Theater in het oude Griekenland: verschil tussen versies
k |
|||
Regel 15: | Regel 15: | ||
De bekendste toneelschrijvers zijn Aeschylus, Sophocles en Euripides en Aristophanes is de bekendste komedieschrijver. |
De bekendste toneelschrijvers zijn Aeschylus, Sophocles en Euripides en Aristophanes is de bekendste komedieschrijver. |
||
− | == Oorsprong = |
+ | == Oorsprong == |
De Griekse tragedie zoals wij die kennen ontstond in Athene enkele jaren voor 532 voor Christus, het jaar waarin Thepsis als vroegste toneelschrijver beschreven werd. Hij won de eerste theaterwedstrijd die in Athene gehouden werd, dus hij was de leider van de dithyramben die in en rond Attica Aristoteles' ''Poezíë'' opgevoerd werden. Dithyramben waren oude hymnes die gezongen werden tot lof van de god van de wijn en de vruchtbaarheid, Dionysus. Ze hadden een wild karakter. |
De Griekse tragedie zoals wij die kennen ontstond in Athene enkele jaren voor 532 voor Christus, het jaar waarin Thepsis als vroegste toneelschrijver beschreven werd. Hij won de eerste theaterwedstrijd die in Athene gehouden werd, dus hij was de leider van de dithyramben die in en rond Attica Aristoteles' ''Poezíë'' opgevoerd werden. Dithyramben waren oude hymnes die gezongen werden tot lof van de god van de wijn en de vruchtbaarheid, Dionysus. Ze hadden een wild karakter. |
||
Versie van 3 aug 2015 09:53
Het theater van het oude Griekenland is erg belangrijk geweest voor het huidige westerse theater. Het was op zijn best van 550 tot 220 voor Christus. Het was het begin van het moderne westerse theater, en sommige oude Griekse toneelstukken worden vandaag de dag nog steeds uitgevoerd. Zij bedachten de genres tragedie (aan het eind van de 6e eeuw voor Christus), komedie (486 voor Christus) en stukken met satire .
Het is ook, in architectonische zin, de plek van theateruitvoeringen in het oude Griekenland.
De stadstaat Athene was een grote culturele, politieke en militaire macht tijdens deze periode. Drama was in het stadscentrum. Theater was onderdeel van een festival genaamd de Dionysia, waarin de god Dionysus werd geëerd. In de Dionysia presenteerden de toneelschrijvers hun werk aan een publiek. Het was een competitie, met een winnaar en prijzen. Deze twee hoofdgenres werden nooit gemengd: zij hadden elk hun eigen typische structuur. Athene exporteerde het festival naar zijn talrijke kolonies en bondgenoten om hun manier van leven bekend te maken.
Alleen mannen mochten acteur zijn. Het koor bestond uit mannen, net zoals de acteurs en het publiek. Eigenlijk moesten ze ook burgers van Athene zijn, wat alleen van toepassing was op vrij-geboren mannen plus een klein aantal speciale gevallen. De acteurs droegen maskers, zodat de mensen zouden weten welke persoon (rol) de acteur speelde.
De bekendste toneelschrijvers zijn Aeschylus, Sophocles en Euripides en Aristophanes is de bekendste komedieschrijver.
Oorsprong
De Griekse tragedie zoals wij die kennen ontstond in Athene enkele jaren voor 532 voor Christus, het jaar waarin Thepsis als vroegste toneelschrijver beschreven werd. Hij won de eerste theaterwedstrijd die in Athene gehouden werd, dus hij was de leider van de dithyramben die in en rond Attica Aristoteles' Poezíë opgevoerd werden. Dithyramben waren oude hymnes die gezongen werden tot lof van de god van de wijn en de vruchtbaarheid, Dionysus. Ze hadden een wild karakter.
In de tijd waarin Thepsis leefde was de dithyrambe inmiddels geëvolueerd tot ver van zijn oorsprong. Het was een verhalend, ballade-achtig genre geworden. Hierom wordt Thepsis vaak de "Vader van de Tragedie" genoemd. Van de staatsman Solon wordt gezegd dat hij gedichten heeft gemaakt waarin de karakters met hun eigen stem spreken. Gesproken voordrachten, bekend als rapsodieën, van Homerus' epische gedichten waren populair op festivals voor 534 v.C. De bijdrage van Thespis aan drama is onduidelijk, maar zijn naam wordt herinnerd via de veel gebruikte Engelse term voor toneelspeler, een 'thespian'.
