Mol (dier): verschil tussen versies
(47 tussenliggende versies door 12 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | {{Infobox dier |
||
− | [[Bestand:Mol 4.jpg|thumb|right|De mol]] |
||
+ | |Naam = Mollen |
||
+ | |Wetenschappelijke naam = (Talpidae) |
||
+ | |Afbeelding = [[Bestand:Mol 4.jpg|250px]] |
||
+ | |IUCN-status = |
||
+ | |Leefgebied = Noord en midden Europa en west Azië |
||
+ | |Leefomgeving = ondergronds |
||
+ | |Behoort tot de = [[Insecteneters]] |
||
+ | |AfbeeldingLeefgebied = [[File:European_Mole_area.png|250px]] |
||
+ | }} |
||
+ | |||
'''De mol''' is een [[zoogdier]] dat onder de grond leeft en daar kleine ondergrondse gangen graaft. Een mol is [[blind]]. |
'''De mol''' is een [[zoogdier]] dat onder de grond leeft en daar kleine ondergrondse gangen graaft. Een mol is [[blind]]. |
||
+ | ==Kenmerken en leefwijze== |
||
⚫ | |||
+ | De mol is een zwart of bruin [[dier]] dat onder de grond leeft en [[Nacht|'s nachts]] boven de grond komt. Of ze nu wakker zijn of slapen; het liefst blijven ze onder de grond. Een mol blijft het liefst onder de grond omdat hij hier veilig zit en zijn voedsel onder de grond kan vinden. |
||
+ | |||
+ | Een mol graaft gangen onder de grond en het zand dat daarbij loskomt, duwt de mol omhoog naar de oppervlakte van de grond. De mol leeft en graaft niet graag in een grond die te vochtig, te zanderig, te stenig of te zuur is. Het liefst graaft een mol en in rulle (losse), [[humusrijke grond]]. Humusrijke grond is losse grond waar veel [[voedingsstoffen]] en [[planten]] in zitten. |
||
+ | |||
+ | Mollen leven meestal alleen. Op een dag is de mol afwisselend bezig met rusten en actief bezig zijn. Hij is ongeveer 3 tot 4 uur [[actief]] bezig en gaat daarna even rusten. Na het rusten gaat hij weer verder tot hij weer moe wordt en weer gaat rusten. |
||
+ | |||
+ | Als het [[winter]] is, gaat een mol niet in een [[winterslaap]]. Wanneer het [[Vriezen|vriest]] gaan de [[Wormen (dieren)|wormen]] dieper in de grond. Dit doet de mol ook door dieper in de grond te graven om zo bij zijn voedsel, zoals de regenwormen, te kunnen komen. |
||
+ | |||
⚫ | |||
+ | Een mol is een zwart of bruin dier dat tussen de 11 en 16 [[centimeter]] lang is en weegt 60 tot 140 [[gram]]. Ook heeft hij een kleine staart die 2,5 tot 4 centimeter lang is. |
||
+ | |||
+ | Mollen hebben een spitse [[snuit]] en zijn [[slechtziend]]. Dit betekent dat hij niet goed kan zien. Wel heeft een mol oren waarmee hij heel goed kan horen. Hij kan bijvoorbeeld een worm al over de grond horen kruipen |
||
+ | Hij heeft als voorpoten grote graafhanden. Door deze grote graafhanden kan hij heel goed graven. De voorpoten hebben vier [[vinger]]s en een [[Duim (vinger)|duim]] met puntige [[nagel]]s. |
||
⚫ | |||
+ | |||
+ | Een mol heeft vele haren op zijn lichaam. Hierdoor lijkt hij heel zacht en aaibaar, maar eigenlijk zijn deze haren best [[stug]] omdat de haren niet één kant op groeien, zoals bij een [[kat]], maar juist allemaal verschillende richtingen opgaan. Deze haren zitten allemaal zo dicht op elkaar, dat er geen mogelijkheid is om voor het [[zand]] er tussen te komen. Hierdoor blijft de mol schoon ondanks dat hij onder de grond leeft. Ook kan de mol de openingen van zijn oren afsluiten. Daardoor komt er tijdens het graven geen zand in de oren. |
||
+ | |||
⚫ | |||
+ | Ze eten heel veel dingen zoals: [[regenworm]]en, [[kikker]]s, [[slak]]ken, [[larven]], [[duizendpoot|duizendpoten]] en [[made]]n. De mol moet per dag 40 tot 50 [[gram]] voedsel binnen krijgen. Dit is best veel, want dit is ongeveer de helft van het lichaamsgewicht van een mol. De regenwormen die de mol eet bestaan voor een groot deel uit [[water]]. Hierdoor hoeft de mol eigenlijk bijna niets te drinken. Hij heeft genoeg aan het water dat hij vanuit de regenworm binnen krijgt tijdens het eten. |
