Gebruiker:Gerarddummer/zandbak: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | '''Atomen''' zijn de bouwstenen waaruit alles op aarde is opgebouwd. Een andere naam voor atoom is chemisch of scheidkundig element. Atoom is een Grieks woord en betekent ondeelbaar. Er zijn 118 soorten atomen. Wetenschappers hebben die in kaart gebracht. Dit hebben ze gedaan met een tabel. Deze tabel heeft een naam. Namelijk: het periodieke systeem der elementen. Bekende atomen zijn bijvoobeeld: goud, zilver, aluminium. De wetenschapper die de tabel heeft bedacht heet Dmitri Mendelejev. Dat was een Russische wetenschapper die in de negentiende eeuw leefde. |
||
− | ==Opbouw van atomen== |
||
− | Atomen bestaan uit weer kleinere deeltjes. Die heten elementaire deeltjes. Een elementair deeltje is een deeltje dat niet meer te splitsen is. De atoom heeft een kern en daarom heen een wolk van elementaire deeltjes. De kern van de atoom is opgebouwd uit elementaire deeltjes met de naam proton en neutron. De wolk om de kern bestaat uit elektronen. |
||
− | ==Wat gebeurt er in een atoom?== |
||
− | In de kern zitten protonen en neutronen. Protonen zijn positief elektrisch geladen. Die stoten elkaar af. Je kunt dit vergelijken met twee magneten die je bij elkaar wilt houden met hun positieve kant. Die stoten elkaar ook af. In de kern zitten ook neutronen en die houden alles bij elkaar. Neutronen zijn neutraal elektrisch geladen. |
||
− | Om de kern heen draaien elektronen. Die zijn negatief geladen. Als ze niet met zo'n grote snelheid om de kern zouden draaien, zouden ze aangetrokken worden door de protonen. |
||
+ | Elektriciteit gebruik je bijna nooit op zichzelf, tenzij bij elektrische schokken in de geneeskunde of elektrocutie op de elektrische stoel. |
||
− | [[Bestand:Atoom.png|300px|right||thumb|plaatje van een atoom. In de kern zitten drie protonen (de rode bollen) en vier neutronen (blauwe bollen). Er om heen draaien drie elektronen (zwarte bollen).]] |
||
+ | In alle andere gevallen wordt elektriciteit eerst omgezet in een voor ons bruikbare vorm. Zo een omzetter (omvormer) noem je een verbruiker. |
||
+ | Wanneer je rondom jou kijkt, dan kom je dagelijks zo'n verbruikers tegen. |
||
− | http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060223_kernenergie01 |
||
+ | == De elektrische stroomkring. == |
||
+ | '''hoe stel je een eenvoudige stroomkring samen?''' |
||
+ | De verschillende onderdelen om een elektrische stroomkring samen te stellen zijn. |
||
− | Atomen zijn weer stukjes van moleculen. Een molecuul is het kleinste deeltje van een materiaal dat nog alle eigenschappen heeft van het materiaal. |
||
+ | |||
− | Er zijn 118 verschillende soorten atomen. ` |
||
+ | A. ''De bron'': Dit is een toestel dat op statische wijze (geen beweging) elektriciteit voortbrengt. |
||
+ | b.v. een batterij |
||
+ | |||
+ | B. ''De geleider'': Dit is een koperdraad die zorgt voor de verbinding tussen bron en verbruiker. |
||
+ | b.v. V.O.B.-draden,kabels |
||
+ | |||
+ | C. ''De verbruiker'': Dit is een toestel dat elektrische energie omzet in licht, beweging, warmte,... |
||
+ | b.v. Gloeilamp,boormachine,broodrooster,... |
||
+ | |||
+ | D. ''De schakelaar'' : Is een toestel dat je helpt bij het aan en uitschakelen van de energieomzetting. |
