Zonnestelsel: verschil tussen versies
Regel 127: | Regel 127: | ||
== De geboorte van het zonnestelsel == |
== De geboorte van het zonnestelsel == |
||
− | Na de [[Oerknal (big bang)|oerknal]] |
+ | Na de [[Oerknal (big bang)|oerknal]] ontstonden in een fractie van een [[seconde]] de [[quark]]s. Die gingen zeer snel samen en vormden [[elektronen]], [[neutronen]] en [[protonen]]. Die vormden ook weer zeer snel atomen. De atomen gingen samen en vormden [[Waterstof (element)|waterstof]]. Door de hoge druk en de hoge temperatuur werd [[Helium]] gevormd. Met deze twee stoffen ontstaat er een bolvormige wolk, de nevel. De nevel bestaat uit waterstof, helium en vormden weer stof en zwaardere elementen. |
De zwaardere elementen worden gevormd door het exploderen van [[Ster (hemellichaam)|sterren.]] De hete sterren verbranden hun 'benzine' om te blijven leven. Ze verwoesten eigenlijk zichzelf en hierbij ontstaat er een grote explosie die een [[supernova]] genoemd wordt. |
De zwaardere elementen worden gevormd door het exploderen van [[Ster (hemellichaam)|sterren.]] De hete sterren verbranden hun 'benzine' om te blijven leven. Ze verwoesten eigenlijk zichzelf en hierbij ontstaat er een grote explosie die een [[supernova]] genoemd wordt. |
Versie van 24 okt 2021 18:55
Het zonnestelsel is het planetenstelsel waar wij in leven. Het is alles wat de zon bijeen houdt.
Ons zonnestelsel bestaat uit heel veel niks, met in het midden ons grootste hemellichaam: de zon. Dit is eigenlijk gewoon een ster, maar dan een die heel dichtbij staat.
Ons zonnestelsel maakt deel uit van een sterrenstelsel en dat sterrenstelsel heet de Melkweg.
Planeten
Het zonnestelsel heeft acht planeten:
Pluto was eerst ook een echte planeet, maar werd in 2006 uitgeroepen tot dwergplaneet.
De planeet waar wij zelf op leven is de Aarde. In de hele Melkweg zijn nog heel veel meer planeten, die noemen we exoplaneten.
De planeten op de afbeelding hiernaast staan in werkelijkheid veel verder van elkaar vandaan. Maar je kunt nu wel zien hoe groot ze zijn als je ze bij elkaar zou zetten.
Om planeten heen draaien manen. De maan die om de aarde draait is de Maan.
Mercurius
Mercurius is een van de Aardse planeten/ terrestrische planeten. De planeet Mercurius is vernoemd naar de Romeinse god van de handel en winst. Mercurius is de kleinste planeet. Hij staat ook het dichtste bij de zon en dus bevindt hij zich vanaf de aarde gezien altijd in de buurt van de zon. De zon overstraalt hem meestal, alleen bij zonsopgang en zonsondergang is hij te zien. Omdat Mercurius zo dicht bij de zon staat is het op Mercurius erg warm, het kan er overdag wel 400 graden Celsius worden. In de nacht koelt het juist erg af op Mercurius, dan kan het -200 graden Celsius zijn. Dit komt omdat Mercurius geen dampkring heeft.
Mercurius heeft geen maan en is te klein om een atmosfeer te hebben. Het oppervlak van de planeet lijkt wel erg op onze maan omdat het veel kraters heeft. Ook is met satellieten te zien dat er veel gestold lava aanwezig is wat betekent dat er vroeger veel vulkanen actief waren op de planeet. Hij draait ook sneller rond de zon dan om zijn as. Een jaar is daar dus korter dan een dag.
Venus
Venus is een van de Aardse planeten/ terrestrische planeten. Venus staat in de 2e rij naar de Zon toe, op iets meer dan 108 miljoen kilometer afstand van de Zon. Venus is genoemd naar de godin van de liefde. Omdat zij het helderst van alle planeten is en van alle planeten het dichtst bij de aarde staat, kun je Venus vanaf de aarde goed zien. Waarschijnlijk was op Venus ooit veel water, net als op de aarde nu. Nu is Venus kurkdroog. Het is op Venus heet, bijna 500 graden (nog warmer dan op Mercurius). Water kookt al bij 100 graden en verdampt dan. Daardoor is er op Venus geen druppel water meer. Door al die waterdamp hangen er allemaal wolken om Venus. Deze weerkaatsen het zonlicht en dus zien we hem als ster. Venus heeft dus een wolkendeken. Daardoor blijft de warmte gevangen op Venus en daardoor is het er zo warm. De wolken bij Venus bestaan uit zwavelzuur en de atmosfeer bestaat vooral uit koolstofdioxide.