||
+ | |||
+ | Het voedsel dat wordt gezocht, vindt de mol vooral in zijn eigen gegraven gangen. Veel wormen en insecten vallen er tijdens het graven in. |
||
+ | |||
⚫ | |||
⚫ | |||
+ | |||
+ | De mol komt in veel voor in [[weiland]]en (of [[grasveld]]en), [[Bos (landschap)|bossen]], [[bosrand]]en, [[boomgaard]]en en tuinen. Plekken waar molen niet of nauwelijks voorkomen zijn: in [[naaldbos]]sen, [[moeras]]sen en in [[duinen]]. Dit komt omdat in zulke [[omgeving]]en de grond lastig te graven is voor mollen en er weinig voedsel te vinden is. |
||
+ | |||
+ | Als een mol een plek heeft gevonden waar hij wilt leven, markeert hij dit [[gebied]] met geurmerken en [[ontlasting]]. Hiermee laat een mol weten dat dit zijn [[territorium]] is. Dan is er ook geen andere mol welkom op deze plek waar de mol leeft. Als er dan toch een ongewenste andere mol komt, zullen de mollen tegen elkaar vechten. Het enige moment wanneer er een andere mol wel in het leefgebied van een andere mol mag komen, is tijdens de paartijd. Het mannetje gaat dan opzoek naar een leefgebied van een vrouwtje. |
||
+ | ===Voortplanting=== |
||
− | ==Wat is een mol== |
||
+ | Mollen kunnen zich [[Voortplanting|voortplanten]] wanneer ze 11 [[maand]]en oud zijn. De paartijd is van begin [[februari]] tot eind [[maart]]. Tijdens de paartijd gaat het mannetje opzoek naar een vrouwtje. Hij verlaat zijn eigen gebied waar hij leeft en graaf tunnels opzoek naar een leefgebied van een vrouwtje. De vrouwtjes zijn ongeveer vier [[Week|weken]] [[drachtig]]. Ze krijgen ongeveer 2 tot 7 jongen kaal en blind zijn. Alleen het vrouwtje zorgt voor de jongen. |
||
− | De mol is een zwart of bruin dier dat onder de grond leeft. |
||
− | en 's nachts boven komt. |
||
+ | Na ongeveer 14 dagen krijgen de jongen een vacht en openen zij de ogen na ongeveer 22 dagen. Tot ongeveer 4 tot 5 weken krijgen de jongen melk van hun moeder en verlaten zij voor het eerst het nest. Ze blijven dan nog een tijd bij de moeder, maar na 2 maanden zijn de jongen zelfstandig. Dan jaagt de moeder ze uit het nest en graven de jongen zich omhoog naar de boven de grond. Zo gaan de jongen opzoek naar een eigen [[territorium]]. |
||
⚫ | |||
− | Een mol heeft een spitse snuit en is [[slechtziend]]. |
||
− | Hij heeft grote graafhanden. |
||
+ | Een mol kan ongeveer 3 [[jaar]] oud worden. Er zijn ook mollen die tot wel 6 jaar oud kunnen worden. Maar veel jonge mollen [[overlijden]] al in het eerste [[Jaar|levensjaar]]. |
||
⚫ | |||
− | Ze eten heel veel dingen zoals: [[regenworm]]en,[[kikker]]s,[[slak]]ken,[[larve]], [[duizendpoot|duizendpoten]] en [[made]]n. |
||
+ | ===Natuurlijke vijanden=== |
||
⚫ | |||
⚫ | |||
+ | De mol heeft veel natuurlijke [[vijand]]en boven de grond zoals: de [[uil]], de [[buizerd]], de [[blauwe reiger]], de [[ooievaar]], de wezel, de [[hermelijn]] en de [[vos]]. |
||
− | ==voortplanting== |
||
− | De paartijd is begin [[februari]] eind [[maart]]. ze krijgen ongeveer 2 tot 7 jongen. |
||
+ | Onder de grond heeft de mol geen [[Vijand|natuurlijke vijanden]]. Alleen zijn eigen [[Soortgenoot|soortgenoten]] die hij van zijn [[territorium]] moet wegjagen. |
||
− | {{beg}} |
||
− | <!-- HET VOLGENDE LATEN STAAN, AUB --> |
+ | == Weetjes ==<!-- HET VOLGENDE LATEN STAAN, AUB --> |
+ | Wist je dat? |
||
+ | * De mol de meeste haartjes per [[vierkante centimeter]] op zijn lichaam heeft? |
||
+ | * De omhooggeduwde grond een molshoop heet? |
||
+ | * De mol per [[uur]] [[12]] tot [[15]] kan graven? |
||
+ | * In de [[winter]] en met [[droogte]] in de [[zomer]] de mol dieper graaft? |