De drama uitvoeringen waren belangrijk voor de Atheners - dit wordt duidelijk gemaakt door het Dionysische festival. Het festival werd ongeveer rond 508 voor Christus gecreëerd.
Phrynichus was de eerste dichter waarvan bekend is dat hij een historisch onderwerp gebruikte - zijn Val van Milete, 493, vertelde het lot van de stad Milete nadat deze was veroverd door de Perzen. Van hem wordt ook gedacht dat hij de eerste is die vrouwelijke personages gebruikte (geen vrouwelijke acteurs trouwens).
Tot de Hellenistische periode waren alle tragedies unieke stukken, geschreven ter ere van Dionysos en eenmalig gespeeld, zodat we vandaag alleen nog de stukken hebben die goed genoeg onthouden waren om herhaald te worden toen herhaling van oude tragedies mode werd.
De Klassieke Periode
Na de Grote Vernietiging van Athene door de Perzen (Achaemenidische rijk) in 480 voor Christus, werden de stad en de Acropolis herbouwd, en theater werd een nog groter onderdeel van de Atheense cultuur en trots. Het hoogtepunt was de competitie tussen drie toneelschrijvers van treurspellen, twee keer per jaar. Elk legde drie treurspellen voor, plus een satirestuk (een komische versie van een mythologisch onderwerp). Vanaf 486 voor Christus, legde elke toneelschrijver ook een komedie voor. Aristoteles beweerde dat Aeschylus de tweede acteur toevoegde, en dat Sophocles de derde introduceerde. Blijkbaar gebruikten de Griekse toneelschrijvers nooit meer dan drie acteurs.
Tragedie en komedie werden gezien als totaal verschillende genres, en geen stuk voegde ooit delen van de twee samen. Satirische toneelstukken maakte gebruik van mythologische onderwerpen van de tragedies, maar op een puur komische wijze. Echter, als ze meer dan een eeuw na de Atheense Gouden Eeuw beschreven waren, dan hadden toneelschrijvers zoals Sophocles en Euripides misschien niet hetzelfde gedacht over hun toneelstukken.
De Hellenistische periode
De macht van Athene ging verloren na de nederlaag in de Pelopnnesische oorlog tegen de Spartanen. Vanaf die tijd, begon het theater weer oude tragedies op te voeren. Hoewel de theatrale traditie haar vernieuwing verloren schijnt te hebben, gaat het Griekse theater voort in de Hellenistische periode (de periode dat volgt op Alexander de Grote's verovering in de 4e eeuw BC). De belangrijkste hellenistische theatrale vorm was niet de tragedie maar 'de Nieuwe Comedy', komische episodes over het leven van gewone burgers. De enige toneelschrijver uit deze periode van wie er nog werk te vinden is, is Menander. Een van de 'New Comedy' zijn meest belangrijke bijdrage was haar invloed op de Romeinse comedy, een invloed die terug te zien is in de overgeleverde werken van Plautus en Terence.
Gebouwen en voorstellingen
De toneelstukken hadden oorspronkelijk een koor van maximaal 50 mensen, die toneelstukken opvoerden in verzen begeleid door muziek, beginnend in de ochtend en durend tot de avond.
De opvoeringsplek (het podium) was een (eenvoudige) halve cirkel (plek), het orkest (naam), waar het koor danste en zong. Het orkest was op een afgevlakt terras aan de voet van een berg, waarvan de helling een natuurlijke theatron (kijkplaats) werd. Later pas werd de term 'theater' gebruikt om het hele gebied van de theatron, het orkest en de scene aan te geven.
De theaters werden op een grote schaal gebouwd (groots opgezet ) om het grote aantal personen op het podium, en het grote aantal personen in het publiek, tot wel veertienduizend mensen, te accommoderen (een plek te geven). De stemmen van de acteurs moesten door het hele theater, inclusief de bovenste rijen zitplaatsen, te horen zijn. De Griekse akoestiek (het Griekse begrip van akoestiek in die tijd) is erg goed te vergelijken met de huidige staat van die kunstvorm (de akoestiek).
In 465 voor Christus begonnen de toneelschrijvers een achtergrond of een schilderachtige muur te gebruiken, die zij achter het orkest (podium) hingen of neerzetten, dit diende gelijk ook als een plek waar acteurs van kostuum konden wisselen. Het stond bekend als de skene (scene). In 425 voor Christus werd het gewoon om een stenen muur als locatie aanduiding, genaamd het paraskenia, te gebruiken voor scenes in het theater. Het proskenion (aan de voorkant van de scene) werd ondersteund door pilaren, en lijkt erg op het moderne toneel.