Venus is overdekt met vulkanen en met lava.
Aarde
De Aarde is een van de Aardse planeten/ terrestrische planeten. De Aarde bestaat voor twee derde uit water en voor één derde uit land. Voor zover we nu weten is dit de enige planeet waar leven mogelijk is.
Vroeger dachten de mensen dat de Aarde het middelpunt van het heelal was. Nu weten we dat de aarde met nog zeven andere planeten om de zon draait in ons zonnestelsel. De zon is een enorme ster die de planeten verwarmt. Die ster zorgde voor het leven op aarde, en zonder die ster zouden wij hier nu niet kunnen leven. De afstand tussen de aarde en de zon is bijna 150 miljoen kilometer of exact 1 AE. Met een vliegtuig zou je meer dan 17 jaar nodig hebben om naar de zon te vliegen. Het licht van de zon doet er zo'n 8 minuten over om de aarde te bereiken. Er bestaan nog veel meer zonnestelsels in het heelal maar op dit moment kunnen deze delen van het universum niet bestudeerd worden.En op aarde is leven waar van we weten waar echt leven is,we hebben nog geen andere planeet gevonden waar ander leven is en we denken dat er op mars leven is geweest.
Mars
Mars is een van de Aardse planeten/ terrestrische planeten. Mars is vernoemd naar de oorlogsgod vanwege zijn rode kleur. In de stenen op Mars zit veel ijzer. Het ijzer is gaan roesten. Verroest ijzer is roodbruin. Mars is gemakkelijk met het blote oog te zien, je ziet een heldere roodachtige "ster" die niet fonkelt. Ook op Mars was ooit water te vinden. Nu is op Mars alleen nog ijs te vinden. Net als de aarde heeft Mars vulkanen, valleien, zandduinen en ijskappen op de noord- en zuidpool. Geleerden denken dat op Mars misschien ooit leven was.
Omdat Mars zo ver van de zon afstaat, is het er heel koud. Op de koudste dagen is het zo'n -140 graden Celsius. Op de allerwarmste dagen is het soms wel 20 graden Celsius. De temperatuur verschilt zo, omdat er geen dampkring is. Van alle planeten lijkt het klimaat op Mars het meest op dat van de aarde.
De Amerikanen hebben er een sonde naartoe gestuurd, die heeft er een jaar over gedaan om er te komen. Mars heeft twee manen: Phobos en Deimos.
Jupiter
Jupiter is een gasreus/joviaanse planeet. Jupiter is de koning van onze planeten en is vernoemd naar de koning van de Romeinse goden. Deze reus is tweeënhalf keer zo zwaar als alle andere planeten bij elkaar. De aarde past zo`n 1300 keer in Jupiter, maar omdat hij vooral uit lichte gassen bestaat, weegt de planeet slechts 318 keer zoveel als de aarde. De reuzeplaneet heeft maar liefst 79 manen die in een baan om de planeet vliegen. Veel van deze manen zijn zo klein dat ze pas een aantal jaar geleden ontdekt zijn. 58 van die manen hebben een diameter kleiner dan 10 kilometer en maar een klein aantal manen zijn erkend als 'echte' maan. Op Jupiter zit een enorme rode vlek. Dat is eigenlijk een grote storm die zich steeds verplaatst. Die rode vlek zou wel drie keer zo groot zijn als de aarde.
Saturnus
Saturnus is een gasreus/joviaanse planeet. De planeet Saturnus is vernoemd naar de god van de landbouw. Saturnus, de op een na grootste planeet van ons zonnestelsel en de zesde vanaf de zon, is de verste planeet die we zonder telescoop kunnen zien. Hij is zo`n tien maanden per jaar zichtbaar en wordt omringt door een opmerkelijke reeks ringen (maar daar heb je wel een telescoop nodig om ze te zien). De ringen van Saturnus bestaan vooral uit blokken ijs en stenen die zo groot zijn als golfballen. Ook heeft Saturnus veel manen, zover nu bekend zijn dat er 65. Saturnus is dus een gasreus. Zo wordt hij genoemd omdat hij vooral uit gas bestaat, hierdoor is hij lichter dan water en zou op water blijven drijven. Ook waait het hard op Saturnus met winden van wel 500 kilometer per uur.
