Dyscalculie: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Toegevoegd)
 
(124 tussenliggende versies door 8 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
  +
{{arts vragen}}
'''Dyscalculie''' is een rekenprobleem die je met je geboorte mee hebt gekregen en dan met namen het aanleren en het eigen maken van de rekenvaardigheden de basisvaardigheden van rekenen en wiskunde ervan.
 
  +
{{Zijbalk leerstoornissen}}
  +
[[Bestand:Rijtjes sommen beloning.jpg|miniatuur|Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie]]
  +
'''Dyscalculie''' of '''cijferblindheid''' is een leerstoornis die te maken heeft met [[rekenen]]. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met [[dyslexie]], wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht rekenonderwijs, maar door een onderliggende stoornis.
   
  +
Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.
Dyscalculie is een hele vervelende en moeilijke stoornis omdat rekenen in meerder hersenen delen wordt gebruikt waaronder ook het taalcentrum daarnaast wordt bij rekenen ook nog het gedeelte van de hersenen gebruikt die een belangrijke rol speel bij plannen en weten hoe je iets moet oplossen.
 
   
  +
== Naam ==
Dyscalculie betekent letterlijk niet het niet kunnen rekenen. Het is net als dyslexie in feiten een andere term voor heel veel problemen hebben met het aan leren van schoolvaardigheden maar in dit geval zijn er problemen met het vlot en snel kunnen oproepen van wiskunde en rekenvaardigheden deze problemen komen niet door een lage intelligentie niveau of te weinig rekenen onderwijs wat bij ernstige rekenproblemen en rekenen zwakte wel het geval is dus dyscalculie is erger dan dat
 
  +
Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.
   
  +
Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.
'''kenmerken van dyscalculie'''
 
   
  +
== Kenmerken ==
mensen met dyscalculie blijven lang op hun vingers tellen bij rekenen sommen bijvoorbeeld bij 5+8 weten ze niet gelijk dat het 13 is omdat ze het niet hebben opgeslagen in hun geheugen. ze maken veel fouten bij stapsgewijs rekenen opdrachten want daar hebben ze moeite mee om dat te onthouden. Daarnaast onthouden ze niet hoe ze stappen moeten zetten. ze hebben vaak ook problemen met het plaatsen van getallen op juist plek ze weten bijvoorbeeld niet dat 9 na de 8 komt en waar je die op de getallenlijn moet zetten . mensen met dyscalculie draaien vaak ook getallen om zo wordt 65 opeens 56 en 56 en 65 .
 
  +
Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:
  +
* Mensen met dyscalculie blijven lang op hun vingers tellen bij rekenen sommen. Bijvoorbeeld bij 5+8 weten ze niet gelijk dat het 13 is, omdat ze het niet hebben opgeslagen in hun geheugen.
  +
* Ze vinden alle soorten optel- en aftreksommen heel moeilijk om uit te rekenen.
  +
* Ze maken veel fouten bij stapsgewijs rekenen opdrachten, want daar hebben ze moeite mee om dat te onthouden.
  +
* Daarnaast onthouden ze niet hoe ze stappen moeten zetten.
  +
* Ze hebben vaak ook problemen met het plaatsen van getallen op juist plek te zetten. Een voorbeeld is dat ze niet weten dat 9 na het cijfer 8 komt.
  +
* Mensen met dyscalculie draaien vaak ook getallen om. Zo wordt 65 opeens 56 en 56 en 65.
  +
* Mensen met dyscalculie hebben moeite met digitaal klokkijken. Ook analoog klokkijken en opgaves met klokkijken zijn moeilijk voor hen.
  +
* Mensen met dyscalculie hebben moeite met de rekentafels uit het hoofd leren. Hun [[verwerkingssnelheid]] is vrij laag, waardoor ze veel tijd nodig hebben voor keersommen.
  +
* Ze hebben vaak moeite met automatiseren iets eigen maken.
  +
* Ze hebben moeite met plannen, omdat ze vaak geen tijdsbesef hebben. Hierdoor ze niet weten hoe lang iets duurt. Dit levert problemen op bij vertrekken en zeggen hoe lang iets duurt.
  +
* Ze zien vaak niet het verschil tussen een plus- en minteken of tussen een keer- en deelteken, waardoor ze niet weten wanneer ze moeten optellen, aftrekken, delen of vermenigvuldigen.
  +
* Niet goed in schatten van hoeveelheid
  +
* Niet goed in breuken en procenten.
  +
* Moeite met geld rekenen.
  +
* Moeite met meten, wegen, het metriekstelsel, inhoud, oppervlakte en omtrek.
  +
* Moeite met het aanleren van nieuwe rekenvaardigheden en het onthouden ervan.
  +
* Moeite met de aangeleerde basiskennis van rekenen.
  +
* Moeite met de vergelijkingstekens.
  +
* Moeite met verhoudingen van rekenen.
  +
* Moeite met de volgorde van bewerkingen.
  +
* Moeite met kwadraat en worteltrekken.
  +
* Moeite met deelsommen uitrekenen.
  +
* Moeite met verhaaltjes sommen uitrekenen.
  +
* Moeite met het aanleren van formules bij wiskunde op middelbare school en het toepassen ervan.
  +
* Het verschil tussen links en rechts niet weten
  +
Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.
   
