Neuron: verschil tussen versies
(- spel, flash player) |
|||
(13 tussenliggende versies door 6 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
⚫ | Hoe is het mogelijk dat je [[hersenen]] weten welke spieren jij wil bewegen? Dat heb je je misschien wel eens afgevraagd. Het lijkt misschien heel ingewikkeld, maar dat valt wel mee. Je [[Zintuig|zintuigen]] (horen, zien, voelen, ruiken, proeven) hebben een soort 'waarnemings'- '''neuron'''en. Een '''neuron''' is een [[Zenuw|zenuwcel]] die er heel goed in is informatie uit jouw zintuigen te ontvangen, om te zetten in een soort elektrisch signaal en door te geven aan andere cellen. Er zijn drie soorten neuronen; sensorische neuronen, schakelneuronen ('doorgeef' neuronen) en motorische neuronen die spieren aansturen. |
||
− | '''Neuronen''' |
||
⚫ | |||
⚫ | Hoe is het mogelijk dat je hersenen weten welke spieren jij wil bewegen? Dat heb je je misschien wel eens afgevraagd. Het lijkt misschien heel ingewikkeld, maar dat valt wel mee. Je zintuigen (horen, zien, voelen, ruiken, proeven) hebben |
||
+ | == Hoe werken ze? == |
||
⚫ | Sensorische neuronen sturen signalen afkomstig van jouw zintuigen naar de hersenen. Motorische neuronen sturen signalen vanuit de hersenen naar de spieren, bijvoorbeeld om een kopje te kunnen optillen. De neuronen hebben contact met elkaar via schakelcellen. |
||
+ | [[Bestand:Neuron CNS - no labels.png|miniatuur|Een neuron.]] |
||
⚫ | Een neuron ziet er eigenlijk uit als een soort blaadje van een boom, kijk maar naar het plaatje. Het heeft een middenstuk en uitstekende stukjes. Deze uitstekende stukjes ontvangen de binnenkomende signalen van de zintuigen. Als jij iets ziet of hoort vangen de uitstekende stukjes deze op. De uitsteeksels heten dendrieten. Dat zijn zeg maar de ontvangers. De dendrieten sturen de signalen naar het midden van de neuron. Dit deel bepaalt of het signaal belangrijk is, dit hangt af van de hoeveelheid signalen. Als er heel veel signalen aangeven dat jij een bal wil vangen, dan wordt het signaal belangrijk. Het signaal wordt dan doorgestuurd naar de axon. Dat zijn zeg maar de zenders. Dat is het lange slangetje onder aan de neuron. Je kunt dit vergelijken met een stroomdraadje. Er zit een soort isolatielaagje om heen dat myeline wordt genoemd. De axon is de verzender of doorgever van het signaal. Het signaal wordt in de axon elektrisch geladen, net zoals je elektrische tandenborstel. Zo kan het signaal als het ware naar het eindknopje (zeg maar de verbindingsstekker) van de neuron schieten. In de eindknop zitten neurotransmitters, dit zijn een soort taxichauffeurs tussen de neuronen. De overdracht van het signaal (neurotransmissie) van de ene neuron naar de andere gebeurt chemisch. Zij kunnen dus heel goed informatie van het ene neuron, naar de andere brengen (die tesamen zenuwbanen vormen). Dit doen zij tot ze de cel bereiken die ze willen, bijvoorbeeld de spieren in je benen en je voet om een bal te kunnen trappen. |
||
+ | == Samenvatting == |
||
⚫ | Een neuron ziet er eigenlijk uit als een soort blaadje van een boom, kijk maar naar het plaatje. Het heeft een middenstuk en uitstekende stukjes. Deze uitstekende stukjes ontvangen de binnenkomende signalen van de zintuigen. Als jij iets ziet of hoort vangen de uitstekende stukjes deze op. De uitsteeksels heten dendrieten. De dendrieten sturen de signalen naar het midden van de neuron. Dit deel bepaalt of het signaal belangrijk is, dit hangt af van de hoeveelheid signalen. Als er heel veel signalen aangeven dat jij een bal wil vangen, dan wordt het signaal belangrijk. Het signaal wordt dan doorgestuurd naar de axon. Dat is het lange slangetje onder aan de neuron. De axon is de verzender van het signaal. Het signaal wordt in de axon elektrisch geladen, net zoals je elektrische tandenborstel. Zo kan het signaal als het ware naar het eindknopje van de neuron schieten. In de eindknop zitten neurotransmitters, dit zijn een soort taxichauffeurs tussen de neuronen. Zij kunnen heel goed informatie van het ene neuron, naar de andere brengen. Dit doen zij tot ze de cel bereiken die ze willen, bijvoorbeeld je voet om een bal te kunnen trappen. |
||
