Kip: verschil tussen versies
(kip) |
|||
Regel 16: | Regel 16: | ||
*[http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20060623.asf Klokhuis Aflevering: Ei leggen] |
*[http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20060623.asf Klokhuis Aflevering: Ei leggen] |
||
*[http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20050215.asf Klokhuis over kippen] |
*[http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20050215.asf Klokhuis over kippen] |
||
− | *[http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/teleacnot/beeldbank/20031127_cndpclipsb14kip_high.wmv Van ei tot Kip] |
+ | *[http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/teleacnot/beeldbank/20031127_cndpclipsb14kip_high.wmv Van ei tot Kip] |
− | |||
− | Oorsprong |
||
− | Een van de waarschijnlijke voorouders van de kip is het Bankivahoen, of rode kamhoen of boshoen, een in het wild levende hoenderachtige uit het geslacht Gallus die voorkomt in Zuidoost-Azië. De wetenschappelijke/Latijnse naam voor deze vogel is Gallus gallus. Het Bankivahoen is niet groot, ongeveer zo groot als de gemiddelde krielkip. Deze vogel komt in India en Zuidoost-Azië nog steeds in het wild voor. De hen legt zo'n twaalf eieren per jaar. |
||
− | Waarschijnlijk is de kip uit het Bankivahoen gedomesticeerd, maar de invloed van eventuele andere, in het wild levende hoenderachtigen kan niet geheel worden uitgesloten, maar het is inmiddels wel duidelijk dat het Bankivahoen de belangrijkste voorouder is. Hoe en wanneer het domesticatieproces precies is verlopen, is ook niet geheel bekend. Wel weten we dat in 3200 v.Chr. huishoenders werden gehouden in Azië, vooral in India. In een reisverslag van Marco Polo werd bijvoorbeeld melding gemaakt van een gedomesticeerd zwarthuidig Zijdehoen. Ook zijn er aanwijzingen dat de Egyptenaren en Chinezen reeds kippen hielden vanaf het jaar 1400 v.Chr. In het oude Sumer noemde men het de vogel uit Meluhha. De eerste gedomesticeerde kippen kwamen rond het jaar 700 v.Chr. in Zuid-Europa terecht. Tegenwoordig komen kippen vrijwel overal ter wereld voor. |
||
− | Kip als exoot |
||
− | In onder meer Nederland komt de kip voor als exoot. Het gaat hierbij om kippen uit gevangenschap die zijn verwilderd. Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld door bijvoederen) worden het er zoveel dat ze gevaar voor het verkeer kunnen opleveren. |
||
− | Anatomie en gedrag |
||
− | |||
− | |||
− | |||
− | Kopstudie van een Orpington |
||
− | Een kip kan goed hard voedsel zoals maïskorrels eten. Wat ze oppikt komt eerst in een zak terecht (de krop). Het wordt daar met speeksel geweekt. Daarna zijn er twee magen die meehelpen om het voer fijn te krijgen. De kliermaag voegt maagsappen toe voor de verdere vertering. De spiermaag kneedt het voer en maalt het fijn met behulp van kleine steentjes die de kip oppikt. Daarom is het van belang bij kippen die op een beperkte ruimte leven om grit tot hun beschikking te stellen. Daarna wordt het voer verder verwerkt in de dunne darm. De reststoffen verlaten het lichaam via de endeldarm en de cloaca. Een kip heeft twee blindedarmen. Ze helpen bij de vertering van ruwvezels en onttrekken vocht aan de voedselmassa. Kippen hebben de neiging om naar rode voorwerpen te pikken, wat opmerkelijk is omdat hun kam en lellen zelf rood zijn. Wanneer een kip eenmaal bloedt door het pikken, kan het hierdoor gebeuren dat kippen elkaar uiteindelijk doodpikken. De kip heeft een intern kompas, dat gesitueerd lijkt in de ogen, waarmee ze zich kan oriënteren op het aardmagnetisch veld[1]. |
||