  +
== Hulpmiddelen ==
kan geen digitale klok kijken de gewoon klok vindt hij/zij ook heel moeilijk na veel oefening.
 
  +
Mensen met dyscalculie hebben vaak recht op speciale hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen worden vaak gebruikt bij toetsen en examens voor vakken waarbij veel rekenen nodig is. Voorbeelden zijn wiskunde, economie, scheikunde, maar ook aardrijkskunde of biologie. Deze hulpmiddelen zorgen ervoor dat mensen met dyscalculie een eerlijke kans krijgen. Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn:
  +
* Het gebruik van een [[rekenmachine]]
  +
* Het gebruik van een deel- of tafelkaart.
  +
* Het gebruik van een opzoekboekje.
  +
* Het gebruik van een cijferblad, waarop alle cijfers en getallen staan op volgorde.
  +
* Extra tijd bij het maken van rekenopdrachten.
  +
* Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.
  +
Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de [[rekentoets]] moeten maken, krijgen zij de [[rekentoets 2ER/3ER]]. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.
   
  +
== Begeleiding ==
Kunnen vaak de rekenentafels niet uit hun hoofd leren omdat ze vaak naast deze stoornis ook een lage verwerkingssnelheid [ is de tijd die nodig hebt tussen het ontvangen van wat iemand zegt of ziet en het reageren er op dus als iemand zegt wat is 6x6? is dat de tijd jij er over na moet denken dat kan heel snel zijn binnen 5 minuten maar het kan ook 60 mintuten voordat jij het antwoordt geeft en dat is vaak bij iemand met een lage verwerkingssnelheid en dyscalculie een lage verwerkingssnelheid heeft er ook mee te maken hoe snel iemand iets begrijpt en dus iets leert snel of niet]
 
  +
Begeleiders van mensen met dyscalculie of leerkrachten moeten vaak rekening houden met dyscalculie. Daarom is het belangrijk dat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Begeleiders en leerkrachten kunnen verschillende zaken doen, zoals extra en persoonlijke uitleg geven. Ook kunnen ze bepaalde oefeningen eerst samen maken en daarna zelfstandig doen. Meestal wordt gefocust op één manier van uitleggen, zodat er geen verwarring ontstaat en wordt direct feedback gegeven.
   
  +
Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.
En ze hebben vaak moeite met automatiseren iets eigen maken <blockquote>'''''Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben het gaat er om of veel begeleiding hebt gehad en als nog niet vooruit of weinig na meer dan 6 maanden intensief begeleiding gaat dan is er een kans dat je het hebt en zal ik als ik jou was je later testen door een orthopedagoog generalist of psycholoog die dat mag doen en krijg je als je het hebt een Dyscalculieverklaring en heb je recht op de hulpmiddelen hieronder genoemd bij hulpmiddelen'''''</blockquote>
 
   
  +
== Bekende mensen met dyscalculie ==
'''verder zijn er ook kenmerken die ook bij andere stoornissen voorkomen zoals.'''
 
  +
Er zijn een aantal bekende mensen met dyscalculie. Voorbeelden zijn:
  +
* [[Hans Christian Andersen]]; een Deens schrijver bekend van zijn sprookjes, zoals [[het meisje met de zwavelstokjes]] en [[de kleine zeemeermin]].
  +
* [[Leonardo da Vinci]]; een Italiaans schilder en uitvinder.
  +
* [[Thomas Edison]]; een Amerikaans uitvinder.
   
  +
== Weetje ==
Trage tempo
 
  +
Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.
   
  +
== Links van video's voor extra informatie ==
Het is erfelijk bepaald als iemand in de familie ook dyscalculie heeft dan is de kans dat kind het ook heeft ook groter.
 
