Ziekte van Parkinson: verschil tussen versies
(Informatie toegevoegd) |
|||
Regel 21: | Regel 21: | ||
Bij Parkinson wordt er een fout gemaakt in dit gebied van de hersenen. De cellen in het gebied verdwijnen. Dit wordt veroorzaakt door een tekort aan dopamine. Deze afname van cellen heet ''degeneratie''. |
Bij Parkinson wordt er een fout gemaakt in dit gebied van de hersenen. De cellen in het gebied verdwijnen. Dit wordt veroorzaakt door een tekort aan dopamine. Deze afname van cellen heet ''degeneratie''. |
||
+ | |||
+ | == Fases van ziekte van Parkinson == |
||
== Symptomen == |
== Symptomen == |
Versie van 26 jun 2024 20:15
Gezondheidsklachten?
Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op. |
De ziekte van Parkinson is een ingewikkelde ziekte, waarbij in je hersenen je spieren steeds minder goed kunnen sturen. Ook kunnen ze andere problemen veroorzaken.
De oorzaak van de ziekte van Parkinson is dat er te weinig dopamine in het lichaam aanwezig is. Dit is een belangrijk stofje dat zorgt dat je hersenen goed werken. Dit stofje is belangrijk voor het overdragen van boodschappen van de ene naar de andere zenuwcel. Bij de meeste mensen ontstaat de ziekte pas als ze ouder zijn (tussen 50 en 70 jaar). Er is ook een groep mensen die Parkinson voor hun 40e levensjaar krijgen.
Oorzaak
De oorzaak van de ziekte van Parkinson is onbekend. Er is een bepaalde erfelijke invloed en er zijn omgevingsfactoren, waarvan de meeste echter onbekend zijn. Bij de ziekte van Parkinson verdwijnen alle zenuwcellen in de substantia nigra, de 'zwarte substantie'. Daarom noemt men het een degeneratieve ziekte. Er verdwijnen namelijk cellen om redenen die we niet goed kennen. De zwarte substantie is een gebiedje hoog in de hersenstam. Het is een onderdeel van het extrapiramidaal systeem.
Door deze degeneratie ontstaat een tekort aan dopamine, een prikkeloverdrachtsstof. Deze stof helpt de zenuwcellen om prikkels over te dragen aan andere zenuwcellen. Dopamine is belangrijk onderin de grote hersenen, in de gebieden die iemand helpen met het maken en volhouden van bewegingen.
De eerste symptomen openbaren zich vaak vanaf het vijftigste levensjaar. Dan is er van de substantia nigra nog maar de helft over en de rest zal ook verdwijnen. Dat maakt de ziekte progressief.
Wat gaat er mis bij Parkinson?
Bij de ziekte van Parkinson gaat er iets mis het in het extrapirmidaal systeem. Dit is het stukje tussen je hersenstam en grote hersen in. Het extrapiramidaal systeem zorgt voor:
- Spontaan en moeiteloos op gang komen van bewegingen.
- Automatisch opgang blijven van bewegingen die herhaalt worden, zoals kauwen.
- Soepele spieren
- Onderdrukken van nutteloze bewegingen.
Bij Parkinson wordt er een fout gemaakt in dit gebied van de hersenen. De cellen in het gebied verdwijnen. Dit wordt veroorzaakt door een tekort aan dopamine. Deze afname van cellen heet degeneratie.
Fases van ziekte van Parkinson
Symptomen
De ziekte van Parkinson is niet te genezen. Bekende klachten die ontstaan zijn traagheid, stijfheid en beven, maar Parkinson geeft ook problemen die minder opvallen. Bijvoorbeeld traag denken, wisseling van stemming, slecht slapen, pijn of moeite om naar de wc te gaan. Deze klachten zijn onder te verdelen in:
- Motorische symptomen:
- Beven
- Stijfheid
- Bewegingsvertraging
- Gestoorde houdingsbalans
- Dansachtige bewegen en tics
- Automatisch piloot werkt niet meer en handelingen kosten veel concentratie.
- Niet-motorische symptomen
- Verlaagde bloeddruk bij het opstaan.
- Blaaslegingsproblemen (je kan niet meer goed uitplassen)
- Erectiestoornissen
- Veel zweten
- Veel talg produceren.
- Obstipatie (dus moeilijk kunnen poepen)
- Slikproblemen
- Psychische en psychiatrische symptomen:
- Afwijkend slaappatroon
- Overmatig slapen overdag
- Dubbelzien
- Vermoeidheid
- off-onproblemen
- Mogelijke complicaties:
- Apathie
- Depressie
- Lusteloosheid
- Dementie
- Hallucinaties
Verder ontstaan verschijnselen als:
- Freezing: het van het ene op het andere moment totaal verstarren;
- Ernstige bewegingsarmoede bij het dalen van de plasmaspiegel, vlak voor de volgende inname
- Bijbewegingen zoals grimassen, abnormale spierspanning of choreatische bewegingen (bewegingsonrust in de handen, vingers, polsen, rond de mond), als de plasmaspiegel op zijn top is. Deze onrust noemen we ook wel dyskinesie.
