Inquisitie: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
Regel 3: Regel 3:
 
Al in de vroege middeleeuwen bestonden er al inquisitoren (onderzoekers).
 
Al in de vroege middeleeuwen bestonden er al inquisitoren (onderzoekers).
  
Ook Keizer [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] zag de christelijke eenheid in zijn [[Habsburgse Nederlanden|Habsburgse]] rijk bedreigd en wilde alles in het werk stellen die te handhaven. De keizer zag dat er steeds meer belangstelling kwam voor de ideeën van [[Maarten Luther]] in de Nederlanden en hij zag dat niet alleen als ketterij, maar ook als een fundamentele bedreiging van de door God ingestelde maatschappelijke orde. In januari 1521 werd Luther in de kerkelijke ban gedaan. In mei van dat jaar werd Luther direct na afloop van de rijksdag van Worms door de keizer in de rijksban gedaan. Luther werd vogelvrij verklaard en de verbranding van zijn geschriften werd door Karel V bevolen.
+
Ook Keizer [[Karel V van het Heilige Roomse Rijk|Karel V]] zag de christelijke eenheid in zijn [[Habsburgse Nederlanden|Habsburgse]] rijk bedreigd en wilde alles in het werk stellen die te handhaven. De keizer zag dat er steeds meer belangstelling kwam voor de ideeën van [[Maarten Luther]] in de Nederlanden en hij zag dat niet alleen als ketterij, maar ook als een fundamentele bedreiging van de door God ingestelde maatschappelijke orde. In januari 1521 werd Luther in de kerkelijke ban gedaan. In mei van dat jaar werd Luther direct na afloop van de rijksdag van Worms door de keizer in de rijksban gedaan. Luther werd vogelvrij verklaard en de verbranding van zijn geschriften werd door Karel V bevolen. Kort daarna werd het [[edict van Worms]] in juli 1521 afgekondigd in een aantal steden in de Nederlanden. Het edict verbood het bezit en de verspreiding van Lutherse literatuur.
 +
 
 +
In 1524 werden [[Nicolas Coppin]], Olivier Buedens en Nicolaas Houzeau als Inquisiteurs-generaal benoemd.
 +
Keizer V liet van 1520 tot 1550 tientallen ketterijplakkaten uitvaardigen. Hierin werden de maatregelen te bestrijding van de ketterij, verboden op bezit, drukken en verspreiding van reformatorische literatuur, verboden op bepaalde bijeenkomsten, etc. vastgelegd. Ook was er de Geheime Raad die dergelijke plakkaten uitbracht. Processen van ketterij beschuldigde mensen werden vrijwel altijd door wereldlijke overheden gestart. De kerk onderzocht, maar de wereldlijke autoriteiten zorgden voor zaken als arrestatie, ggevangennemingen uitvoering van het vonnis, zoals de brandstapel.
 +
 
 +
Het effect van al deze maatregelen was echter gering. Het reformatorisch gedachtegoed van Luther en de zijnen bleef zich verspreiden en uitbreiden. In 1545 werd het aantal inquisiteurs sterk uitgebreid. In alle gewesten van de Nederlanden worden twee permanente onderinquisiteurs aangesteld. De tweede reactie van de keizer was dat in de plakkaten steeds zwaardere straffen op ketterij werden vastgelegd. Vanaf 1530 verscheen een reeks plakkaten die vooral verband hielden met de opkomst van het [[anabaptisme]]. Deze groep gelovigen  werden ook als sociaal-revolutionairen gezien.
 +
 
 +
Een van de eerste maatregelen van Karels zoon, [[Filips II van Spanje|Filips II]] in 1555, was het bloedplakkaat opnieuw af te kondigen. Dat maakte duidelijk dat hij niet van plan was het strenge ketterijbeleid van zijn vader te wijzigen.
 +
 
 +
In de Nederlanden probeert men in de steden de maatregelen af te zwakken. De Nederlandse edelen bieden in 1566 een smeekschrift aan aan de landvoogdes [[Margaretha van Parma]]. Zij had van Filips II opdracht gekregen strenger op te treden. Na de [[Beeldenstorm]] is het de in 1567 in de Nederlanden gearriveerde [[Alva]] die het bestraffen en herstellen van de orde in het werk stelt. Daarbij had je ook de [[Raad van Beroerten]].
 +
 