||
+ | * De regenwormen die een mol eet voor een groot deel uit [[water]] bestaan, waardoor een mol bijna niets hoeft te drinken? |
||
+ | * De wormen die de mol vangt kan hij is een tunnel bewaren? Zo hoeft hij ze niet meteen op te eten en kan hij een [[voorraad]] maken. |
||
+ | * Door de stand van de haren die alle kanten opgroeien de mol gemakkelijk achteruit kan bewegen in de zelf gegraven gangen onder de grond? |
||
+ | * Mollen goed kunnen zwemmen en klimmen? Dit is hanig. Stel dat het heel hard regent en de gegraven gangen lopen vol met water, dan kan de mol zwemmen naar een droge plek. |
||
+ | *Er 3 soorten gangen zijn die de mol graaft: bronstgangen, oppervlakkige gangen en jachtgangen? De oppervlakkige gangen worden ook wel mollenritten genoemd. |
||
[[Categorie:Woordenschat]] |
[[Categorie:Woordenschat]] |
||
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep1]] |
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep1]] |
||
+ | [[Categorie:Insecteneter]] |
||
[[Categorie:Zoogdieren]] |
[[Categorie:Zoogdieren]] |
||
+ | [[categorie:dieren]] |
Huidige versie van 22 mei 2023 om 13:26
Mollen (Talpidae) | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | Noord en midden Europa en west Azië | ||
Leefomgeving | ondergronds | ||
Behoort tot de | Insecteneters | ||
|
De mol is een zoogdier dat onder de grond leeft en daar kleine ondergrondse gangen graaft. Een mol is blind.
Kenmerken en leefwijze
De mol is een zwart of bruin dier dat onder de grond leeft en 's nachts boven de grond komt. Of ze nu wakker zijn of slapen; het liefst blijven ze onder de grond. Een mol blijft het liefst onder de grond omdat hij hier veilig zit en zijn voedsel onder de grond kan vinden.
Een mol graaft gangen onder de grond en het zand dat daarbij loskomt, duwt de mol omhoog naar de oppervlakte van de grond. De mol leeft en graaft niet graag in een grond die te vochtig, te zanderig, te stenig of te zuur is. Het liefst graaft een mol en in rulle (losse), humusrijke grond. Humusrijke grond is losse grond waar veel voedingsstoffen en planten in zitten.
Mollen leven meestal alleen. Op een dag is de mol afwisselend bezig met rusten en actief bezig zijn. Hij is ongeveer 3 tot 4 uur actief bezig en gaat daarna even rusten. Na het rusten gaat hij weer verder tot hij weer moe wordt en weer gaat rusten.
Als het winter is, gaat een mol niet in een winterslaap. Wanneer het vriest gaan de wormen dieper in de grond. Dit doet de mol ook door dieper in de grond te graven om zo bij zijn voedsel, zoals de regenwormen, te kunnen komen.
Uiterlijk
Een mol is een zwart of bruin dier dat tussen de 11 en 16 centimeter lang is en weegt 60 tot 140 gram. Ook heeft hij een kleine staart die 2,5 tot 4 centimeter lang is.
Mollen hebben een spitse snuit en zijn slechtziend. Dit betekent dat hij niet goed kan zien. Wel heeft een mol oren waarmee hij heel goed kan horen. Hij kan bijvoorbeeld een worm al over de grond horen kruipen Hij heeft als voorpoten grote graafhanden. Door deze grote graafhanden kan hij heel goed graven. De voorpoten hebben vier vingers en een duim met puntige nagels. Een mol heeft scherpe tanden waarmee hij wormen kan eten.
Een mol heeft vele haren op zijn lichaam. Hierdoor lijkt hij heel zacht en aaibaar, maar eigenlijk zijn deze haren best stug omdat de haren niet één kant op groeien, zoals bij een kat, maar juist allemaal verschillende richtingen opgaan. Deze haren zitten allemaal zo dicht op elkaar, dat er geen mogelijkheid is om voor het zand er tussen te komen. Hierdoor blijft de mol schoon ondanks dat hij onder de grond leeft. Ook kan de mol de openingen van zijn oren afsluiten. Daardoor komt er tijdens het graven geen zand in de oren.