Uranus
Uranus is een ijsreus. De planeet Uranus werd in 1781 ontdekt en heette toen Georgium Sidus. Later werd de planeet vernoemd naar Oeranos, de Griekse god van de hemel. Uranus is ontdekt door William Herschel. Een van Uranus' manen, Mimas, heeft een grote krater, die heet de Herschel krater. Toen in 1989 een ruimtevaartuig voorbij vloog, bleek dat Uranus niet één, maar zevenentwintig manen heeft! Ook werden wolken en vlekken op de planeet gezien. Uranus heeft ook ringen. Bij helder weer kun je Uranus vanaf de aarde zien. Uranus' ringen werden ontdekt toen een ster een paar keer knipperde, voor hij achter Uranus verdween. Hij knipperde 9 keer. Door de ruimtesonde kwamen daar nog twee onvolledige ringen bij. Ook is ontdekt dat hij op zijn kant ligt. Hij ligt 97.6 graden uit het lood. Verder weten we er haast niets van. Uranus is veel te ver weg van de Aarde. Er is ooit een satelliet heen gestuurd en die heeft er wel 10 jaar over gedaan om in de buurt van Uranus te komen. Uranus is een planeet die bestaat uit ijs waardoor het gemiddeld met 200 graden vriest.
Neptunus
Neptunus is een ijsreus. Neptunus is genoemd naar de god van de zee, maar toch is op Neptunus nergens water. Dit komt door de blauwe kleur die Neptunus heeft. Neptunus is vanaf de zon gezien de achtste en laatste planeet in ons zonnestelsel. Hij staat op zo'n 4.500 miljoen kilometer van de zon, hierdoor vriest het er met zo'n 200 graden Celsius. Neptunus is vanaf de aarde niet goed te zien. In 1989 is de planeet door een ruimtevaartuig bezocht. Zo weten we dat Neptunus vier ringen heeft. Op Neptunus raast een enorme storm, waarbij het heel hard kan waaien. Op Neptunus komen dan ook de hoogste windsnelheden voor van alle planeten in ons zonnestelsel! De winden kunnen snelheden behalen van wel 2.000 kilometer per uur! Verder weten we er bijna niets van, hij is veel te ver weg.
Pluto
Aan de rand van het Zonnestelsel bevindt zich Pluto, bijna 6000 miljoen kilometer van de Zon vandaan. Daar is het ijskoud, ongeveer 270 graden onder nul. Pluto is genoemd naar de god van de onderwereld.
Pluto bestaat uit een mengeling van ijs en gesteente.
Pluto draait in 248 aardse jaren om de zon. Niet in een rondje, maar in een ellips (ei-vorm). Soms staat Pluto daardoor dichterbij, soms weer verder weg! Pluto is zo ver weg, dat nog geen ruimtevaartuig is geweest. Pluto heeft ook een maan, Charon, die bijna half zo groot is als Pluto zelf. Deze maan is ontdekt door James Christy en Robert Harrington. Charon is 19.570 km.
Planetoïde
In het zonnestelsel zwerven miljarden stukjes steen en ijs rond. De grootste zijn bijna 1000 kilometer groot, maar de meeste zijn zo klein als stof. Als die deeltjes op aarde terechtkomen, zijn het net vallende sterren. Volgens wetenschappers zou de planetoïde Apophis 13 april 2036 de aarde moeten bereiken. De kans dat we door dat object worden geraakt is 1 op 45.000. Dat lijkt niet groot maar als je nagaat dat de kans om de Staatsloterij te winnen 1 op 2,6 miljoen is, is er toch best een kans!
Manen
Er zijn veel manen in ons zonnestelsel. Saturnus heeft er zelfs 52. Een maan is eigenlijk een brokstuk van een planeet of een grotere maan die om een planeet draait. Niet alleen planeten hebben manen, maar ook dwergplaneten hebben manen. Pluto heeft er bijvoorbeeld 5.
Planeten en hun manen:
- De Aarde en de maan.
- Mars heeft twee manen: Phobos en Deimos.
- Jupiter heeft als vier grootste manen Io, Europa, Ganymedes en Callisto.
- Saturnus heeft 52 manen, met als grootste maan Titan.
- Neptunus heeft als grootste maan Triton.
Dwergplanten en hun manen:
- Pluto heeft vijf manen: Charon, Hydra, Nix, Kerberos en Styx.
- Haumea heeft twee manen: Hi’iaka en Namaka.
- Eris heeft als maan Dysnomia.
Uitleg
In de volgende kopjes volgt meer uitleg over bepaalde planeten, wat hun kernmerken zijn en wat hun functie is in ons zonnestelsel.
Rillingen en zwellingen
De witte wolkenringen rond Jupiter worden zones genoemd en de roodbruine ringen banden. Ondanks zijn enorme afmetingen draait Jupiter in 9 uur een 55 minuten om zijn as en is daarmee de snelst ronddraaiende planeet. De wolken bij de evenaar hebben daardoor een snelheid van 45.000 km/u, terwijl de equatoriale zone opgestuwd wordt.