Off-onfenomeen
Het off-onfenomeen is een bekend iets bij de ziekte van Parkinson. Het bestaat uit twee stadia:
- Off-stadium: als er spraken is van traag en schuifelend lopen, valneiging, stijfheid of volledig onmacht om te kunnen bewegen Iemand kan bevriezen (freezing). Iemand kan dan niet meer lopen alleen maar staan.
- On-stadium: iemand de symptomen zijn helemaal onder controle.
Ziekteverloop
Bij de ziekte van Parkinson ontstaan tremor, bewegingsarmoede en spierstijfheid. De tremor, het ritmisch trillen, ontstaat vaak eerst aan één kant, maar breidt zich uit. Hij neemt toe bij emoties en is tijdens de slaap afwezig. De bewegingsarmoede heet ook wel hypokinesie. Het uit zich in verstarring van de gelaatsuitdrukking, minder knipperen met de ogen en minder meebewegen van de armen bij het lopen. Omdat de mond niet goed dicht kan houden en weinig spontaan slikt, kan speeksel uit de mond lopen. De mondhoeken raken ontstoken, door een schimmelinfectie) omdat iemand niet zomaar zelf de mondhoeken schoonmaakt. Het kost steeds meer moeite om een beweging op gang te brengen en op gang te houden. Het lopen gaat schuifelend en voorovergebogen, met een neiging om steeds sneller te gaan. Bij een kleine balansverstoring dreigt de patiënt achterover te vallen. De stem is zwak en eentonig. Aan de gezichtsuitdrukking kun je niet meer zomaar zien hoe iemand zich voelt.
Uiteindelijk ontstaan problemen met kauwen, hoesten, slikken en verslikken. Het draaien tijdens de slaap neemt af, iemand ligt dus te lang in dezelfde houding; de pijn die dan ontstaat maakt patiënten wakker. Zelf omdraaien in bed is een grote opgave. De rigiditeit (stramme spieren, te hoge spierspanning) leidt tot pijn aan de schouder en in nek en rug; er ontstaan contracturen. Behalve de motoriek gaan ook andere functies achteruit: blaasretentie, obstipatie en de talgklieren worden extra actief.
Ook het denken gaat veranderen. Dat is nog lang geen dementie, maar soms lukt het iemand niet meer zo snel om alledaagse problemen snel op te lossen. Iemand kan bijvoorbeeld niet meer snel bedenken dat als je bijvoorbeeld in de ene winkel iets niet kunt vinden, dat je dan naar een andere winkel kunt gaan om te kijken of het daar wel is. In plaats daarvan gaat iemand naar huis en denkt daarna 'ik had gemakkelijk even naar die andere winkel kunnen gaan'. Zomaar een voorbeeld. Fysiotherapie en ergotherapie zijn onmisbaar. De inrichting van de ruimtes moet voldoen aan de volgende eisen. Behalve veiligheid met snoeren en kleden, is het nodig dat de meubels ver uit elkaar staan. Strepen op de vloer of andere dingen die op de vloer getekend zijn, kunnen het lopen beter maken. Medicijnen kunnen de symptomen beïnvloeden, maar het ziekteproces niet stoppen.
De meeste stoffen die worden toegepast vullen op een af andere manier het tekort aan dopamine aan. Daardoor verbeteren de hypokinesie en de rigiditeit. Men heeft echter steeds meer nodig om de symptomen te bestrijden. Want de ziekte wordt uit zichzelf steeds erger. De ziekte is progressief. Er kunnen psychotische verschijnselen ontstaan als bijwerking van de medicijnen, meestal dosisafhankelijk. Hallucinaties en wanen kunnen ontstaan, dat zijn psychotische verschijnselen. Dan kunnen we niet verder met nog meer medicijnen
Uiteindelijk verliest de patiënt zijn mobiliteit. Contracturen gaan pijn doen. Verslikking en longontsteking, valpartijen, decubitus en andere complicaties vormen een doorlopend gevaar. Er ontstaan problemen met de blaas. Door de urineretentie ontstaan steeds weer urineweginfecties met vaak ook schade aan de nieren of sepsis. Er is een sterk verhoogde kans op het ontstaan van een depressie vóór en tijdens het ziekteverloop. Ook is er een verhoogd risico op het ontstaan van dementie.
Medicijnen
Er zijn medicijnen die de ziekte vertragen. Er zijn nog geen geneesmiddelen.
Parkinson of Parkinsonisme
Bij parkinsonisme zijn er parkinsonverschijnselen door een oorzaak die de artsen wel hebben kunnen vaststellen. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld de bijwerking van anti-psychotische middelen of uitgebreide slagaderverkalking. Ook bij ziektes zoals lewybodydementie zie je parkinsonverschijnselen, maar dat is nadat de dementie al was ontstaan. In de verpleeghuizen zie je soms ook andere cliënten met zeldzame hersenziektes met parkinsonisme. Voorbeelden zijn 'supranucleaire verlamming' en, 'multipele systeematrofie'.
Bij de ziekte van Parkinson ontstaan tremor, bewegingsarmoede en spierstijfheid. De tremor, het ritmisch trillen, ontstaat vaak eerst aan één kant, maar breidt zich uit. Hij neemt toe bij emoties en is tijdens de slaap afwezig.