− | De kip kan haar kop heel ver in alle richtingen draaien. Dat komt door het grote aantal halswervels: veertien. De mens heeft er maar zeven. De kip kijkt niet ver. Wat meer dan vijftig meter verderop gebeurt, kan ze niet zien. Een kip heeft geen oorschelp. Wat op meer dan vijftig meter afstand gebeurt, hoort ze niet. Een kip ziet kleuren ook anders. Voor een kip is roodgeel de helderste kleur. Daarna volgt geel. Overigens heeft de kip wel oorlellen. Meestal legt een kip met witte lellen witte eieren en één met roze lellen bruine. De huid op de poten van de kip bestaat uit schubben, zoals bij reptielen. Reptielen hebben echter schubben op hun hele lichaam. Kippen hebben drie voortenen en een achterteen, behalve het zijdehoen en de houdan, die een extra teen hebben. Kippen hebben ook scherpe nagels om goed mee te kunnen graven en scharrelen. |
||
− | Hiërarchie en intelligentie |
||
− | In de groep heerst duidelijk een hiërarchie. Die rangorde wordt ook wel de pikorde genoemd. De plaats die een kip heeft in de pikorde bepaalt wie eten mag, en ook wanneer elke kip mag eten. In een grote groep kippen, of toom zoals dat ook wordt genoemd, kan een kip meer dan 100 soortgenoten herkennen, en weten ze ook de positie die elke kip op 'de ladder' inneemt. Kippen hebben een zeer ingewikkelde hiërarchie en gaan dus ook op een zeer exacte manier met elkaar om. Wetenschappers hebben vastgesteld dat kippen daardoor dus een echte cultuur hebben, net als bij mensen. Kippen zijn heel slimme dieren, en dat moet ook als ze van 100 andere soortgenoten hun posities kunnen onthouden. Kippen kunnen zelfs 'oorzaak en gevolg' relaties begrijpen, en ze zijn zich er ook van bewust. Hun verstandelijke vermogens zijn veel groter dan die van jonge kinderen, want kippen zijn er zich van bewust dat objecten bestaan, zelfs als objecten voor hen verborgen worden gehouden. Dit zijn allemaal dingen die jonge kinderen niet kunnen. Kippen zijn ook tot zelfcontrole of zelfbeheersing in staat, en dat was eerder alleen aangetoond bij mensen en andere mensapen. Dit zijn bewijzen van een goed geheugen en ingewikkelde structuren in de sociale omgang, en dit is te vergelijken met de intelligentie van zoogdieren.[2] [3] [4] |
||
− | Communicatie |
||
− | Net zoals bij mensen en vele andere dieren communiceren kippen door middel van spraak, met hun stembanden. De 'kippentaal' is uitgebreider dan de meeste mensen denken. Kippen hebben ruim 30 tot 40 verschillende kippenwoordjes, die allemaal verschillende betekenissen hebben. 'Praten' of tokkelen, zoals veel mensen het noemen, gebeurt zelfs al voor dat de kip geboren wordt. Een moederkloek (moederkip) geeft haar kennis door aan haar kuikens, en dat gebeurt zelfs al terwijl de jongen nog in het ei zitten. De kuikens antwoorden terug door gepiep dwars door het eierschaal heen. Studies hebben vastgesteld dat er verschillende kippen verschillende waarschuwingen/oproepen maken, zo hebben kippen een luchtalarm, als er een roofvogel in de lucht vliegt dan maken ze een soort piepend en krakend geluid, en bij gevaar aan de grond maakt een kip een paniekerig kakelend geluid, en als een kip voedsel vind dan maakt een tck tck tck achtig geluid, en het is een boodschap aan de anderen van dat hij eten heeft gevonden en je kan het ook als een soort "hoera" vergelijken. Op de website galliform.bhs.mq.edu.au[5] zijn drie filmpjes te zien van experimenten van het Animal Behaviour Lab uit de UK met kippen die waarschuwingen geven. |
||
− | Leeftijd |
||
− | De maximale leeftijd van een kip is afhankelijk van het ras. De 'gewone' bruine industriekippen, de hybriden, worden vaak niet ouder dan een jaar of 3. Maar sommige rassen kunnen wel 20 jaar oud worden. Verder spelen ook de levensomstandigheden van de kip een belangrijke rol. Gemiddeld worden de meeste rassen niet ouder dan 10 jaar. |
