Theater in het oude Griekenland: verschil tussen versies
k (replaced: [[File: → [[Bestand:) |
|||
Regel 2: | Regel 2: | ||
[[Bestand:Delphi Composite.jpg|thumb|upright=1.8| Het oude theater van [[Delphi]].]] |
[[Bestand:Delphi Composite.jpg|thumb|upright=1.8| Het oude theater van [[Delphi]].]] |
||
[[Bestand:Antalya Museum - Sarkophag 8a Maske.jpg|thumbnail|upright=1.2|Theatermasker: steen, 2e eeuw na christus.]] |
[[Bestand:Antalya Museum - Sarkophag 8a Maske.jpg|thumbnail|upright=1.2|Theatermasker: steen, 2e eeuw na christus.]] |
||
− | [[Bestand:Hearst Greek Theatre (Berkeley, CA).JPG|thumbnail|upright=1.2 |
+ | [[Bestand:Hearst Greek Theatre (Berkeley, CA).JPG|thumbnail|upright=1.2]] |
[[Bestand:Syracusa01(js).jpg|thumbnail|upright=1.2|Het Griekse theater in Syracuse.]] |
[[Bestand:Syracusa01(js).jpg|thumbnail|upright=1.2|Het Griekse theater in Syracuse.]] |
||
[[Bestand:3304 - Athens - Stoà of Attalus Museum - Theatre mask - Photo by Giovanni Dall'Orto, Nov 9 2009.jpg|thumbnail|upright=1.0|Grieks terracotta masker, 3e of 4e eeuw voor Christus.]] |
[[Bestand:3304 - Athens - Stoà of Attalus Museum - Theatre mask - Photo by Giovanni Dall'Orto, Nov 9 2009.jpg|thumbnail|upright=1.0|Grieks terracotta masker, 3e of 4e eeuw voor Christus.]] |
||
Regel 71: | Regel 71: | ||
=== Maskers === |
=== Maskers === |
||
− | [[ |
+ | [[Bestand:TragicComicMasksHadriansVillamosaic.jpg|thumb|upright=1.5|Antieke mozaïek van een tragedie - en van komedie maskers.]] |
Het masker staat sinds de tijd van Aeschylus in de zesde eeuw na Christus bekend als gebruiksmiddel. Het is één van de kenmerken van het klassieke Griekse theater. Maskers werden ook gebruikt bij het aanbidden van Dionysos, en zo is het waarschijnlijk ook als traditie begonnen. |
Het masker staat sinds de tijd van Aeschylus in de zesde eeuw na Christus bekend als gebruiksmiddel. Het is één van de kenmerken van het klassieke Griekse theater. Maskers werden ook gebruikt bij het aanbidden van Dionysos, en zo is het waarschijnlijk ook als traditie begonnen. |
Versie van 13 feb 2021 08:57
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
Het theater van het oude Griekenland is erg belangrijk geweest voor het huidige westerse theater. Het was op zijn best van 550 tot 220 voor Christus. Het was het begin van het moderne westerse theater, en sommige oude Griekse toneelstukken worden vandaag de dag nog steeds uitgevoerd. Zij bedachten de genres tragedie (aan het eind van de 6e eeuw voor Christus), komedie (486 voor Christus) en stukken met satire .
De stadstaat Athene was een grote culturele, politieke en militaire macht tijdens deze periode. Theater was onderdeel van een festival genaamd de Dionysia, waarin de god Dionysus werd geëerd. In de Dionysia presenteerden de toneelschrijvers hun werk aan het publiek. Het was een competitie, met een winnaar en prijzen. Komedie en tragedie werden in dit festival nooit gemengd: zij hadden elk hun eigen typische structuur. De Atheners exporteerden het festival naar hun talrijke kolonies en bondgenoten om zo hun manier van leven bekend te maken.
Alleen mannen mochten acteur zijn. Het koor bestond uit mannen, net zoals de acteurs en het publiek. Eigenlijk moesten ze ook burgers van Athene zijn, wat alleen van toepassing was op vrij-geboren mannen plus een klein aantal speciale gevallen. De acteurs droegen maskers, zodat de mensen wisten welke rol de acteur speelde.
De bekendste toneelschrijvers voor tragedie zijn Aeschylus, Sophocles en Euripides. Aristophanes is de bekendste komedieschrijver.