  +
* https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3493/Dyscalculie geeft duidelijk uitleg er over
  +
* https://www.hgonderwijs.nl/documentaire-over-dyscalculie/ geeft duidelijk uitleg er over
  +
* https://youtu.be/4V3Yunq4xiY geeft duidelijk uitleg er over
  +
* https://www.youtube.com/watch?v=PRp0M6UnEOE geeft duidelijk uitleg er over
  +
* https://www.youtube.com/watch?v=uNEAiICHK_o geeft duidelijk uitleg er over
  +
* https://www.youtube.com/watch?v=VV5iveSAuT0
  +
* https://youtu.be/NDivIzXZKY0 Dyscalculie deskundig aan het woord
  +
* https://youtu.be/2mv3--iPI5A
  +
* https://youtu.be/bUn_bw1sJjY
  +
* https://youtu.be/IMPFpVtkW6U
  +
* https://youtu.be/PRp0M6UnEOE
   
  +
== Links voor extra informatie ==
op andere vakken zijn heel goed in dit geval is dat bij talige vakken dus Nederlands zijn ze heel goed in dus lezen en schrijven.
 
  +
* https://wij-leren.nl/dyscalculie-artikel.php
 
  +
* https://balansdigitaal.nl/kennis/wat-is-dyscalculie/
minder goed werkende kortermijn geheugen
 
  +
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Dyscalculie
 
  +
* https://www.devuurtoorn.nl/beelddenken/dyscalculie/
problemen met vasthouden van uitleg
 
  +
* https://www.zobegaafd.nl/dyscalculie-test/#Dyscalculie-test
 
  +
* https://youtu.be/fI-Py8l4WoY
vaak een lage verwerkingssnelheid
 
  +
* https://youtu.be/uWs-C483Z7c
 
  +
* https://impulsenwoortblind.nl/dyscalculie/kenmerken-dyscalculie-volwassenen/
moeite met automatiseren [iets eigen maken zodat je er op een geven moment niet meer over na hoeft te denken.]
 
  +
 
moeite met zien van eigen fouten
 
 
ze worden bang om fouten te gaan maken
 
 
ze gaan vaak niet of heel langzaam vooruit in niveau
 
 
ze kunnen de rekentafels niet onthouden.
 
 
moeite met links en rechts
 
 
moeite met term boven en onder
 
 
na 6 maanden intensieve begeleiding weinig tot geen verbetering
 
 
'''welke hulpmiddelen kan je bij iemand dyscalculie geven'''
 
 
laat iemand met dyscalculie een rekenmachine gebruiken bij sommen die echt te moeilijk zijn.
 
 
laat iemand met dyscalculie gebruik maken van een tafelkaart/ deelkaart
 
 
laat iemand met dyscalculie gebruik maken een opzoekboekje
 
 
laat iemand met dyscalculie gebruik maken van honderdvel of een papier waar alle cijfers op staan.
 
 
geef iemand met dyscalculie extra tijd bij het maken van rekenen opdrachten
 
 
geef extra uitleg als dat nodig is of pas de opdrachten aan waar hij voor nu veel oefening in kan krijgen en wat hij nog wel kan.
 
 
en als je kind op middelbare school zit gaat u kind bij de rekenen toets de 2ER rekenen toets maken waarbij hij een rekenmachine en formule kaarten mag gebruiken bij alle opgaves en hij /zij krijgt extra tijd
 
 
en als je kind naar HBO/MBO gaat dan kan bij de rekenen toets weer op 2ER /3ER maken weer met de hierboven genoemde hulpmiddelen
 
 
'''Tips voor leerkracht/mensen die hun begeleiden'''
 
 
Geef het kind meer extra instructie tijd en oefentijd bijvoorbeeld door een verlengde instructie of extra uitleg.
 
 
Zorg voor uitgebreide inoefenen door de methode te gebruiken van eerst voordoen dan samen doen en tot slot zelfstandig .
 
 
Bied 1 manier aan van de methode dat is al genoeg om te voorkomen voor verwarring .
 
 
oefen de deelvaardigheden rustige en duidelijk uit .
 
 
voorkom dat iemand met dyscalculie veel zelfstandig werkt.
 
 
geef dagelijks automatisering oefeningen dus dat ze iets leren waardoor ze minder hoeven na te denken.
 
 
Geef direct feedback of ze het goed doen en blijf positief aanmoedigen dit helpt de motivatie en zelfvertrouwen .
 
 
Laat het kind hulpmiddelen gebruiken bij het aanleren van dingen de hulpmiddelen die hierboven zijn beschreven werken heel effectief .
 
 
Gebruik zo duidelijk mogelijk lesmateriaal.
 
