Figuurlijk taalgebruik: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
k |
|||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | Met '''figuurlijk taalgebruik''' bedoelen we dat je iets zegt of schrijft dat je niet [[letterlijk]] moet nemen. Figuurlijk taalgebruik kom je tegen bij [[beeldspraak]] zoals een [[vergelijking]]. |
+ | Met '''figuurlijk taalgebruik''' bedoelen we dat je iets zegt of schrijft dat je niet [[letterlijk]] moet nemen. Figuurlijk taalgebruik kom je tegen bij [[beeldspraak]] zoals een [[Vergelijking (beeldspraak)|vergelijking]]. Figuurlijk taalgebruik wordt veel gebruikt in [[Spreekwoord|spreekwoorden]] en [[Gezegde (zegswijze)|gezegden]]. |
==Voorbeelden van figuurlijk taalgebruik== |
==Voorbeelden van figuurlijk taalgebruik== |
||
| Regel 5: | Regel 5: | ||
* Het schilderij springt van het doek. (In het schilderij zijn waarschijnlijk felle kleuren gebruikt. Het springt niet echt van het doek af). |
* Het schilderij springt van het doek. (In het schilderij zijn waarschijnlijk felle kleuren gebruikt. Het springt niet echt van het doek af). |
||
* De toekomst lacht ons tegemoet. (Het zit hen allemaal mee. De toekomst kan niet echt lachen). |
* De toekomst lacht ons tegemoet. (Het zit hen allemaal mee. De toekomst kan niet echt lachen). |
||
| + | * Het regent pijpenstelen (Het regent heel hard, de regen lijkt op de middeleeuwse Hollandse lange rookpijpen) |
||
Mensen met [[Autisme|ASS]] (Autisme) hebben vaak veel moeite met figuurlijk taalgebruik. Zij nemen te tekst vaak wél letterlijk en snappen dan niet wat er mee bedoeld wordt. |
Mensen met [[Autisme|ASS]] (Autisme) hebben vaak veel moeite met figuurlijk taalgebruik. Zij nemen te tekst vaak wél letterlijk en snappen dan niet wat er mee bedoeld wordt. |
||
[[Categorie:Taalkunde]] |
[[Categorie:Taalkunde]] |
||
Versie van 26 apr 2024 10:00
Met figuurlijk taalgebruik bedoelen we dat je iets zegt of schrijft dat je niet letterlijk moet nemen. Figuurlijk taalgebruik kom je tegen bij beeldspraak zoals een vergelijking. Figuurlijk taalgebruik wordt veel gebruikt in spreekwoorden en gezegden.
Voorbeelden van figuurlijk taalgebruik
- Ze kookt van woede. (Ze kookt natuurlijk niet echt. Ze is heel kwaad).
- Het schilderij springt van het doek. (In het schilderij zijn waarschijnlijk felle kleuren gebruikt. Het springt niet echt van het doek af).
- De toekomst lacht ons tegemoet. (Het zit hen allemaal mee. De toekomst kan niet echt lachen).
- Het regent pijpenstelen (Het regent heel hard, de regen lijkt op de middeleeuwse Hollandse lange rookpijpen)
Mensen met ASS (Autisme) hebben vaak veel moeite met figuurlijk taalgebruik. Zij nemen te tekst vaak wél letterlijk en snappen dan niet wat er mee bedoeld wordt.