Oorsprong
De Griekse tragedie zoals wij die kennen ontstond in Athene, enkele jaren voor 532 voor Christus, het jaar waarin Thepsis als vroegste toneelschrijver vermeld wordt. Hij won de eerste theaterwedstrijd die in Athene gehouden werd, maar eigenlijk was hij een zanger van dithyramben. Dithyramben waren oude liederen die gezongen werden ter ere van de god van de wijn en de vruchtbaarheid, Dionysus. In de tijd waarin Thepsis leefde was de dithyrambe inmiddels geëvolueerd tot ver van zijn oorsprong. Het was geen lied meer, maar eerder een soort verhalenvertelling. Hieruit ontstond onder andere de tragedie. Thepsis wordt dan ook vaak de "Vader van de Tragedie" genoemd.
Ook andere Atheners ontwikkelden een soort van tragedies. Van de staatsman Solon wordt gezegd dat hij gedichten heeft gemaakt waarin hij de karakters met hun eigen stem liet spreken. Daarnaast waren gesproken voordrachten (ook bekend als rapsodieën) van Homerus' epische gedichten populair op festivals voor 534 v.C. De bijdrage van Thespis aan drama is onduidelijk, maar zijn naam wordt herinnerd via de veel gebruikte Engelse term voor toneelspeler, een 'thespian'.
De drama uitvoeringen waren belangrijk voor de Atheners - dit wordt duidelijk gemaakt door het Dionysische festival. Het festival werd ongeveer rond 508 voor Christus gecreëerd.
Phrynichus was de eerste dichter waarvan bekend is dat hij een historisch onderwerp gebruikte. Zijn stuk over de val van Milete (493 v.Chr.) ging over het lot van de stad Milete nadat deze was veroverd door de Perzen. Van hem wordt ook gedacht dat hij de eerste is die vrouwelijke personages gebruikte (geen vrouwelijke acteurs trouwens).
Tot de Hellenistische periode waren alle tragedies unieke stukken, geschreven ter ere van Dionysos en eenmalig gespeeld, zodat we vandaag alleen nog de stukken hebben die goed genoeg onthouden waren om herhaald te worden, toen herhaling van oude tragedies gewoon werd.
De Klassieke Periode
Na de Grote Vernietiging van Athene door de Perzen (Achaemenidische rijk) in 480 voor Christus, werden de stad en de Akropolis herbouwd, en theater werd een nog groter onderdeel van de Atheense cultuur en trots. Het hoogtepunt was de competitie tussen drie toneelschrijvers van treurspellen, twee keer per jaar. Elk van hen legde drie treurspellen (tragedies) voor, plus een satirestuk (een komische versie van een mythologisch onderwerp). Vanaf 486 voor Christus legde elke toneelschrijver ook een komedie voor. Aristoteles beweerde dat Aeschylus de tweede acteur toevoegde, en dat Sophocles de derde introduceerde. Blijkbaar gebruikten de Griekse toneelschrijvers nooit meer dan drie acteurs.
Tragedie en komedie werden gezien als totaal verschillende genres, en geen stuk voegde ooit delen van de twee samen. Satirische toneelstukken maakten gebruik van mythologische onderwerpen van de tragedies, maar op een puur komische wijze. Echter, als ze meer dan een eeuw na de Atheense Gouden Eeuw beschreven waren, dan hadden toneelschrijvers zoals Sophocles en Euripides misschien niet hetzelfde gedacht over hun toneelstukken.
De Hellenistische periode
De macht van Athene ging verloren na de nederlaag in de Peloponnesische Oorlog tegen de Spartanen. Vanaf die tijd begon het theater weer oude tragedies op te voeren. Hoewel het Griekse theater haar vernieuwing verloren had, ging het Griekse theater voort in de Hellenistische periode (de periode die volgt op Alexander de Grotes verovering in de 4e eeuw v.Chr.). De belangrijkste hellenistische theatrale vorm was niet de tragedie maar 'de Nieuwe Comedy', komische stukken over het leven van gewone burgers. De enige toneelschrijver uit deze periode van wie er nog werk te vinden is, is Menander. Een van de meest belangrijke bijdrage van de New Comedy was haar invloed op de Romeinse komedie, een invloed die terug te zien is in de overgeleverde werken van Plautus en Terence.