||
− | Haan |
||
− | |||
− | |||
− | Hoofdartikel: Haan |
||
− | Mannelijke kippen worden haan genoemd. Zij onderscheiden zich van de vrouwtjeskip doordat ze meestal groter zijn, een staart met langere en meestal sikkelvormige veren hebben, bij gekleurde rassen meer kleuren veren hebben dan de hen, een grotere kam op het hoofd hebben en (grotere) sporen aan de poten hebben. Een gecastreerde haan is een kapoen. Ook het gedrag van een haan is anders dan dat van een hen. |
||
− | Hen |
||
− | |||
− | |||
− | Hoofdartikel: Hen |
||
− | Een vrouwelijke kip wordt een hen genoemd. Wanneer hennen 5 tot 6 maanden oud zijn, kunnen ze eieren leggen. Het maximaal aantal eieren dat de hen kan leggen is gelijk aan het aantal eicellen dat bij de geboorte in de eierstok zit. |
||
− | De hen heeft, in tegenstelling tot de meeste dieren, slechts één werkende eierstok, de linker, die in de lichaamsholte vlakbij de ruggengraat zit. Wanneer de hen voor de eerste keer een ei moet leggen, worden kam en lellen wat roder van kleur. Vaak gaat de hen geluiden maken die doen denken aan binnensmonds mompelen. |
||
− | Voortplanting |
||
− | |||
− | Een haan die met een hen wil paren, pakt eerst met zijn snavel een pluk veren achter haar kop, zodat zij niet kan weglopen. Dan duwt hij zijn cloaca tegen de cloaca van de hen aan. De haan drukt dan zijn penis iets naar buiten en spuit de zaadcellen in de hen. Die bevruchten dan de eicellen in de eileider. De cloaca is een opening onder in de buik van een kip. Nadat de kip het bevruchte ei heeft gelegd, kan het ei op twee verschillende manieren worden uitgebroed. Een broedse hen kan dit doen, of men kan de eieren in een broedmachine uitbroeden. Na 21 dagen (dit kan één tot twee dagen afwijken) zullen de eieren uitkomen. Kuikens die met de broedmachine zijn uitgebroed hebben veel meer aandacht nodig dan kuikens die door een hen zijn uitgebroed. In het laatste geval hoeft men in principe alleen maar voor eten (opfokkorrel of kruimel 1 of 2, afhankelijk van de leeftijd) en drinken te zorgen. Heeft men kuikens uitgebroed met een broedmachine, dan zal men de kuikens warm moeten houden met een warmtelamp of -plaat. |
||
− | Broeden |
||
− | |||
− | Het kan voorkomen dat een hen broeds wordt. Niet alle hennen worden broeds, maar als het gebeurt, gebeurt dit doorgaans in het voorjaar. De kip trekt zich dan terug op de plaats waar zij de eieren heeft gelegd en broedt ze uit. Dit duurt 21 dagen. Gedurende deze periode eet en drinkt de hen niet veel. Ook produceert ze minder ontlasting, zo blijft het nest schoner. |
||
− | Tijdens de broedperiode stopt de kip met het leggen van eieren. Een broedse hen maakt typische geluiden (het zogenoemde klokken) en verlaat het nest zelden om te drinken, te eten of een stofbad te nemen. Ze houdt de eieren op een constante temperatuur (een kip heeft een lichaamstemperatuur van 41 °C) en keert de eieren op bepaalde tijdstippen. |
||
− | Als er geen eieren uitkomen, verlaat de broedse kip het nest meestal na verloop van tijd. Er zijn echter ook gevallen bekend waarbij de kip zich letterlijk doodbroedt. |
||
− | |||
− | |||
− | Een broedende zijdehoen. |
||
− | Kuiken |
||
− | |||
− | |||
− | |||
− | Kuiken Leghorn (2 weken oud) |
||
− | Een ongetraind mens kan aan de buitenkant van het kuiken moeilijk tot niet zien of het een vrouwelijk of een mannelijk kuiken betreft. Bij sommige rassen is het onderscheid te maken aan de hand van de kleur van het kuiken, bij andere rassen is het mannelijke kuiken groter dan het vrouwelijke. |
||