Ringenspel
De ringen van Saturnus zijn zo opvallend, dat we vaak van de geringde planeet spreken (ook al hebben Jupiter, Uranes en Neptunus ringen). Er zijn 3 hoofdringen, die zo groot en helder zijn dat je ze vanaf de aarde met een kleine telescoop kunt zien. Van binnen naar buiten heten ze C, B en A Verder naar buiten liggen F, G en E.
Warm en koud
De naar de zon gekeerde zijde van Mercurius wordt erg warm, vooral bij de evenaar, waar de zon hoog staat en de straling het sterkst is. Het Carloris Bassin ligt in een warm land, Caloris. Dit is Latijn voor warmte.Het kan er 430 C worden, warm genoeg om lood te smelten. Ondanks die warmte zij er aanwijzingen dat er op de bodem van diepe kraters bij de poolgebieden bevroren water is.
De geboorte van het zonnestelsel
Na de oerknal ontstonden in een fractie van een seconde de quarks. Die gingen zeer snel samen en vormden elektronen, neutronen en protonen. Die vormden ook weer zeer snel atomen. De atomen gingen samen en vormden waterstof. Door de hoge druk en de hoge temperatuur werd Helium gevormd. Met deze twee stoffen ontstaat er een bolvormige wolk, de nevel. De nevel bestaat uit waterstof, helium en vormden weer stof en zwaardere elementen.
De zwaardere elementen worden gevormd door het exploderen van sterren. De hete sterren verbranden hun 'benzine' om te blijven leven. Ze verwoesten eigenlijk zichzelf en hierbij ontstaat er een grote explosie die een supernova genoemd wordt.
Die explosie zorgt ervoor dat de wolk niet stevig blijft en zorgt er ook voor dat het zich samen trekt. In het midden van de wolk wordt de 'protoster' geboren en de rest vormt een draaiende schijf, de zonnenevel. De protoster begint vervolgens de rest van de wolk op te zuigen en wordt zo een steeds grotere ster: onze zon.
Dit is het begin van ons zonnestelsel wat ongeveer 5 miljard jaar geleden ontstond.
Externe links
Andere projecten met dit onderwerp
- Wikijunior, op Wikibooks
Bronnenlijst
AD. (2016, maart 05). Economie. Opgehaald van AD: https://www.ad.nl/economie/jackpot-waar-heb-je-de-grootste-winkans~a8611e72/
Kruijer, T. (2011). De eerste 10 miljoen jaar van het zonnestelsel: Accretie en differentiatie van planetesimalen. Gea, 44(3), 77-80. Geraadpleegd op 5 november 2017, van http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document;docid=472909
National Geographic. (2007, 1 november). Birth of the Solar System: Naked Science: Birth of the Solar System [Videobestand]. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://www.youtube.com/watch?v=B1AXbpYndGc
Online star register (2016, 31 augustus). De geschiedenis van ons zonnestelsel. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://osr.org/nl/blog/osr-nl/de-geschiedenis-van-ons-zonnestelsel/
Reijnders, L., De Reuver, B., & Tellegen, E. (2007). Toekomst in het Groot (pp. 49–59). Amsterdam: Amsterdam University Press.
Schilling, G. (2014). Sterrenkunde. Amsterdam: Amsterdam University Press.
SchoolTV. (2014, 5 september). Clipphanger: Hoe is ons zonnestelsel ontstaan. Geraadpleegd op 5 november 2017, van http://url https://www.schooltv.nl/video/clipphanger-hoe-is-ons-zonnestelsel-ontstaan/
Somervill, B. A. (2005). Nicolaus Copernicus: Father of Modern Astronomy. Minneapolis: Compass Point Books.
TheDailyConverstation. (2014, 4 23 november). The Formation of the Solar System [Videobestand]. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://www.youtube.com/watch?v=x1QTc5YeO6w
WeAreStarStuff51. (2011, 10 oktober). Stephen Hawking: Formation of the solar system [Videobestand]. Geraadpleegd op 5 november 2017, van https://www.youtube.com/watch?v=Uhy1fucSRQI
Weinberg, S. (2015). De wereld verklaard: de ontdekking van de moderne wetenschap. Amsterdam: Singel Uitgeverijen.
Westland, X. (2015). Ons Zonnestelsel en nog wat meer. Amersfoort: Lulu.
Zonnenevel. (z.d.). In Wikipedia. Geraadpleegd op 6 november 2017, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonnenevel Sjabloon:Zonnestelsel