Gebouwen en voorstellingen
De toneelstukken hadden oorspronkelijk een koor van maximaal 50 mensen, dat toneelstukken opvoerde in verzen begeleid door muziek, beginnend in de ochtend en durend tot de avond.
De opvoeringsplek (het podium) waar het koor danste en zong, was een eenvoudige halve cirkel, het orchestra genaamd. Het orchestra was vaak op een afgevlakt terras aan de voet van een berg, waarvan de helling het natuurlijke theatron (kijkplaats) werd. Later pas werd de term 'theater' gebruikt om het hele gebied van het theatron , het orchestra en de skène aan te geven.
De theaters werden op een grote schaal opgezet, om het grote aantal personen op het podium en het grote aantal personen in het publiek, tot wel zestienduizend mensen, een plek te geven. De stemmen van de acteurs moesten door het hele theater, inclusief de bovenste rijen zitplaatsen, te horen zijn. De akoestiek in het Griekse theater moest daarom erg goed zijn.
In 465 voor Christus begonnen de toneelschrijvers een achtergrond of een geschilderde muur te gebruiken, die zij achter het orchestra hingen of neerzetten. Dit diende gelijk ook als een plek waar acteurs van kostuum konden wisselen. Deze muur noemen we de skène. Later werden deze muren uitgebreid tot complete gebouwen, die extra sfeer gaven aan de voorstelling.
Griekse theaters hadden ook al ingangen voor de acteurs en de leden van het koor, genaamd de parodoi. Dat waren hoge bogen met een opening richting het orchestra, waardoor de acteurs binnenkwamen. Sommige theaters hadden ook een verhoogd spreekpodium op het orchestra, genaamd de logeion.
De scene onderdelen
Er werden verschillende scene onderdelen regelmatig gebruikt in het Griekse theater.
Machina, een kraan die de indruk kon geven dat een acteur vloog (dus, deus ex machina, wat betekent, de god van de machine).
Ekkyklema, een wagen op wielen die dode karakters/rollen richting het publiek reed om deze te laten zien.
Valluiken, of gelijksoortige openingen in de grond om mensen het podium op te tillen.
Pinakes, schildren die werden opgehangen om een landschap te creëren
Thyromata, meer gecompliceerde schilderijen gebouwd in het tweede niveau van de locatie (het derde niveau van de grond (vermoedelijk om diepte te creëren)).
Fallische rekwisieten werden gebruikt voor satire, om vruchtbaarheid te symboliseren ter ere van Dionysos.
Het Griekse koor
Hoewel het koor in het begin veel groter was, werd het aantal leden gemiddeld 12 tot 15 in tragedies en 24 in komedies. Ze speelden meestal een groepsrol, zoals 'de oude mannen van Argos'. Het koor bood achtergrondinformatie, samenvattingen en commentaar. In veel van deze stukken, liet het koor aan het publiek zien of horen wat de hoofdkarakters niet konden zeggen, zoals hun verborgen angsten of geheimen. 9
Het koor kan zingen, of het kan in harmonie(koor) spreken (met zijn allen hetzelfde tegelijk zeggen). Het koor compenseerde voor het feit dat er vaak maar één, twee of drie acteurs waren, die elk meerdere rollen speelden (wisselende maskers).
Voor de introductie van verschillende acteurs door Aeschylus was het Griekse koor de hoofdrolspeler tegenover een enkele acteur. Het belang van het koor nam na de 5e eeuw voor Christus af, toen het koor zich begon af te scheiden van de dramatische actie. Later lag in dramatische stukken dus minder nadruk op het koor.
Maskers
Het masker staat sinds de tijd van Aeschylus in de zesde eeuw na Christus bekend als gebruiksmiddel. Het is één van de kenmerken van het klassieke Griekse theater. Maskers werden ook gebruikt bij het aanbidden van Dionysos, en zo is het waarschijnlijk ook als traditie begonnen.
Het meeste bewijs komt van een paar vaasschilderingen uit de 5e eeuw voor Christus, welke acteurs laten zien die zich voorbereiden voor een satirisch toneelstuk. Geen fysiek bewijsmateriaal heeft het overleefd: de maskers werden gemaakt van organische materialen. Ze werden niet beschouwd als permanente objecten, en ze waren na het optreden toegewijd aan het altaar van Dionysos. Toch zijn er voorbeelden van standbeelden van acteurs die een masker in hun hand dragen.