 
'''Links van video's''' '''voor extra informatie'''
 
 
{{beg}}
 
[[Categorie:Gezondheid]]
 
 
[[Categorie:Ontwikkelingsstoornis]]
 
[[Categorie:Ontwikkelingsstoornis]]
  +
[[Categorie:Leerstoornis]]
  +
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep5]]
  +
[[Categorie:Woordenschat]]
  +
[[Categorie:Aangeboren aandoening]]

Huidige versie van 29 okt 2024 om 19:22

Esculaap.svg
Gezondheidsklachten?

Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.


Leerstoornissen
Acalculie
(moeite met het herkennen van cijfers)

Dyscalculie
(moeite met rekenen)


Dysgrafie
(moeite met schrijven)


Dyslexie
(moeite met lezen en schrijven)


Dysorthografie
(moeite met spelling)


Dyspraxie
(moeite met het verwerken van informatie)


Taalontwikkelingsstoornis
(moeite met taal)
Kinderen met Dyscalculie hebben er wat aan extra oefening en extra uitleg en veel positieve feedback. Rekenen blijft helaas altijd moeilijk bij mensen met Dyscalculie

Dyscalculie of cijferblindheid is een leerstoornis die te maken heeft met rekenen. Dyscalculie is aangeboren, waardoor je het al sinds je geboorte hebt. Mensen met dyscalculie hebben moeite met cijfers en rekenvaardigheden. Dyscalculie is een lastige stoornis, aangezien rekenen in meerdere gebieden in de hersenen wordt gedaan. Zo wordt bij rekenen niet alleen het taalcentrum gebruikt, maar ook de gebieden die gebruikt wordt voor oplossen en plannen. Dyscalculie moet niet verward worden met dyslexie, wat met taal te maken heeft. Beide stoornissen leveren problemen op bij het aanleren van schoolvaardigheden. Deze moeite komt niet door een laag IQ of slecht rekenonderwijs, maar door een onderliggende stoornis.

Het probleem voor mensen met dyscalculie is dat de rekenvaardigheden heel moeilijk zijn. Soms kunnen deze vaardigheden niet eigen maken en hebben moeite met basisvaardigheden (zoals rekenregels en klokkijken). Hierdoor hebben ze ook moeite met grotere en moeilijkere sommen. Uit onderzoek is gebleken dat dyscalculie even vaak voorkomt als andere leerstoornissen. Ongeveer 2,3% van de Nederlandse bevolking heeft een lichte of zware vorm van dyscalculie. Hierdoor is dyscalculie een van de meest voorkomende leerstoornissen.

Naam

Dyscalculie wordt ook wel cijferblindheid genoemd. Mensen met dyscalculie hebben moeite met rekenen, inzicht en cijfers, maar niet met letters. Hierdoor kun je zeggen dat deze mensen als het ware blind zijn voor cijfers. Hierdoor is het woord "cijferblindheid" ontstaan. Vroeger werd ook echt gedacht dat mensen met dyscalculie blind waren voor cijfers en deze niet zagen. Ook werd gedacht dat mensen met dyscalculie dom waren of geen zin in rekenen hadden. Tegenwoordig weten we dat dit niet waar is.

Het woord "cijferblindheid" is daardoor ook een foute naam, aangezien mensen met dyscalculie wel gewoon cijfers zien. Ze hebben alleen moeite met rekenen, waardoor ze hiervoor meer tijd nodig hebben dan mensen zonder dyscalculie.

Kenmerken

Dyscalculie heeft verschillende kenmerken. Hieronder vindt je de meest voorkomende:

  • Mensen met dyscalculie blijven lang op hun vingers tellen bij rekenen sommen. Bijvoorbeeld bij 5+8 weten ze niet gelijk dat het 13 is, omdat ze het niet hebben opgeslagen in hun geheugen.
  • Ze vinden alle soorten optel- en aftreksommen heel moeilijk om uit te rekenen.
  • Ze maken veel fouten bij stapsgewijs rekenen opdrachten, want daar hebben ze moeite mee om dat te onthouden.
  • Daarnaast onthouden ze niet hoe ze stappen moeten zetten.
  • Ze hebben vaak ook problemen met het plaatsen van getallen op juist plek te zetten. Een voorbeeld is dat ze niet weten dat 9 na het cijfer 8 komt.
  • Mensen met dyscalculie draaien vaak ook getallen om. Zo wordt 65 opeens 56 en 56 en 65.
  • Mensen met dyscalculie hebben moeite met digitaal klokkijken. Ook analoog klokkijken en opgaves met klokkijken zijn moeilijk voor hen.
  • Mensen met dyscalculie hebben moeite met de rekentafels uit het hoofd leren. Hun verwerkingssnelheid is vrij laag, waardoor ze veel tijd nodig hebben voor keersommen.
  • Ze hebben vaak moeite met automatiseren iets eigen maken.
  • Ze hebben moeite met plannen, omdat ze vaak geen tijdsbesef hebben. Hierdoor ze niet weten hoe lang iets duurt. Dit levert problemen op bij vertrekken en zeggen hoe lang iets duurt.
  • Ze zien vaak niet het verschil tussen een plus- en minteken of tussen een keer- en deelteken, waardoor ze niet weten wanneer ze moeten optellen, aftrekken, delen of vermenigvuldigen.
  • Niet goed in schatten van hoeveelheid
  • Niet goed in breuken en procenten.
  • Moeite met geld rekenen.
  • Moeite met meten, wegen, het metriekstelsel, inhoud, oppervlakte en omtrek.
  • Moeite met het aanleren van nieuwe rekenvaardigheden en het onthouden ervan.
  • Moeite met de aangeleerde basiskennis van rekenen.
  • Moeite met de vergelijkingstekens.
  • Moeite met verhoudingen van rekenen.
  • Moeite met de volgorde van bewerkingen.
  • Moeite met kwadraat en worteltrekken.
  • Moeite met deelsommen uitrekenen.
  • Moeite met verhaaltjes sommen uitrekenen.
  • Moeite met het aanleren van formules bij wiskunde op middelbare school en het toepassen ervan.
  • Het verschil tussen links en rechts niet weten

Je hoeft niet alle kenmerken te hebben om dyscalculie te hebben. Vaak gaat het erom hoeveel begeleiding te hebt gehad en hoeveel je vooruit bent gegaan. Als je meer dan zes maanden begeleid bent en weinig vooruit bent gegaan, heb je waarschijnlijk dyscalculie. In dat geval kun je je laten testen bij een orthopedagoog of psycholoog. Wanneer je dyscalculie hebt, krijg je een dyscalculieverklaring. Hiermee heb je recht op extra hulpmiddelen, bijvoorbeeld bij examens en toetsen.

Hulpmiddelen

Mensen met dyscalculie hebben vaak recht op speciale hulpmiddelen. Deze hulpmiddelen worden vaak gebruikt bij toetsen en examens voor vakken waarbij veel rekenen nodig is. Voorbeelden zijn wiskunde, economie, scheikunde, maar ook aardrijkskunde of biologie. Deze hulpmiddelen zorgen ervoor dat mensen met dyscalculie een eerlijke kans krijgen. Voorbeelden van deze hulpmiddelen zijn:

  • Het gebruik van een rekenmachine
  • Het gebruik van een deel- of tafelkaart.
  • Het gebruik van een opzoekboekje.
  • Het gebruik van een cijferblad, waarop alle cijfers en getallen staan op volgorde.
  • Extra tijd bij het maken van rekenopdrachten.
  • Extra uitleg, oefeningen en hulp bij rekenopdrachten.

Wanneer leerlingen op de middelbare school, het HBO of MBO de rekentoets moeten maken, krijgen zij de rekentoets 2ER/3ER. Hierbij mogen ze formulekaarten en een rekenmachine gebruiken. Ook krijgen zij extra tijd.

Begeleiding

Begeleiders van mensen met dyscalculie of leerkrachten moeten vaak rekening houden met dyscalculie. Daarom is het belangrijk dat ze weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Begeleiders en leerkrachten kunnen verschillende zaken doen, zoals extra en persoonlijke uitleg geven. Ook kunnen ze bepaalde oefeningen eerst samen maken en daarna zelfstandig doen. Meestal wordt gefocust op één manier van uitleggen, zodat er geen verwarring ontstaat en wordt direct feedback gegeven.

Ook kunnen begeleiders tijd besteden aan het uitleggen van hoe de hulpmiddelen werken. Het is belangrijk dat de begeleiders en leerkrachten leerlingen met dyscalculie op een persoonlijke manier aanmoedigen. Dit helpt bij hun motivatie en zelfvertrouwen.

Bekende mensen met dyscalculie

Er zijn een aantal bekende mensen met dyscalculie. Voorbeelden zijn:

Weetje

Wist je dat dyscalculie vaker bij kinderen voorkomt met een laag geboortegewicht, vroege geboorte of alcoholgebruik van de moeder tijdens de zwangerschap? Bij dyscalculie speelt erfelijkheid een grote rol.

Links van video's voor extra informatie

Links voor extra informatie

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Dyscalculie&oldid=893064"