− | Kuikens kunnen nadat ze uit het ei gekropen zijn meteen lopen, eten en piepen. Ze zullen de eerste dagen vooral doorbrengen in het zachte, warme dons van de moederkloek; daarna zullen ze meer zelfstandig op stap gaan. Als de jongen ver afdwalen worden ze door middel van geluiden door de kloek teruggeroepen. |
||
− | Aanvankelijk bestaat de vacht van een kuiken uitsluitend uit dons, maar al na enkele dagen verschijnen de eerste veertjes. |
||
− | Ei |
||
− | |||
− | |||
− | |||
− | Een hen doet er ongeveer 25 uur over om een ei te maken. Als de eicel bevrucht is door een zaadcel, vormt het ei een bescherming voor het kuiken. Het embryo voedt zich met het eigeel en het eiwit en na 21 dagen broeden komt het kuiken uit het ei. Een eicel rijpt in zeven tot tien dagen tot dooier, deze bevindt zich later in het centrum van het kippenei. De dooier gaat door de eileider op weg naar buiten. Doordat het ei door de eileider wordt voortgestuwd, wordt de voorkant puntig, de achterkant blijft stomp. Alles bij elkaar duurt het ontstaan van een ei ongeveer 25 uur, van eicel tot ei. |
||
− | De volgende dag gebeurt hetzelfde en zodoende legt een kip bijna elke dag een ei. |
||
− | Eicel |
||
− | Het proces begint met de enkele duizenden onrijpe eicellen die de kip bij haar geboorte in haar eierstok heeft (een kip heeft één actieve eierstok en een embryonale). Als de hen geslachtsrijp is, worden deze eieren één voor één rijp. Een eicel rijpt in zeven tot tien dagen tot dooier waarna de ovulatie plaatsvindt. De ovulatie is het startsein voor de opbouw van de rest van het ei. De eicel, genesteld in de nu voltooide dooier, wordt afgestoten door de eierstok en komt terecht in de trechtervormige opening van de eileider. De eileider is een holle, gekronkelde, flexibele buis met een lengte van ongeveer 75 centimeter. De binnenwand van deze buis bestaat uit klierweefsel, dat verschillende eiwitlagen rond de dooier afzet. Als de hen in de afgelopen weken gepaard heeft, zal het boveneinde van de eileider sperma bevatten, waardoor de eicel bevrucht kan worden. |
||
− | Dooier |
||
− | |||
− | 1. Kalkschaal |
||
− | 2.Schaalvlies |
||
− | 3.binnenste schaalvlies |
||
− | 4.Hagelsnoer |
||
− | 5.Buitenste eiwit |
||
− | 6.Middelste eiwit |
||
− | 7.Dooiervlies |
||
− | 8.Dooier |
||
− | 9.Kiemvlek (of vormingsdooier) |
||
− | 10.Donkere eigeel |
||
− | 11.klare eigeel |
||
− | 12.Binnenste eiwit |
||
− | 13.Hagelsnoer |
||
− | 14.Luchtkamer |
||
− | Na ongeveer 15 minuten verdikt het dooiervlies. De dooier is een kogelronde bal van 3 tot 4 centimeter doorsnee en draait in de eileider rond met de draai-as in de lengterichting van de eileider. De kleur van de dooier varieert van geel tot oranje, afhankelijk van de voeding die de dieren hebben gehad. De kleur van de dooier wordt donkerder naarmate er meer caroteen in het voer van de kip zit. Caroteen zit onder andere in wortel. Als de kip dan maar één of twee keer per dag eet, in plaats van de hele dag door, zijn in de eierdooier duidelijk laagjes pigment te onderscheiden. In de dagen voor de ovulatie neemt de eierdooier sterk in grootte toe: er moeten immers voldoende voedingsstoffen in opgeslagen worden voor de broedperiode van drie weken. Een dooier is eigenlijk een eicel met veel reservevoedsel. Bijna iedere dag komt er een nieuwe dooier in het begin van de eileider. |
||
− | Eiwit |
||