⚫ | Je ziet een bal -> sensorische neuronen (waarnemings zenuwcellen) sturen signalen vanuit de ogen naar de hersenen. Dit gaat via de 'doorgeef zenuwcellen'. Elke zenuwcel of neuron ontvangt informatie met de dendrieten -> het middendeel bepaalt of het signaal belangrijk is -> als het belangrijk is wordt het signaal naar de axon gestuurd -> tot aan de eindknopjes -> daar wordt het signaal elektrisch -> neurotransmitters brengen het signaal over naar het volgende neuron tot de herdenen bereikt zijn. In de hersenen wordt er besloten tot een actie (de bal willen vangen). Nu gaat via andere 'doorgeef' zenuwcellen (neuronen) een signaal tot het de juiste spier heeft gevonden -> je vangt de bal. |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
+ | [[Categorie:Celbiologie]] |
||
− | Als ik het voor je samenvat ziet het er zo uit: |
||
⚫ | Je ziet een bal -> sensorische neuronen sturen signalen vanuit de ogen naar de hersenen |
||
− | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
⚫ |
Huidige versie van 4 okt 2024 om 12:18
Hoe is het mogelijk dat je hersenen weten welke spieren jij wil bewegen? Dat heb je je misschien wel eens afgevraagd. Het lijkt misschien heel ingewikkeld, maar dat valt wel mee. Je zintuigen (horen, zien, voelen, ruiken, proeven) hebben een soort 'waarnemings'- neuronen. Een neuron is een zenuwcel die er heel goed in is informatie uit jouw zintuigen te ontvangen, om te zetten in een soort elektrisch signaal en door te geven aan andere cellen. Er zijn drie soorten neuronen; sensorische neuronen, schakelneuronen ('doorgeef' neuronen) en motorische neuronen die spieren aansturen.
Sensorische neuronen sturen signalen afkomstig van jouw zintuigen naar de hersenen. Motorische neuronen sturen signalen vanuit de hersenen naar de spieren, bijvoorbeeld om een kopje te kunnen optillen. De neuronen hebben contact met elkaar via schakelcellen.
Hoe werken ze?
Een neuron ziet er eigenlijk uit als een soort blaadje van een boom, kijk maar naar het plaatje. Het heeft een middenstuk en uitstekende stukjes. Deze uitstekende stukjes ontvangen de binnenkomende signalen van de zintuigen. Als jij iets ziet of hoort vangen de uitstekende stukjes deze op. De uitsteeksels heten dendrieten. Dat zijn zeg maar de ontvangers. De dendrieten sturen de signalen naar het midden van de neuron. Dit deel bepaalt of het signaal belangrijk is, dit hangt af van de hoeveelheid signalen. Als er heel veel signalen aangeven dat jij een bal wil vangen, dan wordt het signaal belangrijk. Het signaal wordt dan doorgestuurd naar de axon. Dat zijn zeg maar de zenders. Dat is het lange slangetje onder aan de neuron. Je kunt dit vergelijken met een stroomdraadje. Er zit een soort isolatielaagje om heen dat myeline wordt genoemd. De axon is de verzender of doorgever van het signaal. Het signaal wordt in de axon elektrisch geladen, net zoals je elektrische tandenborstel. Zo kan het signaal als het ware naar het eindknopje (zeg maar de verbindingsstekker) van de neuron schieten. In de eindknop zitten neurotransmitters, dit zijn een soort taxichauffeurs tussen de neuronen. De overdracht van het signaal (neurotransmissie) van de ene neuron naar de andere gebeurt chemisch. Zij kunnen dus heel goed informatie van het ene neuron, naar de andere brengen (die tesamen zenuwbanen vormen). Dit doen zij tot ze de cel bereiken die ze willen, bijvoorbeeld de spieren in je benen en je voet om een bal te kunnen trappen.
Samenvatting
Je ziet een bal -> sensorische neuronen (waarnemings zenuwcellen) sturen signalen vanuit de ogen naar de hersenen. Dit gaat via de 'doorgeef zenuwcellen'. Elke zenuwcel of neuron ontvangt informatie met de dendrieten -> het middendeel bepaalt of het signaal belangrijk is -> als het belangrijk is wordt het signaal naar de axon gestuurd -> tot aan de eindknopjes -> daar wordt het signaal elektrisch -> neurotransmitters brengen het signaal over naar het volgende neuron tot de herdenen bereikt zijn. In de hersenen wordt er besloten tot een actie (de bal willen vangen). Nu gaat via andere 'doorgeef' zenuwcellen (neuronen) een signaal tot het de juiste spier heeft gevonden -> je vangt de bal.
Bronnen
- Damasio, A. R. (2003). Looking for spinoza: joy, sorrow and the feeling brain. Orlando, FL: Harcourt
- Zimbardo, P. G., Johnson, R. L., McCann, V. (2013). Psychologie: een inleiding. Nederland, Amsterdam: Pearson Education.