Edith Frank: verschil tussen versies
k (→top: clean up) |
|||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | [[Bestand:Edith Frank Rémy.jpg|miniatuur|Edith Frank]] | ||
'''Edith Frank-Holländer''' ([[Aken]], 16 [[januari]] 1900 - [[Auschwitz-Birkenau]], 6 [[januari]] 1945) was een [[Jood]]s-[[Duitsland|Duits]]-[[Nederland]]se vrouw die bekendheid heeft gekregen doordat zij de moeder was van ''[[Anne Frank]]''. | '''Edith Frank-Holländer''' ([[Aken]], 16 [[januari]] 1900 - [[Auschwitz-Birkenau]], 6 [[januari]] 1945) was een [[Jood]]s-[[Duitsland|Duits]]-[[Nederland]]se vrouw die bekendheid heeft gekregen doordat zij de moeder was van ''[[Anne Frank]]''. | ||
Regel 13: | Regel 14: | ||
Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] zat Edith Frank met haar gezin, [[Hermann van Pels]], [[Auguste van Pels]], [[Peter van Pels]] en [[Fritz Pfeffer]] [[onderduiken|ondergedoken]] in een pand in [[Amsterdam]] waar het bedrijf van Otto, Opekta, zat, later het ''Het Achterhuis'' genoemd. | Tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] zat Edith Frank met haar gezin, [[Hermann van Pels]], [[Auguste van Pels]], [[Peter van Pels]] en [[Fritz Pfeffer]] [[onderduiken|ondergedoken]] in een pand in [[Amsterdam]] waar het bedrijf van Otto, Opekta, zat, later het ''Het Achterhuis'' genoemd. | ||
− | Nadat zij verraden waren, werden ze op 4 [[Augustus (maand)|augustus]] 1944 opgepakt. Eerst kwamen ze in het [[kamp Westerbork]] terecht maar later werden ze overgebracht naar het [[concentratiekamp]] [[Auschwitz|Auschwitz-Birkenau]]. Otto kwam in het mannenkamp, Anne, Margot werden gedeporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Edith bleef alleen achter en stierf begin 1945 zonder familie op 44-jarige leeftijd in het vrouwenkamp. | + | Nadat zij verraden waren, werden ze op 4 [[Augustus (maand)|augustus]] 1944 opgepakt. Eerst kwamen ze in het [[kamp Westerbork]] terecht maar later werden ze overgebracht naar het [[concentratiekamp]] [[Auschwitz (concentratiekamp)|Auschwitz-Birkenau]]. Otto kwam in het mannenkamp, Anne, Margot werden gedeporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Edith bleef alleen achter en stierf begin 1945 zonder familie op 44-jarige leeftijd in het vrouwenkamp. |
[[Categorie:Persoon in de Tweede Wereldoorlog]] | [[Categorie:Persoon in de Tweede Wereldoorlog]] |
Huidige versie van 8 jun 2021 om 09:49
Edith Frank-Holländer (Aken, 16 januari 1900 - Auschwitz-Birkenau, 6 januari 1945) was een Joods-Duits-Nederlandse vrouw die bekendheid heeft gekregen doordat zij de moeder was van Anne Frank.
Edith was een dochter van Abraham Holländer (1860-1927) en Rosalie Stern (1866-1942) en één van hun vier kinderen. Ediths zus, Bettina Holländer, overleed in 1914 op zestienjarige leeftijd. Edith groeide op in een welgestelde familie, die de Joodse tradities naleefde. Edith had een kring van vrienden en vriendinnen, tenniste en zwom graag en las veel boeken. Na haar afstuderen aan de middelbare school werkte Edith enkele jaren in het familiebedrijf van haar ouders.
Ze trouwde op 12 mei 1925 in de synagoge van Aken met Otto Frank, ze kregen 2 kinderen: Margot Betti op 16 februari 1926 en Annelies Marie op 12 juni 1929.
Adolf Hitler kwam aan de macht in Duitsland in januari 1933. Edith en Otto zagen voor henzelf en de kinderen geen toekomst meer in Duitsland omdat Adolf Hitler joden vervolgde. In 1933 gingen Edith en Otto naar Nederland, Anne en Margot gingen naar hun oma in Aken en gingen pas een paar maanden later naar Nederland.
Ediths deur stond in Amsterdam altijd open voor de vrienden en vriendinnen van haar dochters Margot en Anne. Op sjabbat maakte Edith het gezellig en kwamen er vrienden van haar en Otto langs. Edith bezocht geregeld de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente in de Tolstraat, waar ze ook soms een handje hielp. De familie Frank was liberaal -Joods. Dat betekent dat ze zich verbonden voelden met de joodse tradities, maar niet streng waren wat betreft de regels
Rosa Holländer, de moeder van Edith kwam in 1939 bij het gezin Frank wonen, zij stierf bijna 3 jaar later aan kanker. Haar twee broers Julius en Herbert lukte het uit te wijken naar de Verenigde Staten. Daar zetten ze zich in om de familie Frank ook over te laten komen, maar die poging mislukte.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Edith Frank met haar gezin, Hermann van Pels, Auguste van Pels, Peter van Pels en Fritz Pfeffer ondergedoken in een pand in Amsterdam waar het bedrijf van Otto, Opekta, zat, later het Het Achterhuis genoemd.
Nadat zij verraden waren, werden ze op 4 augustus 1944 opgepakt. Eerst kwamen ze in het kamp Westerbork terecht maar later werden ze overgebracht naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. Otto kwam in het mannenkamp, Anne, Margot werden gedeporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen. Edith bleef alleen achter en stierf begin 1945 zonder familie op 44-jarige leeftijd in het vrouwenkamp.