− | Na ongeveer een kwartier bewegen eicel en eidooier zich naar een ander gedeelte van de eileider, waar binnen enkele uren zich vier afwisselend dikke en dunne lagen eiwit over de eierdooier vormen. Bij de eerste laag worden de hagelsnoeren gevormd, dit zijn de strengen waarmee de eierdooier aan de eierschaal vastzit en in het midden van het ei gehouden wordt. In het volgende gedeelte van de eileider worden eidooier en eiwit gewikkeld in twee sterke, dunne vliezen die bijna geheel aan elkaar vastzitten. Er is één open plekje, waar zich later een luchtbel zal vormen om het kuiken van de eerste ademteugen te voorzien. De vliezen dienen voornamelijk als bescherming tegen bacteriën. Gedurende de volgende vijf uur wordt het ei opgepompt met water en zouten die uit de eileiderwand door de vliezen in het eiwit gevoerd worden. Het draaien van het ei gaat nog door in het laatste deel van de eileider. |
||
− | Schaal |
||
− | Als daarna de schaalafzetting begint, worden de vliezen strak gespannen, doordat het eiwit nog wat vocht opneemt. Aan de zijkanten wordt het ei daarbij ingedrukt door de cilindervormige eileider. Zo ontstaat de kenmerkende cirkelvormige doorsnede van het ei. De uiteinden gaan bol staan door de spanning van de vliezen. De bolvorm ontstaat vanzelf. Het is de vorm waarbij de spanning gelijkmatig over het vlies wordt verdeeld. De vorming van de eischaal duurt ongeveer veertien uur. De schaal bestaat voor ongeveer 4% uit eiwit en voor 95% uit calcium-carbonaat. Tevens zit er nog wat magnesiumchloride en calciumfosfaat in de eischaal. In de eigang wordt de kleurstof van de eischaal gemaakt en aangebracht. Als laatste komt er een soort wasachtige laag om het ei, waardoor vochtverlies wordt tegengegaan. In de schaal zitten tienduizend luchtgaatjes. Door die gaatjes komt zuurstof in het ei en verlaten koolstofdioxide en water het ei. |
||
− | Leg |
||
− | Een hen legt in principe het hele jaar door, behalve als ze broeds is, in de rui is of ziek is. De energie wordt dan in het nieuwe verenpak of in het herstel van een ziekte gestoken. In de maanden december en januari komt de leg op een laag pitje te staan. Dit is de donkerste periode van het jaar en is voor de hen een periode om een beetje tot rust te komen en energie te verzamelen voor het voorjaar om dan weer veel eieren te leggen en eventueel te broeden. Kippen hebben een open bekken. Dit betekent dat de schaambeenderen niet gesloten zijn aan de onderzijde. Daardoor is er aardig wat ruimte voor het ei. |
||
− | Vorm |
||
− | Een kippenei is ovaal. 'Ovaal' is afgeleid van het Latijnse woord ovum, dat ei betekent. Eigenlijk staat in het eerste zinnetje: een ei is eivormig. 'Ovum' is afgeleid van het Latijnse woord avis, dat vogel betekent. Ovum is 'het ding van de vogel'. Doordat het ei door de eileider wordt voortgestuwd, wordt de voorkant puntig, de achterkant blijft stomp. |
||
− | Kleur |
||
− | De meeste eieren zijn bruin of wit. Er zijn echter ook rassen die blauwe of groene eieren leggen. De kleur wordt in de eileider aangebracht en is karakteristiek voor het ras. |
||
− | Inhoud van het ei |
||
− | In elk ei zit een luchtkamer die tijdens het broeden groter wordt naarmate het embryo zich verder ontwikkelt. Hieraan kan afgemeten worden hoe ver de ontwikkeling gevorderd is. Een ei bevat ongeveer dertien procent eiwit, elf procent vet, veel mineralen (vooral ijzer) en veel vitamines A, B en D. De rest is water. Eiwit vormt samen met water het belangrijkste bestanddeel van het wit van het ei. De andere stoffen zitten in de dooier (het eigeel). De eidooier bevat overwegend onverzadigde vetzuren. In het eigeel zit ook cholesterol. De voedingswaarde van het ei kan enigszins worden gestuurd door de samenstelling van het voer te veranderen. |
||
− | Een ei van 60 gram bevat: |
||
− | Energie 356 KJ/87kcal |
||
− | Eiwit 8 gram |
||
− | Vetten 9 gram |
||
− | Natrium 90 milligram |
||
− | Kalium 90 milligram |
||
− | Calcium 36 milligram |
||
− | Fosfor 135 milligram |
||