||
+ | b.v. eindeloop, schakelaar, voetschakelaar,... |
||
+ | |||
+ | '''De open elektrische stroomkring.''' |
||
+ | |||
+ | een stroomkring is open als: |
||
+ | *de schakelaar open staat |
||
+ | *ergens een onderbreking is: b.v. aan de bron, verbruiker,... |
||
+ | *gloeidraad van de lamp stuk is. |
||
+ | *geen goed contact tussen lamp en de draden in de lampvoet is. |
||
+ | |||
+ | ''Bij een open of onderbroken stroomkring, kan er geen stroom vloeien van de bron naar de verbruiker en terug. |
||
+ | De bron levert geen stroom, de bron is onbelast.'' |
||
+ | |||
+ | '''De gesloten elektrische stroomkring.''' |
||
+ | |||
+ | Een stroomkring is gesloten als de stroom kan vloeien van de + pool van de bron, (door de schakelaar),door de verbruiker en zo naar de - pool van de bron. |
||
+ | ''' |
||
+ | De kortgesloten elektrische stroomkring. |
||
+ | ''' |
||
+ | |||
+ | Een stoomkring is kortgesloten als: |
||
+ | * De L1 en de N-leider (fasedraden bij wisselspanning= AC), Met elkaar verbonden zijn, zonder verbruiker tussen! |
||
+ | * De + pool en de - pool (draden bij gelijkspanning= DC), met elkaar veronven zijn, zonder verbruiker tussen! |
||
+ | |||
+ | == Hoe ontstaat elektriciteit? == |
||
+ | |||
+ | |||
+ | == Gelijkspanning en wisselspanning == |
||
+ | |||
+ | '''A. Gelijkspanning''' |
||
+ | * Een bron met vaste polariteiten is een gelijkspanningsbron. |
||
+ | * De stroom die geleverd wordt door een gelijkspanningsbron vloeit steeds in dezelfde zin (richting), die stroom heet gelijkstroom. |
||
+ | |||
+ | Gelijkstroom en gelijkspanning worden aangegeven door: |
||
+ | |||
+ | *Het gelijkheidsteken (=) |
||
+ | *Eén horizontaal streepje (-) |
||
+ | *D.C.(afkorting van het engels "Direct Current") |
||
+ | |||
+ | ''' |
||
+ | B. Wisselspanning.''' |
||
+ | |||
+ | * Een bron met polariteiten die voortdurend wisselen heet wisselspanningsbron. |
||
+ | * De stroom die geleverd wordt door een wisselspanningsbron, vloeit een zeer korte tijd in de ene zin en nadien in de andere zin, daarna wisselt de stroomzin weer, enz. een stroom waarvan de zin en ook de sterkte steeds wisselt heet wisselstroom. |
||
+ | |||
+ | Wisselspanning en wisselstroom worden aangegeven door: |
||
+ | |||
+ | * Het sinusteken (~) |
||
+ | * A.C. (afkorting van het engels "Alternating Current") |
||
+ | |||
+ | Een generator die wisselspanning levert heet "alternator" |
||
+ | |||
+ | ==Waarheen lopen de elektriciteitsdraden?== |
||
+ | |||
+ | De elektriciteitscentrale leveren ons een spanning van 380.000V, dit noemt men het ''hoogspanningsnet(HS).'' |
||
+ | |||
+ | Via onder - of bovengrondse leidingen worden deze spanningen gebracht naar een hoogspanningsstation. |
||
+ | |||
+ | Daar wordt de spanning verlaagd tot 6000 of 15.000V. Dit noemt men het ''middelspanningsnet (MS).'' |
||
+ | |||
+ | Deze spanning zal op zijn beurt d.m.v. een transformator verlaagd worden tot 240/400V. Dit noemt men het ''laagspanningsnet(ls)'' |
||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | |||
+ | == De elektrische grootheden in het kort == |
||
+ | |||
+ | '''Spanning stroom en weerstand''' |
||
+ | |||