 +
Traditioneel wordt de [[Pacificatie van Gent]] van 8 november 1576 gezien als het einde van de inquisitie in de Nederlanden. Het laatste doodvonnis  op last van de inquisitie in de noordelijke Nederlanden werd uitgevoerd in 1574 te [[Leeuwarden]].
 +
 
  
 
[[Categorie:Christendom]]
 
[[Categorie:Christendom]]
 
[[Categorie:Habsburgse Nederlanden]]
 
[[Categorie:Habsburgse Nederlanden]]

Versie van 16 jan 2025 13:44

De Inquisitie (van het Latijn inquisitio = onderzoek) was een soort rechtbank van de Katholieke Kerk in de 15e - 19e eeuw. Deze rechtbank was rechtsprekend en rechtdoend naar kerkelijk recht. De organisatie was belast met de opsporing van, het onderzoek naar en het opleggen van straffen aan mensen die er een andere mening op nahielden dan de kerk voor juist hield. Deze mensen werden "ketters" genoemd. Naast de pauselijke inquisitie bestonden de Spaanse Inquisitie (1478-1834) en de Romeinse inquisitie (1542-1965).

Al in de vroege middeleeuwen bestonden er al inquisitoren (onderzoekers).

Ook Keizer Karel V zag de christelijke eenheid in zijn Habsburgse rijk bedreigd en wilde alles in het werk stellen die te handhaven. De keizer zag dat er steeds meer belangstelling kwam voor de ideeën van Maarten Luther in de Nederlanden en hij zag dat niet alleen als ketterij, maar ook als een fundamentele bedreiging van de door God ingestelde maatschappelijke orde. In januari 1521 werd Luther in de kerkelijke ban gedaan. In mei van dat jaar werd Luther direct na afloop van de rijksdag van Worms door de keizer in de rijksban gedaan. Luther werd vogelvrij verklaard en de verbranding van zijn geschriften werd door Karel V bevolen. Kort daarna werd het edict van Worms in juli 1521 afgekondigd in een aantal steden in de Nederlanden. Het edict verbood het bezit en de verspreiding van Lutherse literatuur.

In 1524 werden Nicolas Coppin, Olivier Buedens en Nicolaas Houzeau als Inquisiteurs-generaal benoemd. Keizer V liet van 1520 tot 1550 tientallen ketterijplakkaten uitvaardigen. Hierin werden de maatregelen te bestrijding van de ketterij, verboden op bezit, drukken en verspreiding van reformatorische literatuur, verboden op bepaalde bijeenkomsten, etc. vastgelegd. Ook was er de Geheime Raad die dergelijke plakkaten uitbracht. Processen van ketterij beschuldigde mensen werden vrijwel altijd door wereldlijke overheden gestart. De kerk onderzocht, maar de wereldlijke autoriteiten zorgden voor zaken als arrestatie, ggevangennemingen uitvoering van het vonnis, zoals de brandstapel.

Het effect van al deze maatregelen was echter gering. Het reformatorisch gedachtegoed van Luther en de zijnen bleef zich verspreiden en uitbreiden. In 1545 werd het aantal inquisiteurs sterk uitgebreid. In alle gewesten van de Nederlanden worden twee permanente onderinquisiteurs aangesteld. De tweede reactie van de keizer was dat in de plakkaten steeds zwaardere straffen op ketterij werden vastgelegd. Vanaf 1530 verscheen een reeks plakkaten die vooral verband hielden met de opkomst van het anabaptisme. Deze groep gelovigen werden ook als sociaal-revolutionairen gezien.

Een van de eerste maatregelen van Karels zoon, Filips II in 1555, was het bloedplakkaat opnieuw af te kondigen. Dat maakte duidelijk dat hij niet van plan was het strenge ketterijbeleid van zijn vader te wijzigen.

In de Nederlanden probeert men in de steden de maatregelen af te zwakken. De Nederlandse edelen bieden in 1566 een smeekschrift aan aan de landvoogdes Margaretha van Parma. Zij had van Filips II opdracht gekregen strenger op te treden. Na de Beeldenstorm is het de in 1567 in de Nederlanden gearriveerde Alva die het bestraffen en herstellen van de orde in het werk stelt. Daarbij had je ook de Raad van Beroerten.

Traditioneel wordt de Pacificatie van Gent van 8 november 1576 gezien als het einde van de inquisitie in de Nederlanden. Het laatste doodvonnis op last van de inquisitie in de noordelijke Nederlanden werd uitgevoerd in 1574 te Leeuwarden.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Inquisitie&oldid=910616"