− | IJzer 1,2 milligram |
||
− | Vitamine A 0,12 milligram |
||
− | Vitamine B1 0,1 milligram |
||
− | Vitamine B2 0,2 milligram |
||
− | Vitamine B6 0,1 milligram |
||
− | Afwijkingen |
||
− | Soms komen twee eicellen(dooiers) tegelijk vrij in de eileider van de hen. Zo'n ei heet een dubbel-dooier. Een dergelijk ei zal, als het wordt uitgebroed, nooit twee gezonde kuikens kunnen bevatten. |
||
− | Soms legt een hen een ei zo groot als een duivenei. Zo'n ei ontstaat, doordat een stukje eiwit zich losmaakt van de wand van de eileider. Om dat eiwit vormt zich vervolgens een eivlies en een schaal. Zo'n ei wordt ook wel een 'scheet' of 'hanenei' genoemd. |
||
− | Soms heeft een ei wèl een vlies maar géén schaal. Dit is een windei. |
||
− | Sommige eieren zijn sterk gerimpeld of aan één zijde afgeplat. |
||
− | Soms scheurt er een klein bloedvaatje in de eierstokken van de kip waardoor er wat bloed in het ei terecht kan komen. Het is een misverstand te denken dat een dergelijk ei bevrucht zou zijn. Een dergelijk bloedstipje in het ei kan met een natgemaakte lepel worden verwijderd. |
||
− | Bijzondere Hoendersoorten |
||
− | |||
− | Zijdehoen of Wugu-ji |
||
− | Een van de meest aparte kippensoorten is het Zijdehoen of Wugu-ji, ook wel Neger- en Morenhoender genoemd vanwege zijn zwarte huid. Het Zijdehoen heeft zelfs zwart vlees en zwarte botten. Het Zijdehoen heeft een aparte vacht, het vacht lijkt meer op haar dan op veren. En het zijdehoen heeft ook 5 tenen aan de voeten in plaats van de gebruikelijke 4. De tenen zijn ook voorzien van lange klauwen. Ook aan de armen (vleugels) heeft het zijdehoen 4 vingers waarvan twee aan elkaar gegroeid (zoals bij elke vogel) en nog een gewone vinger en een extra vinger. De laatste twee genoemde vingers hebben klauwen. En waarschijnlijk leefde het Zijdehoen van oorsprong in het Himalaya gebergte. Zie voor meer informatie: Zijdehoen. |
||
− | Gallus giganteus |
||
− | Waarschijnlijk heeft er ooit een reuzenhoen bestaan: Het legendarische reuzen(vecht)hoen Gallus giganteus. Over deze hoen is weinig bekend. Hij moest reeds een lange tijd uitgestorven zijn. Gallus giganteus moest er uit gezien hebben als de Maleier. De Maleier is een oeroud vechthoender met lange grote poten, een sterke snavel en een walnootkam. En waarschijnlijk stamt de Maleier af van Gallus giganteus, alleen moest Gallus giganteus wel veel groter geweest zijn. Alhoewel de Maleier vroeger al een schedelhoogte van 90 cm had. |
||
− | Amerikaanse mariniers ontdekten in de Tweede Wereldoorlog op het eiland Saipan, het grootste eiland van de Marianen in het zuidelijke gedeelte van de Grote oceaan, een ogenschijnlijk in het wild levend zeer groot en fors junglehoen van een Maleierachtig vechthoendertype. Op initiatief van de mariniers werden na het beëindigen van de oorlog enige exemplaren naar Noord- en Zuid-Amerika verscheept, in het bijzonder naar Braziliaanse belangstellenden. Dr. J.D. Burnette, Olmsted Falls/Ohio een van de grootste gangmakers en verbreiders van dit ras, vermeldt echt sensationele gewichtslimieten van 4,36-9,68 kg voor de haan en 2,9-7,26 voor de hen. Tegelijkertijd ziet Dr. Burnette in de Saipan Junglehoenders het levende bewijs dat de Gallus giganteus nooit uitgestorven is. Echter in internationaal verband zal bewezen moeten worden dat de opgegeven mammoetgewichten ook werkelijk gerealiseerd kunnen worden. In dat verband stemmen de verschillen van 5 kg tussen minimum- en maximumgewicht, iets wat bij andere hoenders niet aangetroffen wordt, tot nadenken. In sommige gevallen zouden opgerichte Saipanhanen een schedelhoogte bereiken van 90 cm en over een platte aardbeikam beschikken; soms ontbreekt