Matige verstandelijke beperking

Gezondheidsklachten? Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.

Een matige verstandelijke beperking is een verstandelijke beperking, waarbij iemand een IQ tussen de 36 en 51 heeft.

Betekenis

Om aan te geven wat een matige verstandelijk beperking is kijken deskundigen naar de volgende drie factoren:

• Het IQ; dat zegt dus iets over wat iemand wel en niet begrijpt. Ook zegt het hoe goed iemand de kennis kan toepassen. Het IQ van iemand met een matige verstandelijke beperking ligt tussen 36 en 51.
• De ontwikkelingsleeftijd: de ontwikkelingsleeftijd van mensen met een matige verstandelijk beperking ligt tussen 4 en 6,5 jaar. Dit houdt in dat ze functioneren op het niveau van die leeftijd. Dit komt, omdat de ontwikkeling bij mensen met een matige verstandelijk beperking langzaam verloopt en soms ook stopt.
• Sociale aanpassingsvermogen: mensen met matige verstandelijk beperking hebben een lage sociale aanpassingsvermogen. Dit betekent dat ze met de volgende dingen moeite hebben:
  • Communicatie, bijvoorbeeld andere begrijpen, eigen gevoelens delen en ideeën onder woorden brengen, lezen en schrijven.
  • Zelfzorg, zoals eten, zichzelf wassen en aankleden.
  • Socialisatie (functioneren in de maatschappij), zoals vriendschappen opbouwen en onderhouden en onderhouden, geldzaken regelen en contacten met instanties onderhouden.
  • Dagelijks bezigheden, zoals naar school gaan, werken, het huishouden doen en eigen vrije tijd invullen.

Dagelijks leven

Het lezen en schrijven is voor meeste mensen met matige verstandelijk beperking lastig. Ze gebruiken dan ook vooral eenvoudige gesproken taal en hulpmiddelen, zoals plaatjes. Wat ze niet met woorden kunnen zeggen, laten ze met hun lichaam of gedrag zien. Het lukt helaas niet altijd om met het gedrag te zien wat die wilt.

Simpele taken (zoals wassen, aankleden en eten) kunnen de mensen met een matige verstandelijke beperking vaak wel. Het zelfstandig aanleren van huishoudelijke taken gaat moeilijker, maar lukt meestal wel met ondersteuning en structuur.

Meestal ronden mensen met een matige verstandelijke beperking het speciaal onderwijs af en gaan dan werken op een dagbesteding. Ze houden hun dan bezig met producten maken of creatief werk. Vaak hebben ze daar ook ondersteuning nodig. Dat geldt ook structureel voor vrije tijd. Het is belangrijk dat het dagprogramma en de begeleiding goed aansluit aan sociale en emotionele ontwikkeling.

Naast de basisontwikkelingen kan ook belevingswereld van kinderen met een matige verstandelijke achter blijven. Dit houdt in dat een kind met een matig verstandelijke beperking nog lang dingen leuk kan blijven vinden terwijl hij of zij daar voor zijn leeftijd eigenlijk te oud voor kan zijn. Bijvoorbeeld het blijven geloven in sinterklaas of naar kinderprogramma's willen blijven kijken die voor bijvoorbeeld 10 jarigen zijn of lang blijven slapen met knuffels.

Andere problemen

Mensen met een matige verstandelijke beperking kunnen ook nog altijd hebben van de volgende problemen:

• Probleemgedrag dat hoort bij een bepaald syndroom
• Probleemgedrag zonder dat er een sprake is van een syndroom.
• Autisme
• ADHD

Omgeving /familie

Naast dat voor diegene met een matig verstandelijke beperking het ook moeilijk kan zijn om mee te komen in de maatschappij, is het voor de familieleden en ouders ook best lastig om er mee om te gaan en de persoon op te voeden. Want het vraagt een andere zorg en aandacht dan wat bij normaalbegaafde kinderen het geval is. Zo zullen ze moeten accepteren dat de ontwikkeling traag of niet verder zal komen en dat hun kind nooit een echt normaal leven zal kunnen hebben. Ook moeten ouders leren dat hun kind altijd net iets anders is dan dat het normaal gesproken zou zijn.

Media

• https://www.kenniscentrumwwz.be/tips-voor-hulpverleners-bij-een-verstandelijke-handicap-autismespectrumstoornis-en-niet-aangeboren