Griekse tragedie

Een Griekse tragedie was een toneelstuk dat heel populair was in het Oude Griekenland. Tragedies waren droevige stukken, die meestal geen vrolijk einde hadden. Bijna alle tragedies gingen over mythen of sagen. De tragedies werden vroeger altijd opgevoerd in een theater. In Nederland zijn er geen regels voor hoe onze toneelstukken moeten verlopen, maar de oude Grieken hadden een vaste opbouw voor de tragedies.

Opbouw

Tegenwoordig zijn er geen regels voor hoe onze toneelstukken moeten verlopen, maar vroeger bestonden tragedies altijd uit 5 delen:

1. Proloog: Het proloog is het begin van de tragedie. Tijdens het proloog werd verteld waar het verhaal over ging. Ook werd verteld wanneer in het verhaal het toneelstuk begint. Bijvoorbeeld aan het begin, in het midden of aan het einde van het verhaal.
2. Bedrijf 1: In bedrijf 1 komen alle spelers uit het toneelstuk voorbij. Dit is belangrijk omdat het publiek dan weet waar het toneelstuk over gaat en wie er meespelen.
3. Bedrijf 2: In bedrijf 2 wordt het verhaal gespeeld.
4. Bedrijf 3: In bedrijf 3 is er een hoogtepunt: dit bekent dat er iets heel spannends gebeurt met de hoofdpersoon van het verhaal. Alles wat er op dat moment gebeurt is bepalend voor de rest van het verhaal.
5. Slotlied: Tijdens het slotlied wordt de tragedie afgesloten en verdwijnen alle spelers van het toneel.