deze geheel. De snavel is hoornkleurig, en bij donkere kleurslagen is deze ook geheel donker. De kin en oorlellen zijn klein of ontbreken soms. De diepliggende gele ogen worden goed beschermd door de sterk ontwikkelde wenkbrauwen. De kop is sterk en lang en de rug is eveneens vrij lang. De sterk bevederde staart wordt betrekkelijk vlak, en bij de hennen recht gedragen. De schouders zijn goed ontwikkeld en de vleugels worden net als bij Maleiers op de rug gedragen. De lange sterke loopbenen zijn geel. De kleurslagen zijn goud, platina, wit en wildkleurig. |
||
− | Zo moest Gallus giganteus er waarschijnlijk uit hebben gezien, maar waarschijnlijk veel groter. |
||
− | Productie, verkoop en intensivering |
||
− | |||
− | Kippen worden gehouden voor hun vlees en voor hun eieren. De 19de eeuwse kleinschalige gemengde bedrijven zijn steeds verder gaan intensiveren met onder andere als resultaat de huidige legbatterijen. Batterijkippen worden binnen gehouden in vrij kleine kooien. |
||
− | Doordat er pluimveebedrijven met grote aantallen dieren dicht bij elkaar staan, maar ook omdat er steeds meer kippen buiten lopen (Freiland) en dus in contact komen met wilde vogels, zijn er meer uitbraken van ziektes, zoals vogelpest. Kippenvlees en ook rauwe eieren bevatten in Nederland en België soms de salmonella bacterie, die ernstige voedselvergiftiging kan veroorzaken, mede doordat de consument de producten niet goed bereidt of bewaart. |
||
− | Als een kip voorheen op een boerderij geslacht werd, gebeurde dat door de kop eraf te hakken. De kip kan daarna nog een tijdje reflexmatig blijven rondrennen. |
||
− | Enige begrippen: |
||
− | Biologische kippen: Een biologische kip (500.000 in Nederland, cijfer van 2005)heeft 4 m2 weiland ter beschikking. Daarnaast is er stalruimte, waar de kip 's nachts slaapt en 's ochtends z'n eitje legt (ze worden dan even opgehokt), hier delen zes kippen samen 1 m2. De snavels worden niet geknipt of gebrand. Het mengvoer van deze kippen is voor 80 procent biologisch. Er wordt in de landen van de Europese Unie geen genetisch gemanipuleerd voedsel gegeven. De kippen hebben legnesten, zitstokken en een stofbad, evenals gewone scharrelkippen. |
||
− | Freiland kippen: Of vrije uitloopkip(4.3 milj. in 2005). De naam zegt het al: deze scharrelkippen lopen net als de biologische kippen buiten in het weiland. De snavels mogen geknipt of gebrand worden. De kippen hebben ook de beschikking over legnest, zitstokken en een stofbad. Voor meer info, zie 'Scharrelkippen'. |
||
− | Scharrelkippen: In Nederland (2005) leven 10,3 miljoen scharrelkippen. Negen kippen delen samen 1 m2. Ze kunnen niet naar buiten. De snavels mogen geknipt of gebrand worden. De dieren krijgen mengvoeder en ze hebben de beschikking over legnesten, zitstokken en een stofbad. |
||
− | Batterijkippen: In een legbatterij zitten 18 kippen per m2. Nederland (2005) heeft 14.5 miljoen batterijkippen. De dieren kunnen niet naar buiten, de snavels worden geknipt of gebrand en er zijn geen legnesten, zitstokken of stofbaden. |
||
− | Vleeskippen: Vleeskippen zijn kuikens van ongeveer 6 weken oud. In deze 6 weken groeien ze tot een gewicht van zo'n 2,5 kilo. De kuikens worden gehouden in grote schuren waar 16 tot 24 dieren per m2 zitten. De kuikens kunnen niet naar buiten en de schuren hebben geen ramen. Omdat slapende dieren niet groeien, worden de kuikens 23 uur per dag wakker gehouden. |
||
− | Kip wordt in supermarkten en door slagerijen verhandeld. Een speciaalzaak voor kippenvlees en wild heet een poelier, van het Franse woord voor kip, poule. |
||
− | Kip in de taal |
||
− | |||
− | een lekker kippie: een aantrekkelijke vrouw of aantrekkelijk meisje |
