Zaaimachine: verschil tussen versies
(Naaimachine afgerond) |
k (→Geschiedenis) |
||
Regel 14: | Regel 14: | ||
== Geschiedenis == |
== Geschiedenis == |
||
[[Bestand:ChineseSeedDrill1637.jpg|miniatuur|Chinese zaad-boormachine]] |
[[Bestand:ChineseSeedDrill1637.jpg|miniatuur|Chinese zaad-boormachine]] |
||
− | Terwijl de [[Babylonië|Babyloniërs]] rond 1400 v. Chr. primitieve zaaimachines gebruikten, bereikte deze uitvinding Europa nooit. IJzeren zaaimachines met meerdere buizen werden uitgevonden door de [[China|Chinezen]] in de 2e eeuw v. Chr. |
+ | Terwijl de [[Babylonië|Babyloniërs]] rond 1400 v. Chr. primitieve zaaimachines gebruikten, bereikte deze uitvinding Europa nooit. IJzeren zaaimachines met meerdere buizen werden uitgevonden door de [[China|Chinezen]] in de 2e eeuw v. Chr. Deze zaaimachine met meerdere buizen kon op een efficiënte manier de voedselproductie van China millennia lang onderhouden. Deze zaaimachine met meerdere buizen is mogelijk in Europa geïntroduceerd na contacten met China. In het Indiase subcontinent was de zaaimachine wijdverbreid in gebruik onder boeren tegen de tijd van het Mughal-rijk in de 16e eeuw. |
De eerste bekende Europese zaaimachine werd toegeschreven aan ''Camillo Torello'' en er is een [[patent]] verleent door de [[Venetië|Venetiaanse]] Senaat in 1566. Een zaaimachine werd in detail beschreven door ''Tadeo Cavalina'' van [[Bologna]] in 1602. In Engeland werd de zaaimachine verder verfijnd door ''Jethro Tull'' in 1701 tijdens de zogeheten [[landbouwrevolutie]]. Zaaimachines van dit en de opeenvolgende typen waren echter zowel duur en onbetrouwbaar als kwetsbaar. Zaaimachines zouden pas in het midden tot het einde van de 19e eeuw wijdverbreid in Europa worden gebruikt, toen de productie van geavanceerde machines, smeden van matrijzen en het stempelen van metaal grootschalige precisieproductie van metalen onderdelen mogelijk maakte. |
De eerste bekende Europese zaaimachine werd toegeschreven aan ''Camillo Torello'' en er is een [[patent]] verleent door de [[Venetië|Venetiaanse]] Senaat in 1566. Een zaaimachine werd in detail beschreven door ''Tadeo Cavalina'' van [[Bologna]] in 1602. In Engeland werd de zaaimachine verder verfijnd door ''Jethro Tull'' in 1701 tijdens de zogeheten [[landbouwrevolutie]]. Zaaimachines van dit en de opeenvolgende typen waren echter zowel duur en onbetrouwbaar als kwetsbaar. Zaaimachines zouden pas in het midden tot het einde van de 19e eeuw wijdverbreid in Europa worden gebruikt, toen de productie van geavanceerde machines, smeden van matrijzen en het stempelen van metaal grootschalige precisieproductie van metalen onderdelen mogelijk maakte. |
Versie van 21 feb 2022 14:57
Een zaaimachine is een apparaat dat in de landbouw wordt gebruikt en dat zaden voor gewassen zaait door ze stuk voor stuk in de grond te plaatsen en tot een bepaalde diepte te begraven. Dit zorgt ervoor dat de zaden gelijkmatig worden verdeeld. Het gaat hierbij om grotere zaden als die van bonen en maïs. Kleinere zaden zoals graszaad of dat van graan worden meer gestrooid en vervolgens ondergeharkt.
Vóór de introductie van de zaaimachine werden de meeste zaden nog met de hand geplant, een onnauwkeurig en verspillend proces met een slechte verdeling van zaden en een lage productiviteit. Het gebruik van een zaaimachine kan de verhouding van de gewasopbrengst (geoogste zaden per geplant zaad) met maar liefst negen keer verbeteren. Het gebruik van een zaaimachine bespaart tijd en arbeid.
