Paddenstoel: verschil tussen versies
Regel 31: | Regel 31: | ||
Als laatste hebben we paddenstoelen die leven ten koste van andere planten en bomen. Dit zijn paddenstoelen die je op bomen en stronken ziet zitten. De paddenstoelen gaan op bomen zitten die al bijna dood zijn. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel parasieten. |
Als laatste hebben we paddenstoelen die leven ten koste van andere planten en bomen. Dit zijn paddenstoelen die je op bomen en stronken ziet zitten. De paddenstoelen gaan op bomen zitten die al bijna dood zijn. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel parasieten. |
||
+ | Natuurlijk zijn er in deze drie groepen nog veel meer paddenstoelen. In Nederland zijn er wel meer dan 4.000 paddenstoelen. En bijna elke week komen er weer nieuwe soorten bij. Het is dus moeilijk om ze allemaal te herkennen. Er zijn dan ook boeken over paddenstoelen waarin je ze allemaal kan opzoeken. Zo kan je ook zien welke paddenstoel wanneer groeit. Sommige vinden het fijn om in de zomer te leven, terwijl de ander juist kiest voor de lente of de herfst. |
||
== Paddenstoelen == |
== Paddenstoelen == |
Versie van 4 nov 2018 12:47
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
Een paddenstoel is een schimmel.
Een paddenstoel bestaat uit meerdere schimmeldraden. De schimmeldraden bij elkaar noem je de zwamvlok. De zwamvlok zit meestal onder de grond of in de boom waar de paddenstoel groeit.
Voorbeelden van Nederlandse paddenstoelen zijn: oesterzwam, vliegenzwam en eekhoorntjesbrood.
Andere paddenstoelen
Een paddenstoel kan ook een speciale wegwijzer zijn die in Nederland op voetpaden en fietspaden gebruikt wordt. Dit zie je vooral in natuurgebieden. Het grote voordeel van een wegwijzer is dat ze passen in het landschap.
Naam paddenstoel
Een paddenstoel heeft zijn naam gekregen, door de magische wereld. Mensen vonden paddenstoelen maar rare dingen. Dat kwam omdat het bos opeens vol kon staan met paddenstoelen. De verhalen gingen rond. Er zouden kabouters in de paddenstoelen wonen. En heksen zouden paddenstoelen gebruiken voor hun toverdrankjes. Padden waren de huisdieren van heksen. De padden moesten door het bos heen en af en toe natuurlijk even rusten. Volgens de mensen moesten de padden hun eigen stoel hebben meegenomen. En zo kwam de paddenstoel tot leven!
Opbouw van een paddenstoel
De meeste paddenstoelen bestaan uit vier onderdelen: • de hoed • de steel • de ring • de beurs
De hoed is het grote “dak” van de paddenstoel. Hieronder zitten de zaadjes verstopt. Onder de hoed zit de steel. En aan de steel zit weer de ring en de beurs. De ring is een overblijfsel waar de hoed eerst aan vast heeft gezeten. De beurs van een paddenstoel is in het begin heel belangrijk. De beurs is namelijk de bescherming van het kleine paddenstoeltje. Als de paddenstoel gaat groeien barst deze bescherming open en hier komt dan de paddenstoel uit.
Niet alle paddenstoelen hebben deze vier onderdelen. Er bestaan bijvoorbeeld ook paddenstoelen die een vorm hebben van een bol en zij missen dan ook de steel en de ring.
Soorten paddenstoelen
Er zijn drie soorten paddenstoelen die ieder op een andere manier leven.
De eerste zijn paddenstoelen die samen leven. Zij leven samen met een andere plant of boom. Bijvoorbeeld: eekhoorntjesbrood. Het eekhoorntjesbrood kan samen met een eikenboom leven. De paddenstoel zorgt dat de zwamvlok (schimmeldraden) samengroeien met wortels van de boom. Als dat is gebeurd, kunnen de paddenstoel en de boom elkaar voedsel geven. Deze paddenstoelen helpen de bomen en planten bij het overleven als zij het moeilijk hebben. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel symbionten.
