Griekse drachme
De drachme of de drachmon (₯) was in het oude Griekenland en van de onafhankelijkheid in 1832 tot 2002 de munteenheid van Griekenland. Op het moment van afschaffing was 1 euro gelijk aan 341 Griekse drachmen.
Het Arabisch woord dirham is van de drachme afgeleid. Tegenwoordig wordt in Marokko en in de Verenigde Arabische Emiraten met de dirham betaald. Ook is het 1/1000 deel van de Libische dinar en 1/100 deel van de Qatarese rial.
Oud-Griekse drachme
In het oude Griekenland bestond de drachme (afgeleid van δραχμη, een handvol) uit 4 gram zilver. Twee drachmen was één didrachme en vier drachmen was één tetradrachme. Een dekadrachme was tien drachme en een mna bestond uit 100 drachmen. De grootste eenheid was de talent, die uit 6000 drachmen bestond. Eén drachme bestond uit 6 obolen.
In de Griekse oudheid was de drachme de belangrijkste munteenheid van Europa en het Midden-Oosten en werd deze overal gebruikt.
Nieuw-Griekse drachme
Toen Griekenland rond 1830 onafhankelijk werd van het Ottomaanse Rijk, was er een eigen munteenheid (valuta) nodig. Besloten werd om de drachme opnieuw in te voeren, maar dan net iets anders dan in hoe hij in de oudheid was. De munten werden niet meer alleen van zilver gemaakt en werden verdeeld in 100 lepta.
Tot de omwisseling naar de euro in 2002 bleef de drachme in gebruik.