Maskers werden zowel voor de acteurs als voor het koor gemaakt om het publiek te laten weten wat een karakter denkt. De koorleden dragen allemaal hetzelfde masker, omdat zij allemaal hetzelfde karakter voorstellen.
Functie van het masker
In een groot openlucht theater, zoals het Theater van Dionysus in Athene, brachten de maskers het gezicht van de karakters dichter bij het publiek, omdat deze voorzien waren van uitvergrote kenmerken en uitdrukkingen. Een acteur kon alsmaar in allerlei verschillende rollen verschijnen, aangezien het publiek de acteur niet identificeerde met maar één rol. De variaties (van de maskers) hielp het publiek om het geslacht, de leeftijd en de sociale status (van de rollen) te onderscheiden. Ook konden ze (met het masker) veranderingen in het uiterlijk van het karakter laten zien, bijvoorbeeld dat van Oedipus nadat hij zichzelf had blindgemaakt. Unieke maskers werden ook gemaakt voor speciale karakters en gebeurtenissen in een toneelstuk, zoals de 'Furies' in Aeschylus zijn 'Eumenides' en 'Pentheus en Cadmus' in Euripides zijn 'Bacchus'. Gedragen door het koor zorgden de maskers voor een gevoel van eenheid en uniformiteit, een soort van persoon of organisme met meer stemmen.
Geluid
In de tijd van de Grieken waren er natuurlijk nog geen geluidsinstallaties zoals we die nu kennen. Maar hoe konden de mensen op de bovenste rij dan alsnog horen wat er beneden op het podium werd gezegd?
Dat heeft te maken met de akoestiek, dat is de manier waarop geluid weerkaatst in een binnenruimte of in de buitenlucht. Geluid verplaatst zich door de lucht. Als iets of iemand geluid maakt, dan komt er lucht in beweging. Dit worden geluidsgolven genoemd. Hoe harder het geluid, hoe harder de geluidsgolven komen en dus ook hoe verder weg het geluid te horen is.
Je kan je misschien wel voorstellen dat als jij voor 100 mensen staat zonder een microfoon, dat niet iedereen je even goed kan verstaan. De mensen voorin kunnen je goed verstaan, maar de mensen achterin moeten echt hun best doen om je te kunnen horen. Daarnaast zijn er ook altijd bijgeluiden. Die kunnen dan weer zorgen voor ruis op de lijn. Door die bijgeluiden is het nog moeilijker om iemand te verstaan. De Grieken kregen dat op een of andere manier toch voor elkaar met hun theaters. Dat komt door de vorm en het materiaal, dat samen zorgt voor de goede akoestiek. De vorm zorgt ervoor dat het geluid vaak kan weerkaatsen. De golven stoppen dan niet, maar kiezen een andere route. Daardoor is het geluid langer en harder hoorbaar en heeft dat dus een groter bereik.
De bijzondere plaatsing van de zitgedeeltes zorgt er ook voor dat bijgeluiden wegvallen. Zij dienen als een soort geluidsfilter. Dat filter zorgt er dan dus voor dat de luide stem van de acteur wel te verstaan is, terwijl de wind door de bladeren van de bomen niet te horen is of stoort.
De bovenste rij
Het verhaal gaat dat als je beneden op het podium iets fluistert, dit door iedereen op de bovenste rij te verstaan is. Dit blijkt alleen niet zo te zijn. Dat heeft te maken met het soort geluid dat er gemakt wordt. Wanneer je een zacht geluid maakt, bijvoorbeeld fluisteren of het scheuren van een papiertje, dan brengt dat minder geluidsgolven in beweging dan wanneer je staat te schreeuwen. Hoe verder een geluidsgolf komt vanaf de bron, dus degene die het geluid maakt, hoe harder dit klinkt. Daardoor heeft een hard geluid meer bereik dan een zacht geluid.
Als een acteur in een Grieks theater luid praat, is hij op de achterste rij wel degelijk te verstaan, maar wanneer hij fluistert kunnen alleen de mensen op de eerste rijen dit vestaan. Ook het vallen van een munt is op de achterste rij te horen. Sommige geluiden komen dus beter door het geluidsfilter dan andere.