+ | Om de elektrische grootheden (spanning,strooom en weerstand) gemakkelijker te begrijpen, vergelijken we deze met een tuinslang die we aansluiten op waterkraan. |
||
+ | |||
+ | *Je draait de kraan open en er komt water uit de tuinslang |
||
+ | = ''Hoe meer (minder) je de kraan open draait, hoe meer (minder) water uit de tuinslang komt'' |
||
+ | |||
+ | *Je draait de kraan open in een willekeurige stand en blijft er dan af (er stroomt water uit de tuinslang) |
||
+ | *terwijl er water uit de tuinslang stroomt, gaan we met onze voet op de tuinslang duwen. |
||
+ | = Hoe meer (minder) ik duw met mijn voet,hoe minder (meer) water eruit de tuinslang zal stromen. |
||
+ | |||
+ | Vergelijking met elektriciteit. |
||
+ | |||
+ | |||
+ | De waterdruk op de kraan is de spanning. |
||
+ | Symbool: U eenheid: Volt (v) |
||
+ | Vb: U= 10V (de spanning bedraagt 10volt) |
||
+ | |||
+ | Het water dat uit de tuinslang vloeit is de stroom. |
||
+ | Symbool:I eenheid: ampère (A) |
||
+ | Vb: I=2A (de stroom bedraagt 2 ampère) |
||
+ | |||
+ | De druk die we uitoefenen met onze voet is de weerstand. |
||
+ | Symbool:R eenheid: ohm () |
||
+ | |||
+ | De tuinslang kan je vergelijken met de aansluitdraden (koperdraden) |
||
+ | |||
+ | |||
+ | == Wet van Ohm == |
||
+ | |||
+ | Formule |
||
+ | De wet van ohm : R=U/I weerstand= Spanning / stroom |
||
+ | |||
+ | Afgeleide formule |
||
+ | U=RxI spanning = weerstand x stroom |
||
+ | I=U/R stroom = spanning / weerstand |
||
+ | |||
+ | |||
+ | == Meten van spanning,stroom en weerstand == |
||
+ | |||
+ | spanning stroom en weerstand kan je meten met 1zelfde toestel, dit noemt men een universele meter of multimeter. |
||
+ | Er bestaan ook meettoestellen die enkel spanning,stroom of weerstand meten. |
||
+ | |||
+ | ==Schakelkast == |
||
+ | {{Zie artikel|schakelkast}} |
Versie van 3 apr 2011 13:50
Elektriciteit gebruik je bijna nooit op zichzelf, tenzij bij elektrische schokken in de geneeskunde of elektrocutie op de elektrische stoel.
In alle andere gevallen wordt elektriciteit eerst omgezet in een voor ons bruikbare vorm. Zo een omzetter (omvormer) noem je een verbruiker.
Wanneer je rondom jou kijkt, dan kom je dagelijks zo'n verbruikers tegen.
De elektrische stroomkring.
hoe stel je een eenvoudige stroomkring samen?
De verschillende onderdelen om een elektrische stroomkring samen te stellen zijn.
A. De bron: Dit is een toestel dat op statische wijze (geen beweging) elektriciteit voortbrengt. b.v. een batterij
B. De geleider: Dit is een koperdraad die zorgt voor de verbinding tussen bron en verbruiker. b.v. V.O.B.-draden,kabels
C. De verbruiker: Dit is een toestel dat elektrische energie omzet in licht, beweging, warmte,... b.v. Gloeilamp,boormachine,broodrooster,...
D. De schakelaar : Is een toestel dat je helpt bij het aan en uitschakelen van de energieomzetting. b.v. eindeloop, schakelaar, voetschakelaar,...
De open elektrische stroomkring.
een stroomkring is open als:
- de schakelaar open staat
- ergens een onderbreking is: b.v. aan de bron, verbruiker,...
- gloeidraad van de lamp stuk is.
- geen goed contact tussen lamp en de draden in de lampvoet is.
Bij een open of onderbroken stroomkring, kan er geen stroom vloeien van de bron naar de verbruiker en terug. De bron levert geen stroom, de bron is onbelast.