||
− | er als de kippen bij zijn: er snel bij zijn om ergens een voordeel uit te behalen |
||
− | met de kippen op stok gaan: vroeg gaan slapen |
||
− | kippenborst: een borst waarvan het borstbeen sterk naar voren steekt; ook: spotnaam voor een nauwelijks gespierde borstkas |
||
− | kippenvel: huid waarbij de haren door de kou overeind staan, zodat de huid eruit ziet als die van een pas geplukte kip |
||
− | praten als een kip zonder kop: veel praten, maar weinig zinvols vertellen |
||
− | kip, ik heb je: het was lastig, maar het is gelukt |
||
− | de kip met de gouden eieren slachten: iets wat goed rendeert voor de korte termijn verkopen |
||
− | er is geen kip te zien: er is niemand te zien. |
||
− | zich kiplekker voelen: zich erg lekker voelen |
||
− | hanengedrag: gedrag als van een macho |
||
− | zijn haan koning laten kraaien: de baas spelen |
||
− | daar kraait geen haan naar: er is niemand die er iets om zal geven |
||
− | haantje de voorste zijn: vaak vooraan staan |
||
− | zij heb kip (Utrechts dialect): zij is zwanger [Bron: De vollekstaol van de stad Uterech, B.J. Martens van Vliet] |
||
− | de haan kraait koning als zijn hen er niet is: de man is baas in huis als de vrouw even weg is |
||
− | met de hennen op het rek en met de haan er weer af: 's avonds vroeg naar bed en er 's morgens er weer op tijd uit |
||
− | kip, het meest veelzijdige stukje vlees, kip!: kip is ook te eten (kip is eigenlijk geen vlees, maar gevogelte) |
||
− | hij heeft het zo druk als de kippen vóór Pasen: hij heeft het buitengewoon druk. |
||
− | als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen: als een sluw persoon mooie praatjes verkoopt, voert hij wat in zijn schild |
||
− | een kale kip kun je niet plukken: van een arm persoon kan je geen geld krijgen |
||
− | Kip in de keuken |
||
− | |||
− | Kip kan op veel manieren bereid worden als voedsel, bijvoorbeeld in de grill, op de barbecue, gebakken of gebraden met allerhande kruiden en wijn, maar ook wel gekookt voor in soep. Kip is wereldwijd het meest gegeten stukje vlees. |
||
− | In de Indonesische keuken wordt kip Ajam genoemd. |
||
− | Zie ook |
||
− | |||
− | Kippenvlees |
||
− | Lijst van kippenrassen |
||
− | |||
− | Bronnen, noten en/of referenties: |
||
− | ↑ Wiltschko, W. et al. (2007) "The magnetic compass of domestic chickens, Gallus gallus", Journal of Experimental Biology, 210, pp. 2300-2310 |
||
− | ↑ Jennifer Viegas "Chickens worry about the future, 210, pp. 2300-2310 |
||
− | ↑ waardelozehaantjes.nl "Natuurlijk Gedrag, 210, pp. 2300-2310 |
||
− | ↑ Roger Highfield So who are you calling bird brain? Chatter of chickens proves they are brighter than we thought, 210, pp. 2300-2310 |
||
− | ↑ Animal Behaviour Lab Filmpjes van de reacties en waarschuwingen van een kip, 210, pp. 2300-2310 |
||
Versie van 9 sep 2009 14:05
De kip is een vogel én een boerderijdier net als de geit en de koe.
Een kip heeft een kam op zijn kop en de kam is rood. Hij heeft gele poten. Een kip kan niet vliegen, net als een dodo. Ze eten graan.
Een kip heeft veren. De veren hebben verschillende kleuren. De kip legt eieren. De kip legt alleen eieren als er geen haan bij is, is er wel een haan bij worden het kuikentjes.
Het kuiken
Het kuiken is een babykip. Ze komen uit een ei en ze zijn dan heel klein.
de eieren van een kip worden ook vaak door mensen opgegeten.
De haan
De haan is een mannetje en die zegt "kukeleku" en hij is groter dan de kippen.
De haan kan niet vliegen, alleen als hij schrikt. Een haan heeft een kam.
De haan leeft op de boerderij. Hij zit in een kippenhok maar je kan hem niet aaien, want hij voelt niet zo lekker aan.