Voedsel
Ze eten heel veel dingen zoals: regenwormen, kikkers, slakken, larven, duizendpoten en maden. De mol moet per dag 40 tot 50 gram voedsel binnen krijgen. Dit is best veel, want dit is ongeveer de helft van het lichaamsgewicht van een mol. De regenwormen die de mol eet bestaan voor een groot deel uit water. Hierdoor hoeft de mol eigenlijk bijna niets te drinken. Hij heeft genoeg aan het water dat hij vanuit de regenworm binnen krijgt tijdens het eten.
Het voedsel dat wordt gezocht, vindt de mol vooral in zijn eigen gegraven gangen. Veel wormen en insecten vallen er tijdens het graven in.
Leefomgeving
Ze leven in Europa en het noorden van Azië.
De mol komt in veel voor in weilanden (of grasvelden), bossen, bosranden, boomgaarden en tuinen. Plekken waar molen niet of nauwelijks voorkomen zijn: in naaldbossen, moerassen en in duinen. Dit komt omdat in zulke omgevingen de grond lastig te graven is voor mollen en er weinig voedsel te vinden is.
Als een mol een plek heeft gevonden waar hij wilt leven, markeert hij dit gebied met geurmerken en ontlasting. Hiermee laat een mol weten dat dit zijn territorium is. Dan is er ook geen andere mol welkom op deze plek waar de mol leeft. Als er dan toch een ongewenste andere mol komt, zullen de mollen tegen elkaar vechten. Het enige moment wanneer er een andere mol wel in het leefgebied van een andere mol mag komen, is tijdens de paartijd. Het mannetje gaat dan opzoek naar een leefgebied van een vrouwtje.
Voortplanting
Mollen kunnen zich voortplanten wanneer ze 11 maanden oud zijn. De paartijd is van begin februari tot eind maart. Tijdens de paartijd gaat het mannetje opzoek naar een vrouwtje. Hij verlaat zijn eigen gebied waar hij leeft en graaf tunnels opzoek naar een leefgebied van een vrouwtje. De vrouwtjes zijn ongeveer vier weken drachtig. Ze krijgen ongeveer 2 tot 7 jongen kaal en blind zijn. Alleen het vrouwtje zorgt voor de jongen.
Na ongeveer 14 dagen krijgen de jongen een vacht en openen zij de ogen na ongeveer 22 dagen. Tot ongeveer 4 tot 5 weken krijgen de jongen melk van hun moeder en verlaten zij voor het eerst het nest. Ze blijven dan nog een tijd bij de moeder, maar na 2 maanden zijn de jongen zelfstandig. Dan jaagt de moeder ze uit het nest en graven de jongen zich omhoog naar de boven de grond. Zo gaan de jongen opzoek naar een eigen territorium.
Een mol kan ongeveer 3 jaar oud worden. Er zijn ook mollen die tot wel 6 jaar oud kunnen worden. Maar veel jonge mollen overlijden al in het eerste levensjaar.
Natuurlijke vijanden
De mol heeft veel natuurlijke vijanden boven de grond zoals: de uil, de buizerd, de blauwe reiger, de ooievaar, de wezel, de hermelijn en de vos.
Onder de grond heeft de mol geen natuurlijke vijanden. Alleen zijn eigen soortgenoten die hij van zijn territorium moet wegjagen.
Weetjes
Wist je dat?
- De mol de meeste haartjes per vierkante centimeter op zijn lichaam heeft?
- De omhooggeduwde grond een molshoop heet?
- De mol per uur 12 tot 15 kan graven?
- In de winter en met droogte in de zomer de mol dieper graaft?
- De regenwormen die een mol eet voor een groot deel uit water bestaan, waardoor een mol bijna niets hoeft te drinken?
- De wormen die de mol vangt kan hij is een tunnel bewaren? Zo hoeft hij ze niet meteen op te eten en kan hij een voorraad maken.
- Door de stand van de haren die alle kanten opgroeien de mol gemakkelijk achteruit kan bewegen in de zelf gegraven gangen onder de grond?
- Mollen goed kunnen zwemmen en klimmen? Dit is hanig. Stel dat het heel hard regent en de gegraven gangen lopen vol met water, dan kan de mol zwemmen naar een droge plek.
- Er 3 soorten gangen zijn die de mol graaft: bronstgangen, oppervlakkige gangen en jachtgangen? De oppervlakkige gangen worden ook wel mollenritten genoemd.