luchtstromen en komen boven land. De neerslag valt uit de wolken in de vorm van regen, hagel of sneeuw. Het valt op land of in een meer of rivier. Water dat op het land valt, kan daar blijven als sneeuw of ijs. Het kan ook infiltreren in de bodem en door bodemdeeltjes opgenomen worden zoals water in een spons (bodemwater), waarmee het beschikbaar wordt voor planten. Het water wordt vanuit het grondwater door planten en bomen opgenomen. Grondwater beweegt zich door de bodem en kan uitkomen in een rivier of een meer, onder of boven de grond. De neerslag kan ook over het oppervlak afstromen en dan in de zee, een rivier of meer uitkomen. En het kan natuurlijk ook weer verdampen ergens op deze reis. Dit water verdampt weer door de bladeren en komt zo als waterdamp in de lucht terecht. De mens gebruikt al sinds tijden grondwater als bron van drinkwater. Het water wordt hiervoor opgepompt uit de grond (of met een waterput beschikbaar gemaakt). Ook hierdoor wordt de waterkringloop verlengd.
Bij het terugstromen naar zee neemt het water mineralen en sedimenten mee. Hierdoor wordt de zee zouter (het zout blijft achter in zee als het water verdampt) en wordt zand en steen bij de monding van rivieren afgezet.