Etty Hillesum

Esther (Etty) Hillesum werd op 15 januari 1914 geboren in Middelburg. 4 jaar later in 1918 verhuisde het gezin Hillesum naar een huis in de Oranjestraat in Winschoten. Ze verhuisden weer in 1924. Toen naar Deventer. De vader van Etty werd in Deventer directeur van het Stedelijk Gymnasium waar Etty opzat.

Etty Hillesum in 1939

Etty was een Joods meisje, maar toch kreeg ze niet veel van het Joodse geloof mee in haar jeugd. Etty was 27 toen ze in 1941 Julius Spier ontmoette. Hij was 54 jaar en hij was een bankier geweest. Na zijn tijd dat hij bankier was geweest, werd hij handleeskundige. Dat is iemand die je hand kan lezen. Daaraan kan hij dan zien wat je karakter is, je talenten, hoe het met je gaat, dat soort dingen. Je kan het ook een psycholoog noemen. Julius heeft ook meerdere boeken over het handlezen geschreven. Etty was erg onder de indruk van Julius. Hoewel Julius veel ouder was dan Etty en dat Julius al verloofd was met iemand anders in Engeland, kregen ze een liefdesrelatie. Op 9 maart 1941 kreeg Etty het advies van Spier om een dagboek te schrijven. En ze deed het. Omdat Hillesum eerder al Joodse studenten had geholpen, mocht ze gaan werken in de Joodsche Raad als een medewerkster die veel met boekhouding moest doen. Ze kreeg de baan in juli 1942. De Joodsche Raad kreeg anti-Joodse-maatregelen van de bezetter en de Joodsche Raad moest die maatregelen tegen alle Joden vertellen. Al snel moest ze van de Joodsche Raad gaan werken in Kamp Westerbork bij de afdeling “Sociale Verzorging Doortrekkenden” waar ze moest zorgen voor Westerborkers. In augustus 1942 moest ze zelf verblijven in Westerbork. Ze beschreef het kamp vaak als “de hel” toch mocht ze soms nog naar Amsterdam toe omdat ze bij de Joodsche Raad had gewerkt. Al haar ervaringen beschreef ze in haar dagboekbrieven. Etty besloot niet onder te duiken omdat ze vond dat ze ‘het lot van het volk moest delen’. Onderduikers waren volgens haar daar te goed voor. Ondanks het feit dat ze tegen onderduiken was hielp ze wel kinderen ontsnappen. In juli 1943 verliep de geldigheid van Etty’s uitzonderingsbewijs en toen was ze en normale kampbewoonster geworden. Ze mocht toen niet meer naar Amsterdam. Op 7 september 1943 werd Etty met haar ouders en één van haar broers (ze had er 2) gedeporteerd naar kamp Auschwitz. Één dag geleden was het laatste stuk van haar dagboek. Etty Hillesum is op 29-jarige leeftijd vermoord in Auschwitz. In het najaar van 1943 zijn er illegaal twee brieven uitgegeven van Etty Hillesum en in de jaren daarna nog meer. Maar het beroemdste werk van Etty is het boek: ‘Het verstoorde leven’ dat pas uitgegeven is in 1981.