De tweede zijn paddenstoelen die zorgen voor voedsel voor planten en bomen. Ze zetten rottend materiaal en dood hout om in voedsel. De meeste paddenstoelen horen in deze groep. Deze paddenstoelen zie je vaak op dezelfde plek terug komen. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel saprofieten.
Als laatste hebben we paddenstoelen die leven ten koste van andere planten en bomen. Dit zijn paddenstoelen die je op bomen en stronken ziet zitten. De paddenstoelen gaan op bomen zitten die al bijna dood zijn. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel parasieten.
Natuurlijk zijn er in deze drie groepen nog veel meer paddenstoelen. In Nederland zijn er wel meer dan 4.000 paddenstoelen. En bijna elke week komen er weer nieuwe soorten bij. Het is dus moeilijk om ze allemaal te herkennen. Er zijn dan ook boeken over paddenstoelen waarin je ze allemaal kan opzoeken. Zo kan je ook zien welke paddenstoel wanneer groeit. Sommige vinden het fijn om in de zomer te leven, terwijl de ander juist kiest voor de lente of de herfst.
Paddenstoelen
In de herfst zie je veel paddenstoelen. De bekendste is de vliegenzwam. Dat is de paddenstoel met rood met witte stippen. Van zaadje tot paddenstoel: Als een zaadje op een goede plaats terecht komt kan er een paddenstoel ontstaan. Het zaadje zit verpakt in een dun velletje (vlies). Hij groeit steeds groter tot hij niet meer in het velletje past en scheurt eruit. De steel en de hoed komen dan boven de grond. De hoed zit eerst nog dicht en zit vast aan de steek. Als de hoed open gaat zie je nog een randje op de steel zitten waar hij aan vast zat dit noem je de ring. Onder de hoed zitten allemaal kleine plaatjes hier zitten de zaadjes (sporen) van de paddenstoel in. Wanneer de sporen rijp zijn dan worden ze verplaatst door wind of vogels en begint het weer van voor af aan.
Verspreiding van sporen:
De wind zorgt er niet alleen voor dat de sporen worden verspreid. Ook vogels helpen hierbij. Als een vogel een zaadje heeft opgegeten en ergens weer uitpoept kan daar ook een paddenstoel komen. Andere paddenstoelen lokken vliegen met hun geur. Als ze er dan op gaan zitten blijven de sporen aan de pootjes van de vlieg zitten. En zo worden die verspreid.
Soorten paddenstoelen:
Er zijn veel soorten paddenstoelen. In Nederland zijn er ongveer 3500 soorten. Het is dus moeilijk om ze allemaal te herkennen. Er zijn dan ook paddenstoelen boeken om ze in op te zoeken. Er zijn wel paddenstoelen die alleen een voorkeur hebben wanneer ze groeien. Soms in de zomer, maar ook de lente en de herfst. Er zijn ook paddenstoelen die licht kunnen geven, die heten excellanti. Deze zijn heel bijzonder en vind je meestal niet in het wild, maar je kan ze zelf ook kweken.
Verschillende vormen:
Niet alle paddenstoelen hebben een steel, een hoed en plaatjes. Paddenstoelen hebben veel verschillende vormen. Zo zijn er ook bollen en elvenbankjes.
Groeiplaatsen:
Paddenstoelen groeien niet alleen in het bos. Maar ook in: weilanden, akkers, parken, bermen, tuinen, tussen de straatstenen, duinen en op mest. Iedere soort heeft zijn eigen voorkeur. De een wil het liefste in de schaduw en de ander op stenen.
Eetbaar of giftig:
Er zijn paddenstoelen die je kunt eten zoals de champignon. Maar er zijn ook paddenstoelen die giftig zijn. Je moet dus nooit zomaar een paddenstoel eten. Dieren eten ook paddenstoelen zoals: slakken,kevers, muizen, konijnen en eekhoorns.