Survival of the fittest

Herbert Spencer

De survival of the fittest is een uitdrukking waarmee het uitgangspunt van de evolutietheorie wordt aangegeven. Er wordt mee bedoeld dat alleen de best aangepaste soorten of rassen kunnen overleven op de lange termijn. Het is een andere uitdrukking als de natuurlijke selectie van dieren, zoals die in de loop van miljoenen jaren heeft plaatsgevonden. De best aangepaste dieren konden het beste leven in een omgeving die het beste bij hen paste en waarin ze zich goed konden voortplanten. Ook de seksuele selectie hoort erbij, want alleen de dieren die het sterkste, het gezondste of het meest intelligent waren konden zich handhaven in een wereld waar het eten of gegeten worden is.

Sociaal darwinisme

De uitdrukking is bedacht door Herbert Spencer in zijn boek Principles of Biology uit 1864. Toen hij het las, was Charles Darwin zo enthousiast dat hij de benaming begon te gebruiken als synoniem voor wat hij zelf natural selection noemde.

Sociaal darwinisten gebruikten de term ook voor de samenleving van de mensen. De term werd vaak gebruikt in de tijd van het moderne imperialisme (1870-1914). Dat was een tijd waarin Europese landen zo'n beetje het grootste deel van de wereld gingen beheersen en veel landen gingen kolonialiseren. Het leidde er zelfs toe dat de blanke mensen het idee hadden dat ze het beste ras ter wereld waren.