De gesloten elektrische stroomkring.
Een stroomkring is gesloten als de stroom kan vloeien van de + pool van de bron, (door de schakelaar),door de verbruiker en zo naar de - pool van de bron. De kortgesloten elektrische stroomkring.
Een stoomkring is kortgesloten als:
- De L1 en de N-leider (fasedraden bij wisselspanning= AC), Met elkaar verbonden zijn, zonder verbruiker tussen!
- De + pool en de - pool (draden bij gelijkspanning= DC), met elkaar veronven zijn, zonder verbruiker tussen!
Hoe ontstaat elektriciteit?
Gelijkspanning en wisselspanning
A. Gelijkspanning
- Een bron met vaste polariteiten is een gelijkspanningsbron.
- De stroom die geleverd wordt door een gelijkspanningsbron vloeit steeds in dezelfde zin (richting), die stroom heet gelijkstroom.
Gelijkstroom en gelijkspanning worden aangegeven door:
- Het gelijkheidsteken (=)
- Eén horizontaal streepje (-)
- D.C.(afkorting van het engels "Direct Current")
B. Wisselspanning.
- Een bron met polariteiten die voortdurend wisselen heet wisselspanningsbron.
- De stroom die geleverd wordt door een wisselspanningsbron, vloeit een zeer korte tijd in de ene zin en nadien in de andere zin, daarna wisselt de stroomzin weer, enz. een stroom waarvan de zin en ook de sterkte steeds wisselt heet wisselstroom.
Wisselspanning en wisselstroom worden aangegeven door:
- Het sinusteken (~)
- A.C. (afkorting van het engels "Alternating Current")
Een generator die wisselspanning levert heet "alternator"
Waarheen lopen de elektriciteitsdraden?
De elektriciteitscentrale leveren ons een spanning van 380.000V, dit noemt men het hoogspanningsnet(HS).
Via onder - of bovengrondse leidingen worden deze spanningen gebracht naar een hoogspanningsstation.
Daar wordt de spanning verlaagd tot 6000 of 15.000V. Dit noemt men het middelspanningsnet (MS).
Deze spanning zal op zijn beurt d.m.v. een transformator verlaagd worden tot 240/400V. Dit noemt men het laagspanningsnet(ls)
De elektrische grootheden in het kort
Spanning stroom en weerstand
Om de elektrische grootheden (spanning,strooom en weerstand) gemakkelijker te begrijpen, vergelijken we deze met een tuinslang die we aansluiten op waterkraan.
- Je draait de kraan open en er komt water uit de tuinslang
= Hoe meer (minder) je de kraan open draait, hoe meer (minder) water uit de tuinslang komt
- Je draait de kraan open in een willekeurige stand en blijft er dan af (er stroomt water uit de tuinslang)
- terwijl er water uit de tuinslang stroomt, gaan we met onze voet op de tuinslang duwen.
= Hoe meer (minder) ik duw met mijn voet,hoe minder (meer) water eruit de tuinslang zal stromen.
Vergelijking met elektriciteit.
De waterdruk op de kraan is de spanning.
Symbool: U eenheid: Volt (v)
Vb: U= 10V (de spanning bedraagt 10volt)
Het water dat uit de tuinslang vloeit is de stroom. Symbool:I eenheid: ampère (A) Vb: I=2A (de stroom bedraagt 2 ampère)
De druk die we uitoefenen met onze voet is de weerstand. Symbool:R eenheid: ohm ()
De tuinslang kan je vergelijken met de aansluitdraden (koperdraden)
Wet van Ohm
Formule De wet van ohm : R=U/I weerstand= Spanning / stroom
Afgeleide formule U=RxI spanning = weerstand x stroom I=U/R stroom = spanning / weerstand
Meten van spanning,stroom en weerstand
spanning stroom en weerstand kan je meten met 1zelfde toestel, dit noemt men een universele meter of multimeter. Er bestaan ook meettoestellen die enkel spanning,stroom of weerstand meten.