Bouw en werking
Een zaaimachine bestaat uit een trechter die gevuld wordt met zaden en die is geplaatst boven een reeks buizen die op bepaalde afstanden van elkaar kunnen worden geplaatst om een zo goed mogelijke groei van de planten mogelijk te maken. De zaden worden op regelmatige afstand van elkaar in de grond geplaatst met behulp van geribbelde 'peddels' die roteren met behulp van een tandwielaandrijving van een van de wielen van de machine. De zaaihoeveelheid kan worden ingesteld. De meeste moderne zaaimachines gebruiken lucht om zaden in plastic buizen van de zaadtrechter naar de peddels te transporteren. Door deze opstelling kunnen zaaimachines veel breder zijn dan de zaadtank of trechter - in sommige gevallen wel 12 m breed. Het zaad wordt mechanisch gedoseerd in een luchtstroom die wordt gemaakt door een ventilator. De zaden worden eerst getransporteerd naar een verdeelkop die de zaden verdeelt over de pijpen die de zaden naar de afzonderlijke colters brengen.
Voordat de zaaimachine wordt gebruikt, moet de grond worden geploegd en geëgd. De ploeg graaft de aarde op en de eg maakt de grond glad en breekt eventuele klonten af. De zaaimachine moet dan worden ingesteld op de grootte van het gebruikte zaad. Daarna wordt het graan in de trechter bovenop gedaan. Dit systeem wordt nog steeds gebruikt, maar is aangepast en bijgewerkt zodat een boer veel rijen zaad tegelijk kan planten.
Een zaaimachine kan met ossen of een tractor over het veld worden getrokken. Zaden die met een zaaimachine zijn gezaaid, worden gelijkmatig verdeeld en op de juiste diepte in de grond geplaatst.
Geschiedenis
Terwijl de Babyloniërs rond 1400 v. Chr. primitieve zaaimachines gebruikten, bereikte deze uitvinding Europa nooit. IJzeren zaaimachines met meerdere buizen werden uitgevonden door de Chinezen in de 2e eeuw v. Chr. Deze zaaimachine met meerdere buizen kon op een efficiënte manier de voedselproductie van China millennia lang onderhouden. Deze zaaimachine met meerdere buizen is mogelijk in Europa geïntroduceerd na contacten met China. In het Indiase subcontinent was de zaaimachine wijdverbreid in gebruik onder boeren tegen de tijd van het Mughal-rijk in de 16e eeuw.
De eerste bekende Europese zaaimachine werd toegeschreven aan Camillo Torello en er is een patent verleent door de Venetiaanse Senaat in 1566. Een zaaimachine werd in detail beschreven door Tadeo Cavalina van Bologna in 1602. In Engeland werd de zaaimachine verder verfijnd door Jethro Tull in 1701 tijdens de zogeheten landbouwrevolutie. Zaaimachines van dit en de opeenvolgende typen waren echter zowel duur en onbetrouwbaar als kwetsbaar. Zaaimachines zouden pas in het midden tot het einde van de 19e eeuw wijdverbreid in Europa worden gebruikt, toen de productie van geavanceerde machines, smeden van matrijzen en het stempelen van metaal grootschalige precisieproductie van metalen onderdelen mogelijk maakte.
Vroege zaaimachines waren klein genoeg om door een enkel paard te worden getrokken, en veel van deze machines bleven tot in de jaren 1930 in gebruik. De beschikbaarheid van stoomtractoren en later benzine- en dieseltractoren zorgde echter voor de ontwikkeling van grotere en efficiëntere zaaimachines waarmee boeren in één dag steeds grotere stukken land konden inzaaien.
De machines van nu werken zo nauwkeurig dat een boer het precies op de juiste diepte en onderlinge afstand na en naast elkaar kan instellen. Hierdoor kan er tijdens de groei ook makkelijker er tussendoor onkruid gewied worden, waardoor de tijd optimaal gebruikt wordt en de opbrengst stijgt.