Griekse theaters hadden ook al ingangen voor de acteurs en de leden van het koor, genaamd de parodoi. Dat waren hoge bogen met een opening richting het orkest (podium), waardoor de performers (acteurs) binnenkwamen. Aan het eind van de 5e eeuw voor Christus, rond de tijd van de Peloponnessische Oorlog, was de scene, de achtergrond, twee verhalen hoog/lang. Sommige theaters hadden ook een verhoogd spreekpodium op het orkest (podium) genaamd de logeion.
De scene onderdelen
Er werden verschillende scene onderdelen regelmatig gebruikt in het Griekse theater.
Machina, een kraan die de indruk kon geven dat een acteur vloog (dus, deus ex machina, wat betekent, de god van de machine).
Ekkyklema, een wagen op wielen die dode karakters/rollen richting het publiek reed om deze te laten zien.
Valluiken, of gelijksoortige openingen in de grond om mensen het podium op te tillen.
Pinakes, schildren die werden opgehangen om een landschap te creëren
Thyromata, meer gecompliceerde schilderijen gebouwd in het tweede niveau van de locatie (het derde niveau van de grond (vermoedelijk om diepte te creëren)).
Fallische rekwisieten werden gebruikt voor satire, om vruchtbaarheid te symboliseren ter ere van Dionysos.
Het Griekse koor
Hoewel het koor in het begin veel groter was, werd het aantal leden gemiddeld 12 tot 15 in tragedies en 24 in komedies. Ze speelden meestal een groepsrol, zoals 'de oude mannen van Argos'. Het koor bood achtergrondinformatie, samenvattingen en commentaar. In veel van deze stukken, liet het koor aan het publiek zien of horen wat de hoofdkarakters niet konden zeggen, zoals hun verborgen angsten of geheimen. 9
Het koor kan zingen, of het kan in harmonie(koor) spreken (met zijn allen hetzelfde tegelijk zeggen). Het koor compenseerde voor het feit dat er vaak maar één, twee of drie acteurs waren, die elk meerdere rollen speelden (wisselende maskers).
Voor de introductie van verschillende acteurs door Aeschylus was het Griekse koor de hoofdrolspeler tegenover een enkele acteur. Het belang van het koor nam na de 5e eeuw voor Christus af, toen het koor zich begon af te scheiden van de dramatische actie. Later lag in dramatische stukken dus minder nadruk op het koor.
Maskers
Het masker staat sinds de tijd van Aeschylus in de zesde eeuw na Christus bekend als gebruiksmiddel. Het is één van de kenmerken van het klassieke Griekse theater. Maskers werden ook gebruikt bij het aanbidden van Dionysos, en zo is het waarschijnlijk ook als traditie begonnen.
Het meeste bewijs komt van een paar vaasschilderingen uit de 5e eeuw voor Christus, welke acteurs laten zien die zich voorbereiden voor een satirisch toneelstuk. Geen fysiek bewijsmateriaal heeft het overleefd: de maskers werden gemaakt van organische materialen. Ze werden niet beschouwd als permanente objecten, en ze waren na het optreden toegewijd aan het altaar van Dionysos. Toch zijn er voorbeelden van standbeelden van acteurs die een masker in hun hand dragen.
Maskers werden zowel voor de acteurs als voor het koor gemaakt om het publiek te laten weten wat een karakter denkt. De koorleden dragen allemaal hetzelfde masker, omdat zij allemaal hetzelfde karakter voorstellen.
Functie van het masker
In een groot openlucht theater, zoals het Theater van Dionysus in Athene, brachten de maskers het gezicht van de karakters dichter bij het publiek, omdat deze voorzien waren van uitvergrote kenmerken en uitdrukkingen. Een acteur kon alsmaar in allerlei verschillende rollen verschijnen, aangezien het publiek de acteur niet identificeerde met maar één rol. De variaties (van de maskers) hielp het publiek om het geslacht, de leeftijd en de sociale status (van de rollen) te onderscheiden. Ook konden ze (met het masker) veranderingen in het uiterlijk van het karakter laten zien, bijvoorbeeld dat van Oedipus nadat hij zichzelf had blindgemaakt. Unieke maskers werden ook gemaakt voor speciale karakters en gebeurtenissen in een toneelstuk, zoals de 'Furies' in Aeschylus zijn 'Eumenides' en 'Pentheus en Cadmus' in Euripides zijn 'Bacchus'. Gedragen door het koor zorgden de maskers voor een gevoel van eenheid en uniformiteit, een soort van persoon of organisme met meer stemmen.