Terpentijn

Terpentijn is een zogeheten oleohars. Oleoharsen bestaan uit hars opgelost in etherische oliën, en vele andere stoffen. Het wordt gewonnen uit coniferen zoals de dennenboom. Ook de spar, ceder of lariks zijn geschikt. Terpentijn is een geel gekleurde stroperige vloeistof, die na het beschadigen van de schors uit de boom vloeit en wordt opgevangen. Dit werd al gedaan door de Oude Grieken. Terpentijnolie wordt ook wel gomterpentijn of kortweg terpentijn genoemd.

Terpentijnolie wordt gebruikt als verdunner bij het schilderen met olieverf. Het is een prima oplosmiddel voor lijnolie en voor standolie. Deze worden beide gebruikt om de verf vetter te maken. Standolie en lijnolie drogen echter maar zeer langzaam; ook als de terpentijnolie allang uit de olie is verdampt blijft de verf nog nat. Terpentijnolie wordt ook gebruikt om de vernis op een olieverfschilderij te verdunnen.

Het wordt medicinaal gebruikt in wrijfmiddeltjes tegen reumatische klachten of spierpijn. Het wordt in beperkte mate ook in zalfjes gebruikt tegen verkoudheid en verstopte neus.

Krijg je het echter op de lange duur teveel binnen, dan kan het epilepsie opwekken en voor astmatische aanvallen zorgen. Ook kan plotselinge blootstelling aan hoge niveaus van terpentijn(damp) voor enkele uren zorgen voor oogirritatie, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid en versnelde hartwerking.

Terpentijnolie is ten opzichte van het aardolieproduct terpentine vrij kostbaar (en moet daarmee niet verward worden). Daarom wordt voor het schoonmaken van de kwasten meestal terpentine gebruikt.